Selecteer een pagina

Americana: Cultureel beleggen

Algemeen
Tegenover de voorbeelden van Amerikaans cultureel ondernemerschap die ik eerder in deze rubriek noemde, wil ik een succesverhaal uit eigen land stellen. En wel uit de Nederlandse filmindustrie. Tegenwoordig is het mogelijk een zogenaamde commanditaire vennootschap (CV) op te richten, waarbij vermogende particulieren de mogelijkheid krijgen om te investeren (participeren) in de productie van Nederlandse films. Een dergelijke investering levert geldschieters een royale belastingaftrek op.


Participaties van een halve ton vlogen met honderden als hete bollen over de toonbank, meldde NRC/Handelsblad in december vorig jaar. We merken het effect nu ook in het toenemend aanbod van Nederlandse films. Het succes is zelfs zo groot dat de Commissie Cultuur en Belastingen, die adviseert over de fiscale aspecten van kunst en cultuur, de CV ook op de podiumkunsten wil loslaten. Geld beleggen in theater of opera dus. Het is de vraag of investeerders ook hier zo makkelijk zullen toestromen. De omvang van de markt voor de film-CV wordt geschat op jaarlijks 150 tot 200 miljoen gulden. Als deze nieuwe financieringsvorm voor de podiumkunsten ook maar de helft van dit succes kent, dan kunnen we dromen van de mogelijkheden.

Het is interessant om te zien dat een fiscale regeling zon creatieve impuls geeft. Blijkbaar is dat niet alleen afhankelijk van het aanwezig potentieel van producenten. Ook een positief financieringsklimaat doet wonderen. De film-CV is daarom niet zozeer een voorbeeld van cultureel ondernemerschap van de filmsector zelf. Bij deze regeling fungeert de overheid als initiatiefnemer. Met het resultaat bewijst voormalig staatssecretaris Vermeend van Financin dat de overheid een belangrijke rol kan spelen in het stimuleren van cultureel ondernemerschap. Staatsecretaris van der Ploeg van OCW zij gewaarschuwd. Een overgang naar cultureel ondernemerschap vereist soms overheidsoptreden. Nu wordt het initiatief nog vaak bij de culturele instellingen neergelegd. Het zou echter juist de taak van de Nederlandse overheid moeten zijn de culturele sector te stimuleren en te begeleiden, bijvoorbeeld in de minder ingeburgerde vormen van kunstfinanciering, waarvan de commanditaire vennootschap slechts een voorbeeld is. De staatssecretaris heeft aangegeven hiermee aan de slag te gaan.

Laten we hopen dat een financile instelling als de kunstbank (specifiek voor musea, theaters, orkesten, etc.) waaraan op het moment gedacht wordt, er met hulp van de overheid inderdaad gaat komen.

Hoewel we het op het moment in de Verenigde Staten minder zien, hebben belastingsmaatregelen van de Amerikaanse overheid de groei en ontwikkeling van culturele instellingen enorm gestimuleerd en door de jaren heen het cultureel ondernemerschap flink aangemoedigd. Dat bevestigt de succesvolle rol van een faciliterende overheid. Met een ontwikkeling als cultureel beleggen een variant op groen beleggen lijkt Nederland op Amerika voor te lopen. Op het gebied van sponsoring ligt ons land echter nog ver achter. Zo vertoont Loews, Amerikas grootste bioscoopexploitant, in zijn commercieel georinteerde theaters sinds kort ook onafhankelijke films, onder de noemer Gallery of Independent Film. Dit soort sponsoring in natura is een voorbeeld van een andere vindingrijke manier om de nationale (onafhankelijke) filmindustrie te beschermen, waarbij niet wordt teruggevallen op de overheid.

Auteur: Johan Idema
468

Reactie verzenden

Share This