Selecteer een pagina

Americana: Meer enhancement

Algemeen
In de vorige Americana besprak ik hoe Broadway-producenten, in ruil voor eigendomsrechten, investeren in de meer artistiek verantwoorde theaterproducties van off en off-off Broadway. In het bedrijfsleven heet zon investering Research & Development. Veel bedrijven zijn gewoon een percentage van hun jaarlijks budget aan R&D te besteden, zonder hier direct resultaat voor terug te verwachten. Voor veel ondernemingen is deze gewoonte een basisvoorwaarde om te overleven, maar culturele instellingen zijn hier nauwelijks mee bekend.


Broadway-producenten zien de non-profit sector wel degelijk als n groot, bruisend laboratorium. Hoewel voor het publiek experimentele kunst al doel op zich is, hopen de producenten natuurlijk op een hit. Zij hebben immers het recht gekocht een eventueel succes naar Broadway te halen. Maar Broadway-producties hebben over het algemeen een klein slagingspercentage. Het is dus slim om zon productie te baseren op een succesvol theaterstuk, want dat vergroot het slagingspercentage aanzienlijk.
Pas bij overdracht van eigendomsrechten is sprake van enhancement. Hiermee onderscheidt enhancement zich van sponsoring. Andere vormen van samenwerking tussen non-profit en for-profit instellingen kunnen op enhancement lijken. Meestal is sprake van een investering van commercile zijde, in ruil voor een wederdienst van de non-profit instelling. Het getuigt van cultureel ondernemerschap wanneer een culturele instelling een dergelijke samenwerking opzet. Een recent maar niet erg fraai voorbeeld komt uit de museumwereld.
Een half jaar geleden haalde het Brooklyn Museum of Art met Sensation zelfs de Nederlandse pers. Qua inhoud bleek deze tentoonstelling niet veel te verschillen van de porno- en plasfotos, zoals wij die kennen van het Holland Festival en het Groninger Museum. Maar de burgemeester van New York zette de subsidie van het Brooklyn Museum stop. Het museum werd zelfs juridisch vervolgd voor verwaarlozing van hun educatieve verplichtingen (die ook kinderen als permanente doelgroep vermeldt). Na een flinke rel werd deze zaak eind maart opgelost met een out-of-court settlement. Wat later aan het licht kwam, maar niet de Nederlandse pers haalde, was zorgelijker.
De grootste donatie voor Sensation bleek afkomstig van de eigenaar van de tentoongestelde collectie, reclamemagnaat en kunstverzamelaar Charles Saatchi. Saatschi had ook bemiddeld bij het binnenhalen van de hoofdsponsor, het Londonse veilinghuis Christies. Het op prominente wijze tentoonstellen van een collectie in een museum met dergelijke wereldfaam kan de waarde ervan behoorlijk doen stijgen. Dit is met name interessant wanneer de werken op een strategisch tijdstip (niet lang na de tentoonstelling) worden verkocht. Het verklaart ook de interesse van Christies, dat probeerde de exclusieve verkooprechten van de collectiestukken van het museum te verkrijgen.
In ruil voor een aantrekkelijke tentoonstelling gebruikte Saatchi het museum dus als middel tot opwaardering van zijn collectie. Dat verklaart de controverse rondom Saatchis donatie, die misschien wel heel erg zijn belang onderstreepte. Het Brooklyn Museum maakte hier met het binnenhalen van deze substantile gift dankbaar gebruik van. Uit reacties blijkt dat andere museumdirecteuren niet werkelijk opkijken van een dergelijke aanpak van financieren. Een publieke discussie over de ethiek van de financiering van museumtentoonstellingen lijkt echter te zijn begonnen. Laten we hopen dat het Brooklyn Museum niet hetgeen is wat sommigen met cultureel ondernemerschap in Nederland voor ogen hebben.

Auteur: Johan Idema – idema@bigfoot.com
468

Reactie verzenden

Share This