Selecteer een pagina

Boek-en-festivals

Ieder jaar meer boeken, maar ook minder lezers

Algemeen

De relatie boek-en-festivals is een moeizame. Enerzijds zijn er boeken-evenementen met het karakter van een festival, dat wil zeggen tijdelijk van aard en met veel publiciteit omgeven. Het bekendst is zonder twijfel de jaarlijkse boekenweek, met veel feestgedruis ingeluid met het Boekenbal. Publicitair is dit steevast een voltreffer van de organiserende stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. In het verlengde daarvan worden jaarlijks ook het kinderboek en het spannende boek tijdelijk nadrukkelijk in het zonnetje gezet. Daarnaast heeft de jaarlijkse tweedehands boekenmarkt in Deventer inmiddels eveneens de allure van een heus evenement verworven. Buiten deze drukte kunnen de meer bedaagde boekenkopers in menig boekhandel en boekenkraam hun keus maken.
Anderzijds staan festivals en evenementen ook op gespannen voet met de wereld van het boek. Verreweg de meeste festivals en evenementen hebben met die wereld niets van doen. Ogenschijnlijk althans, want elk succesvol festival en evenement legt beslag op tijd en aandacht en gaat daarmee ten koste van potentile tijd en aandacht voor het boek. Iedereen heeft iedere week 168 uur te besteden. Daarvan kan door de bank genomen zon 45 uur als vrije tijd worden aangemerkt. Naarmate men in die 45 uur uit meer activiteiten kan kiezen, bestaat de kans dat het boek naar de achtergrond verdwijnt.
Dat laatste is feitelijk inderdaad al geruime tijd gaande. De hoeveelheid vrijetijd die men lezend doorbrengt, geeft al een reeks van jaren een teruggang te zien. Dat geldt voor lezen in kranten, in tijdschriften, maar ook voor lezen in boeken. De gemiddelde wekelijkse leestijd in boeken daalde van ruim anderhalf uur in 1975 tot krap een uur in 2000. In een doorsnee week nam in 1975 nog de helft van de bevolking een boek ter hand, in 2000 deed nog maar krap eenderde van de bevolking dat. Overigens zit hier de crux: het aantal lezers nam af. Degenen die boeken bleven lezen, bleven dat in ongeveer dezelfde mate doen: ruim drie uur per week.

Dat het boekenlezend publiek in omvang afnam, is tevens af te lezen aan de boekenverkoop. Gestegen welvaartsniveau en opleidingsniveau alsmede de bevolkingsgroei ten spijt, lag de boekenverkoop in 2000 zon 20% lager dan in 1975. Het aantal verkochte boeken per hoofd van de bevolking daalde van drie per jaar in 1975 tot twee per jaar in 2000.
Zo bezien is de aankoop van een boek voor menigeen een heel evenement. De boekenmarkt probeert daarop in te spelen, getuige onder meer voornoemde boekenweken. Daarnaast wordt met enige regelmaat een boek, waar de uitgever hoge verwachtingen van heeft, als een evenement in de markt gezet. Maar verder zoekt het boekenvak vooral de luwte. De Koninklijke Vereniging van het Boekenvak (KVB), waarin boekhandelaren en uitgevers verenigd zijn, heeft zich beijverd voor de instandhouding van de vaste boekenprijs, een onderwerp dat een dezer dagen in de Tweede Kamer aan de orde komt (www.vasteboekenprijs.nl). Onder een dergelijk regime bestaan er in de detailhandel geen prijsverschillen. Voor een boektitel moet de consument in elke boekhandel hetzelfde bedrag neertellen. De gedachte is dat deze afscherming van het marktmechanisme de branche in staat stelt meer geld vrij te spelen voor kruissubsidiring ten faveure van nieuwe en risicovolle uitgaven door uitgevers en een breder assortiment op de schappen van de winkeliers.
Het is voor boektitels overigens dringen om tot op die schappen door te dringen: in 2000 werden niet minder dan 60.000 boektitels verhandeld. Het aanbod aan boektitels kan dus moeilijk als oorzaak van de ontlezing worden aangemerkt. Daar komt bij dat het lezen afnam, terwijl jaarlijks het aantal nieuwe Nederlandstalige titels groeide.
Voor de achtergronden van de ontlezing moet men aan de vraagkant te rade gaan. Die vraag daalde, ondanks de groeiende koopkracht. De schaarste moet veeleer gezocht worden op het vlak van tijd en aandacht. Lezen vergt een zekere mate van rust en concentratie. Temidden van de hectiek van evenementen en festivals, maar ook van andere vormen van vrijetijdsbesteding, gaat het daaraan blijkbaar steeds meer ontbreken. Andere zaken beloven dikwijls meer beleving.
Samen met vaste collecties van musea missen boeken bovendien het gevoel van urgentie. Een spectaculaire show, een festival of evenement, zelfs een toneeluitvoering of klassiek concert hebben het voordeel van eenmaligheid: wie op die dag of avond niet gaat, heeft het gemist. Een museum en een boek hebben gemeen dat ze niet weglopen, een museum kan een volgend weekend worden bezocht, een boek kan een andere keer worden opgeslagen.

In plaats van de vaste boekenprijs, die de boekenmarkt afschermt van prijsconcurrentie, zou het boek meer gebaat zijn bij een vaste boekentijd, die het boek afschermt van de concurrentie van kennelijk aanlokkelijker vormen van vrijetijdsbesteding. Dit is uiteraard geen serieuze beleidsaanbeveling. Wel duidt het erop dat boekenfestivals het boek weliswaar in de aandacht helpen houden, maar dat de intensivering van de belevenissen in de vrijetijd, zoals blijkend uit evenementen en festivals, het boek uit die aandacht verdringt.

Auteur: Andries van den Broek Sociaal en Cultureel Planbureau a.van.den.broek@scp.nl
Referenties: Zie: Koen Breedveld en Andries van den Broek (red.), Trends in de tijd (Den Haag: SCP, 2001), Marja Appelman en Andries van den Broek, Boek en markt (Den Haag: SCP/CBP 2002) en een binnenkort te verschijnen SCP-publicatie over veranderend mediagebruik.
468

Reactie verzenden

Share This