Selecteer een pagina

Boek: Stads mecenaat en lokale overheid; Honderd jaar private en publieke kunstbevordering in Amsterdam 1899-1999

Een eeuw kunstbevordering in Amsterdam

Algemeen

Auteurs van historisch getinte studies putten zich vaak uit in gedetailleerde chronologische overzichten. Dat het ook anders kan, bewijst historicus Jan Bank. Hij schreef een heel aardig boekje van circa 50 paginas over private en publieke kunstbevordering in Amsterdam in de periode 1899-1999. Bank beschrijft een eeuw kunstbeleid aan de hand van drie peiljaren: 1899, 1949 en 1999. Per peiljaar schetst hij de algemene culturele ontwikkelingen, hij plaatst de burgemeester en wethouder van kunstzaken in politiek perspectief en gaat in op de begrotingsdebatten. Zijn leidraad is de vraag wat de verhouding was tussen plaatselijke overheid en plaatselijk mecenaat bij de bevordering van kunst.

Het jaar 1899 valt in een periode waarin het particulier initiatief van doorslaggevend belang was. In de jaren daarvoor werden bijvoorbeeld de bouw van het Concertgebouw en van de Stadsschouwburg gefinancierd door vermogende notabelen. In 1949 en daarna werd de kunstbevordering gedomineerd door de landelijke en plaatselijke overheid. De van overheidswege gevoerde actieve cultuurpolitiek sloot goed aan bij de in die periode levende ideen over de maakbaarheid van de samenleving. Het jaar 1999 wordt gekarakteriseerd door een combinatie van private en publieke ondersteuning. De overheid is door middel van regelgeving, subsidies en investeringen nog steeds prominent aanwezig in de cultuurspreiding, maar tegelijkertijd speelt het particulier initiatief in de vorm van kunstsponsoring een belangrijke rol.

Auteur: PJG
Referenties: Stads mecenaat en lokale overheid; Honderd jaar private en publieke kunstbevordering in Amsterdam 1899-1999, Jan Bank, Boekmanstudies: t 020 624 3736, ISBN 90 6650 062 X
468

Reactie verzenden

Share This