Selecteer een pagina

Buitenlandse toerist interessant voor kleinere Amsterdamse culturele instellingen?

Uit de praktijk van collectieve cultuurmarketing

Algemeen
Amsterdam is voor toeristen uit het buitenland een aantrekkelijke stad. De hoofdstad trekt, na Parijs, Londen en Rome, in Europa de meeste toeristen. Jaarlijks overnachten 3,7 miljoen buitenlandse bezoekers in Amsterdam. Gemiddeld verblijven zij er iets meer dan drie nachten.


Dat waren een paar van de cijfers die Arno Gorissen van Amsterdam Tourist Board en Paul van Gessel van het Nederlands Bureau voor Toerisme op 1 februari presenteerden op de laatste van drie bijeenkomsten die waren georganiseerd door het AUB. Deze
bijeenkomsten vonden plaats in het kader van het onderzoek van het AUB naar de mogelijkheden van Collectieve Marketing van de Amsterdamse Kunsten. Ze waren georganiseerd om marketing- of publiciteitsmedewerkers van culturele instellingen meer inzicht te geven in de positie van de eigen sector in de markt. Diverse instituten deelden hun kennis met mensen uit de sector. Tevens was er gelegenheid om letterlijk en figuurlijk kennis te maken.

Cultuurbezoek van de buitenlandse toeristen

Hoe verder het land van herkomst van Nederland af ligt, hoe belangrijker is het bezoek van Amsterdam als onderdeel van het bezoek aan Nederland. Zo bezoekt 92% van alle Spaanse bezoekers in Nederland Amsterdam. 91% van alle Japanse bezoekers komt in de stad. Duitsers en Belgen komen er relatief weinig. Er blijkt daarnaast een aanmerkelijk verschil tussen toeristen die voor het eerst de stad bezoeken en zij die er eerder zijn geweest. Tijdens het eerste bezoek aan de stad werkt men veelal een min of meer vast programma van must see activiteiten af: rondvaart, Rijksmuseum, Anne Frank huis, in het seizoen de bollen, etc. Pas tijdens een herhalingsbezoek vindt de toerist tijd en ruimte om op zoek te gaan naar verdieping: minder vanzelfsprekende musea, andere buurten en rustig rondwandelen.
Uit cijfers van ATB uit 1997 blijkt dat 72% van de buitenlandse verblijfsbezoekers in Amsterdam een museum bezoekt, 18% gaat naar een theater of concert. Dat laatste lijkt misschien weinig, maar in absolute getallen gaat het hier om ongeveer 666.000 bezoeken (18% van 3.7 miljoen). Dat is op de 2.7 miljoen theater- en concertbezoeken die jaarlijks in Amsterdam plaatsvinden (opgave CBS 98/99) nog altijd een respectabel aantal.

Wat betekent dit voor culturele instellingen in Amsterdam ?

Het verschil is groot: het Rijksmuseum trekt sinds jaar en dag een vanzelfsprekend groot aantal toeristen. Veel kleinere musea en podiumkunstinstellingen zien nooit een toerist. Zij staan eenvoudigweg niet op het must see lijstje. Bij theater speelt uiteraard de taalbarrire en de beschikbaarheid van kaartjes een rol. Het is de vraag of inspanningen vanuit de eigen organisatie daar veel aan kunnen veranderen. Juist voor kleinere en middelgrote instellingen is het van belang om zich te realiseren dat samenhang van activiteiten voor de klant van het (cultuur-) toeristisch product buitengewoon belangrijk is. Volgens het NBT ligt hier voor toeristische en culturele organisaties een kans om samen nieuwe combinaties aan te bieden.

Auteur: Nancy Wiltink
Referenties: Voor rapporten, cijfers en onderzoeksresultaten over toerisme in relatie tot cultuur: Rieneke Kanne van Amsterdam Marketing en Data Center Amsterdam Tourist Board, t 020 5512 558
468

Reactie verzenden

Share This