(Zónder een democratisch Europa geen toekomst voor kunst, cultuur en erfgoed)
Op 17 juni 2022 ontvingen tal van faculteitsbesturen een brief van minister Dijkgraaf aan de Tweede Kamer waarin de volgende alinea voorkomt: “Horizon Europe, dat loopt van 2021 tot en met 2027, is het Europese programma voor onderzoek en innovatie. Uitgangspunten zijn excellentie en maatschappelijke impact. Horizon Europe beschikt over een significant hoger budget dan het voorgaande programma: met € 95,5 miljard een stijging van bijna 30% [was 73,5 miljard]. Om publiek gefinancierde kennisinstellingen te stimuleren deel te nemen aan Horizon Europe stel ik voor een periode van 7 jaar € 75 miljoen per jaar beschikbaar als tegemoetkoming in de matchingskosten.”
Ambitieuze Nederlandse erfgoedinstellingen moet dit als muziek in de oren klinken. De erfgoedsector beschikt immers over uitstekende relaties met zogenoemde HEI’s, de officieel erkende Higher Education Institutions (dat zijn alle universiteiten en hogescholen). Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen publiek of privaat gefinancierde organisaties. Aangezien het Horizon-programma graag internationale samenwerking tussen de wetenschappelijke wereld en de praktijk financiert, mits het project Europees burgerschap en de verspreiding van Europese waarden in de doelstelling opneemt, is er eigenlijk nauwelijks een reden te verzinnen waarom deelname aan Horizon geen absolute prioriteit geniet bij ambitieuze erfgoedinstellingen.
De in dit nummer besproken middelfunctie zal zonder enige moeite opgenomen kunnen worden als een afgeleide doelstelling van het project. Daarmee kan dan tevens de noodzakelijke innovatie van organisatie én beleid van de instelling onderzocht en gefinancierd worden, zodat tegemoetgekomen wordt aan de hartenkreet van de voorzitter van de Raad voor Cultuur, Kristel Baele, die zij op 16 december 2022 met nadruk uitte. Wie haar toespraak nog eens goed leest, ziet hierin een hernieuwde oproep aan de culturele wereld het ‘Advies agenda cultuurbeleid & culturele basisinfrastructuur’ van de Raad uit maart 2007 eindelijk serieus te nemen en zich te bezinnen op haar maatschappelijke rol. Uitdrukkelijk náást de primaire taak de artistieke of erfgoeddoelstelling te realiseren.
In 2007 werd de oproep van de Raad vrijwel genegeerd, een jaar later kon ook de minister van Cultuur, Ronald Plasterk, geen antwoord formuleren op een gerichte vraag uit de Commissie Cultuur over “cultureel burgerschap” (John Leerdam). De voorlopige conclusie moet welhaast zijn dat ook op het ministerie van OCW voor de toenmalige hartenkreet van de Raad geen belangstelling bestond.
Zou dat nu, 15 jaar later, anders zijn? Een rondgang langs podium- en erfgoedinstellingen leert dat er de laatste jaren, zeker bij een wat jongere generatie, op zeer verschillende manieren aandacht wordt besteed aan de rol die de instelling speelt in de directe omgeving. Kennelijk zien ook zij dat “we steeds meer bewust raken van de gedeelde opgaven waar we als samenleving voor staan” (Baele). Soms slaagt een nieuwe directeur erin om zich te “ontwikkelen tot dragende pijler in het lokale ecosysteem” (Baele).
De vraag hierbij is: hoe kunnen we de maatschappelijke relevantie daarbij adresseren? Deze vraag houdt niet alleen steeds meer presentatie-instellingen in binnen- en buitenland bezig, maar ook de verschillende sectororganisaties, zoals wel blijkt uit de diverse bijdragen aan dit nummer.
Het zou enigszins voorbarig zijn te veronderstellen dat de op zich bemoedigende toename van experimenten met de rol die kunst- en erfgoedinstellingen kunnen spelen als bevorderaar én stimulator van actief burgerschap nu opeens nieuwe praktijken zal introduceren. Voorlopig valt uit de toename van outputonderzoeken wellicht enige heroriëntatie op een mogelijke toekomstige rol- en taakaanpassing te vermoeden. Voor een serieus debat mét en gesteund dóór de sector en geschraagd door geslaagd transnationaal onderzoek is het waarschijnlijk nog te vroeg.
Gelukkig zijn er bemoedigende signalen afkomstig van enkele gemotiveerde presentatie-, research-, erfgoed- en opleidingsinstellingen die daar wat aan gaan doen. Zo is onlangs door een aantal van hen het initiatief genomen om door middel van praktijkonderzoek en gestaafd door gedegen wetenschappelijke onderbouwing de rol van de instelling van de toekomst te beschrijven en in de samenwerkende instellingen in praktijk te brengen. Zij gaan er vanuit dat herpositionering van de instelling onvermijdelijk met zich meebrengt dat productieve contacten met andere disciplines niet alleen een optie zijn, maar domweg onvermijdelijk.
Meer lezen
De ‘paukenslag’ uit Brussel: ‘Strengthening European Identity through Education and Culture’ (bijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van de leiders in Göteborg op 17 november 2017) COM(2017) 673 final: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=COM%3A2017%3A673%3AFIN
De brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31288, nr. 964): https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2022Z12415&did=2022D25614
Voor informatie over Horizon Europe, zie: https://ec.europa.eu/info/funding-tenders/opportunities/portal/screen/home
Voor de eerste Haagse cultuurrede door Christel Baele, zie: https://www.docdroid.net/RVN1e3W/eerste-haagse-cultuurrede-filmhuis-den-haag-16-december-2022-pdf
Algemeen: S. Austen, ‘Europees burgerschap en kunst en cultuur’, Openbaar Bestuur, januari 2013, blz. 22-26.