Selecteer een pagina

Concurrentievervalsing, of het begin van een prachtige vriendschap?

Beleid

Wie informatie zoekt over theater-voorstellingen, muziekuitvoeringen of films kan bij verschillende media: krant, Uitkrant, tv, tijdschriftladders – terecht. Internetsites hebben zich de laatste jaren echter ontwikkeld tot hét medium bij uitstek. Je vindt er immers niet alleen informatie, je kunt er via een algemene site ook gemakkelijk naar sites van theaters of podia doorklikken en kaarten bestellen. De diverse Uitburo’s zijn al enige tijd spelers op deze markt. Zij verzamelen een zo compleet mogelijk bestand met culturele informatie, voegen achtergrondinformatie toe en verspreiden dit via diverse kanalen. Maar er zijn ook andere, niet gesubsidieerde aanbieders. Een van deze aanbieders is On Stage Publishing. On Stage verzamelt en verspreidt de gegevens van cultuurpodia in Nederland, publiceert ze op de website OnStage.nl, en levert deze informatie aan kranten en websites. 

Klanten van On Stage nemen de geleverde content in licentie (dus betaald) af. Een van de belangrijkste klanten van On Stage was – tot voor kort – het Algemeen Dagblad. Nu dreigt er echter een vorm van concurrentie van diverse Uitburo’s in het land.

Het Nederlands Uitburo wordt incidenteel gesubsidieerd door het ministerie van OCW. De lokale Uitburo’s (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Maastricht etc.) worden meestal door hun eigen gemeente gesubsidieerd, onder meer om culturele informatie te verzamelen en te verspreiden. On Stage is op precies hetzelfde terrein actief, maar bekostigt zijn activiteiten via advertising op de eigen site en het aanbieden van uitinformatie in licentie aan derden.
De activiteiten op het gebied van syndicatie (aanlevering) van content van het Uitburo hebben ervoor gezorgd dat onlangs enkele klanten van On Stage, waaronder de Volkskrant en zeer recent het Algemeen Dagblad/Utrechts Nieuwsblad, zijn overgestapt naar het Uitrechts Uitburo. Het Uitburo maakt daarbij afspraken waarbij redactionele content gratis wordt aangeleverd en het AD dagelijks hiermee een cultuurpagina publiceert waarop het Uitburo zichtbaar is als afzender. Naar verluid zijn ook het Uitburo Rotterdam en Den Haag in onderhandeling met de desbetreffende versies van het Algemeen Dagblad, op dit moment eveneens klant bij On Stage, voor de aanlevering van uitpagina’s.
Volgens Jeroen Bakker, contentmanager bij On Stage, betreft het hier een vorm van oneerlijke concurrentie. Hij klom in de pen en stuurde een brandbrief naar enkele betrokken instanties, waaronder cultuurwethouder Gehrels en de gemeenteraad van Amsterdam, naar OCW en de Kunstraad en naar de wethouder voor cultuur van Utrecht.

Bakker stelt in deze brief dat, waar het gaat om het aanbieden van culturele agenda-informatie, de website van On Stage niet onderdoet voor het aanbod van Uitburo.nl. Voor het beoordelen van het onderhavige dispuut is het van belang om appels en peren van elkaar te onderscheiden. Immers waar On Stage alleen agenda informatie levert, verrijken de Uitburo’s hun gegevens met achtergrondinformatie. De geleverde content in Utrecht lijkt wezenlijk te verschillen van wat voorheen door On Stage werd aangeboden. Qua volledigheid lijken beide toeleveranciers elkaar (deels) aan te vullen. Een willekeurige check op 12 november levert On Stage voor Amsterdam 26 events (15 theater en 11 muziek) tegenover 187 in de AUB database. On Stage voorziet daarentegen landelijk in een lacune, omdat het bepaalde regio’s ‘covered’ die niet worden meegenomen door het Uitburo, simpelweg omdat er in die regio’s geen Uitburo aanwezig is (of de theaters niet aangesloten zijn). Daarnaast brengt OnStage.nl filminformatie, recensies en anderssoortige redactionele informatie. De nieuwe activiteiten die het AUB sinds enige tijd aanbiedt, zoals e-marketing en streaming media, zijn ook voor On Stage niet nieuw. Volgens Bakker is On Stage al jaren bezig met e-marketing en heeft het sinds enkele maanden een videowebsite.
Bakker wijst in zijn brief op de uitgebreide database van ruim 45.000 ingeschreven gebruikers, ongeveer evenveel als het AUB zegt te hebben. Het verschil is echter, aldus Bakker, dat On Stage dit aantal gebruikers heeft bereikt met een zeer kleine organisatie, waar het Uitburo dat heeft gedaan door middel van een netwerk van aangesloten Uitburo’s, VVV’s en ‘een bombardement van subsidies’.

Een citaat uit de brief van Jeroen Bakker:
‘Als ik het goed begrepen heb is de bedoeling van subsidies dat, en ik citeer nu even uit het advies van de Kunstraad: ‘taken worden vervuld die zich niet via de markt of door middel van marktwerking kunnen bedruipen’.
Bepaalde activiteiten van het Uitburo die de promotie van cultuur als doel hebben, zoals een ticketshop of de organisatie van de Uitmarkt, zijn nuttig en zullen niet snel door een andere organisatie worden uitgevoerd, en komen dan terecht in aanmerking om door de staat gesubsidieerd te worden. Andere activiteiten zoals het runnen van een uitgaanswebsite, het aanleveren van agenda’s en culturele tips worden en kunnen door andere organisaties worden verzorgd.
Mijn organisatie vervult een belangrijke functie op landelijk niveau, in de Randstad en Amsterdam en dreigt op dit moment zijn positie en bestaansrecht te verliezen door activiteiten van het Uitburo die totaal niet in lijn zijn met wat de markt (On Stage) al kan bieden. Het gratis aanbieden van informatie waar gewoon een prijskaartje aan hangt is direct concurrentievervalsend.  Graag uw reactie.’

Op 10 november 2008 ontving Bakker antwoord van de Utrechtse wethouder Cees van Eijk. Deze geeft in zijn brief een overzicht van de taken en doelstellingen van het Uitburo Utrecht en een overzicht van de samenwerking met het Algemeen Dagblad. Helaas gaat de wethouder niet in op het voor On Stage belangrijkste punt: de concurrentiepositie die het Uitburo inneemt op specifieke gebieden waar On Stage Publishing ook actief is, namelijk het online aanbieden van uitgaansinformatie en het aanleveren van uitgaansinformatie aan derden.
Bakker zegt niet te bestrijden dat bepaalde taken van het Uitburo, zoals kaartverkoop, belangrijke zaken zijn, die moeten gebeuren en die wellicht door andere partijen in de markt niet kunnen of worden ingevuld. Hij ziet echter niet in waarom het Uitburo, op de gebieden waar ook andere partijen op opereren, zijn content aanbiedt op een manier waar deze partijen niet tegenop kunnen concurreren.
Bakker in zijn reactie: ‘Als een partij voor zijn website uitgaansagenda’s wil op het gebied van theater, zal hij zich wenden tot de twee grootste spelers: het Uitburo of On Stage Publishing. Als deze partij vervolgens kan kiezen tussen uitgaansagenda’s in barter (vermelding van het logo van het Uitburo) of (betaalde) uitgaansagenda’s in licentie van On Stage, zal hij in de meeste gevallen kiezen voor het Uitburo. Het zal duidelijk zijn dat het Uitburo deze agenda’s niet gratis zou kunnen aanleveren als ze geen subsidie zou krijgen.
In het geval van het Algemeen Dagblad is de situatie nog veel duidelijker. De hoofdredacteur van het AD/Utrechtse Courant geeft aan mij specifiek aan dat een belangrijke reden om te kiezen voor het Uitburo het feit is dat zij een dagelijkse redactionele pagina GRATIS gaan aanleveren, en er zelfs nog geld bijleggen om hun logo erbij vermeld te krijgen. Het gaat er in dit geval ook helemaal niet om dat On Stage deze pagina niet zou kunnen vullen. On Stage is gespecialiseerd in het aanleveren van informatie op maat, en het levert ook informatie in alle kunstdisciplines. Het feit dat wij wel een voorstel mogen maken voor een pagina in de Amersfoortse Courant, met eenzelfde indeling en dezelfde disciplines, getuigt hier al van. De reden van de mogelijkheid voor ons om deze offerte te maken, is overigens dat het Uitburo nog niet actief is in Amersfoort en er voor ons nog mogelijkheden ‘zouden zijn’. Daarbij wordt door het AD wel vermeld dat het Uitburo informatie gratis (met naamsvermelding) aanlevert, m.a.w. of we daar in onze offerte rekening mee willen houden.
Ook wordt door het AD vermeld dat het Uitburo praat met het Uitburo Rotterdam en Den Haag – ook twee belangrijke klanten van ons – over een samenwerking op dezelfde basis. Als deze twee partijen overstappen zijn wij een groot deel van de inkomsten van onze belangrijkste klant, het AD, kwijt.’
In zijn antwoord aan Bakker zegt Van Eijck dat de samenwerking tussen AD/UN en het Utrechts Uitburo geen zaak is van de gemeente. Dat betwist Bakker: ‘Aangezien het Utrechts Uitburo gesubsidieerd wordt door de gemeente Utrecht, lijken mij de activiteiten die het Uitburo uitvoert en waar zij, hopelijk, rekenschap over moet afleggen, wel degelijk direct een zaak van de gemeente. De medewerker van het Uitburo die de pagina voor het Utrechts Nieuwsblad gaat maken wordt indirect immers betaald met subsidie van de gemeente.’

MMNieuws verzocht het Nederlands Uitburo om te reageren op de briefwisseling tussen Bakker en wethouder Van Eijck en ontving een schrijven van Pim Luiten, directeur van het AUB, die als spreekbuis van het NUB fungeert.
Luiten stelt dat het NUB een organisatie is ‘zonder structurele subsidie’ die geheel draait op eigen exploitatie en bijdragen van haar leden. ‘De leden van het NUB zijn de regionale Uitburo’s. Hun financiering verschilt per regio.’ Luiten: ‘Kern van de zaak is dat het AUB gesubsidieerd wordt omdat er voor de overheid een publiek belang wordt gediend door verspreiding van het complete culturele aanbod voor een zo breed mogelijk publiek. De data worden verzameld en verrijkt met neutrale informatie. Vervolgens worden deze data neutraal aangeboden. Doel is promotie van cultuurbezoek zonder winstoogmerk.
Van het AUB wordt verwacht dat haar agenda compleet en neutraal is en dat er met vele partners wordt samengewerkt om deze informatie zo adequaat mogelijk te verspreiden. Dat de data ook tegen marktconforme prijzen aan anderen worden aangeboden doet niets af aan de publieke functie. De gegevens zijn in de eerste plaats bestemd voor de eigen kanalen van de Uitburo’s, daarvoor wordt subsidie ontvangen.
Dit publieke doel verschilt van OnStage. Zij zijn immers een commerciële organisatie en voeren die informatie in die voldoende is voor commerciële exploitatie.’

In deze MMNieuws wordt in verschillende artikelen ingegaan op mogelijke vormen van samenwerking tussen culturele instellingen en het bedrijfsleven. En het is opmerkelijk en interessant dat wij hier kunnen vermelden dat het NUB/AUB niet afwijzend staan tegenover een idee van samenwerking met On Stage – iets waarvan Bakker zegt dat hij daarover beide partijen een voorstel heeft gedaan, maar waarvan Luiten meldt dat hij dat pas voor het eerst via de redactie van MMNieuws heeft vernomen.
Pim Luiten in zijn reactie aan de redactie van MMNieuws: ‘Overigens meld ik jullie zowel namens NUB als AUB dat het ons bevreemdt dat een idee over samenwerking op deze manier tot ons komt. Wij zijn door OnStage hierover niet eerder benaderd, maar vanzelfsprekend staan wij open voor verkennende gesprekken over samenwerking.’

Wij zijn benieuwd wat het vervolg zal zijn van deze briefwisseling. Wie weet is die zelfs het begin van een prachtige vriendschap?

Auteur: Redactie MMNieuws Reageren? redactie@mmnieuws.nl

468

Reactie verzenden

Share This