Selecteer een pagina

Congresverslag: IFEA (International Festivals & Events Association), mei 2003 in Rotterdam; Evenementen Beleid en Belang

rubriek: congresverslag

Algemeen

Tijdens het jaarlijkse mei-congres van de IFEA in Hal 4 te Rotterdam werd Dordrecht uitgeroepen tot nieuwe evenementenstad van het jaar. Daarmee passeerde Dordrecht de gedoodverfde nummers 1 en 2, Rotterdam en Almere. Dordrecht heeft volgens de jury in slechts enkele jaren een goed werkend ondersteunend beleid ten aanzien van evenementen ontwikkeld. Kennelijk heeft de stad minder te lijden van de negatieve tendensen waar evenementen volgens de sprekers op de IFEA-dag mee te maken krijgen: verdringing door concurrentie, toenemend kopieergedrag, afnemende sponsoring en subsidies onder druk, terwijl de kosten alsmaar stijgen.

Directeur Ton Ummels van Stadspromotie Almere opende de dag traditioneel met de definitie van een evenement: een merk-waardige gebeurtenis. Hij koos als invalshoek voor de themadag dat we in moeilijker tijden verkeren: zowel economische als bestuurlijke tegenwind. Gemeenten zorgen voor een steeds strakker vergunningenbeleid en brengen steeds meer kosten in rekening. Dat de ontwikkeling van de beleveniseconomie veel had opgeleverd (werkgelegenheid, professionalisering) stemde hem positief. Het was immers de laatste vijf jaar feest geweest.

Hoe kunnen we zoveel mogelijk overeind houden van wat we in de afgelopen jaren bereikt hebben, terwijl het ergste nog moet komen? Volgens de eerste key-note spreker Johan Moerman, directeur Rotterdam Festivals, krijgen vooral (te) kleine organisaties het moeilijk. Ondernemend, slim in fondsenwerving en met een onderscheidend product kunnen festivals meegaan in de onderliggende trend die volgens Moerman positief is. De wereld blijft volgens hem steeds meer festivaliseren en steden kunnen met evenementen hun beleidsvoornemens snel en flexibel concretiseren.

De organisatie moet dan wel oog hebben voor de sociale component van het eigen product. In de vaktiteratuur zijn de laatste tijd steeds meer bijdragen te lezen over het belang van binding tussen evenement en samenleving. Als je je in een stad of regio kunt wortelen levert dat ook meer financiering op. Dit werd bewezen door Martin de Vries, directeur
citymarketing Haarlem en vanwege zijn netwerk gevraagd door de burgemeester om Haarlem Bevrijdingspop te redden van de ondergang.

De Vries gaf een hier en daar cynische tour dhorizon: Haarlem was een ingeslapen praat-stad, ook al wordt er meer in evenementen genvesteerd dan vroeger. Als de bierpompen maar kunnen draaien betaalt de horeca wel mee, en als Sint Nicolaas zijn intrede doet in Haarlem (meer dan 25.000 bezoekers!) organiseren de winkeliers het zelf. Alleen gebeurde er nooit eens iets voor de jeugd. Zo is Bevrijdingspop ontstaan. Dat is langzaam uitgegroeid tot een breed festival met een vrijgevochten organisatie. Totdat de fiscus vragen ging stellen… De gemeente heeft toen het voortouw genomen om de organisatie te professionaliseren. Dat wil zeggen dat professionals gevraagd werd om hun diensten ter beschikking te stellen en als vrijwilliger in het bestuur plaats te nemen. Alleen voor de productie werd een bureau ingehuurd dat jaarlijks 250 vrijwilligers op de dag zelf moet aansturen.

Ook in Haarlem steunt het nieuwe concept Bevrijdingspop op een belangrijke sociale component. Met wortels in de samenleving (bestuur van prominenten uit diverse geledingen) kun je van alles om niet vragen aan het bedrijfsleven en heb je een sterk argument naar de (lokale) overheid. Als evenement heb je immers te lijden van een voorwaarden stellende overheid, die anderzijds koketteert met je uitstraling. Maar hoewel Bevrijdingspop kan beschikken over een brede basis en een goed netwerk is de horeca nog niet zover dat ze een Bevrijdingspop-bijdrage per pilsje kan missen.
Directeur van LaGroupe (Leisure en Arts Consulting) Stephan Hodes kun je als spreker bijna niet ontlopen, aldus dagvoorzitter Ummels. LaGroupe voorziet de culturele en vrijetijdssector van onderzoek. Het heeft onlangs Amsterdam vergeleken met Barcelona en Dublin door middel van een zogenaamde quickscan. Hodes voorziet de noodzaak voor gemeenten om strategische keuzes te maken. En daar ontbreekt het nogal eens aan. In Dublin heeft men gekozen voor communicatie gericht op de lokale bevolking. Die moet ambassadeur worden voor de eigen stad. Mond op mond reclame en free publicity zijn immers de krachtigste instrumenten bij citymarketing.

Hodes ziet het belang van evenementen voor een stad vooral in de bindende werking (ook met omliggende collega-steden) en interne transformatie (afdelingen van het apparaat die weer gaan samenwerken). De beleveniseconomie heeft volgens hem zijn beste tijd gehad. We gaan meer op zoek naar betekenis en uiteindelijk naar bezinning.

IFEA Europe,
Joost ter Waarbeek,
tel 06 12998682
www.ifeaeurope.com

Auteur: Menno Heling
468

Reactie verzenden

Share This