Op 1 mei 2003, op de kop af tien jaar na de toegang tot internet voor particulieren, werd in het Groninger Museum een seminar gehouden over musea, internet en marketing. Aan de hand van een aantal stellingen, die via sms direct werden gepubliceerd, discussieerde het gezelschap over de toekomst van internet binnen de museumwereld.
Spreker Bert Mulder, directeur van De Informatiewerkplaats, voorspelde dat over een jaar of acht mensen 24 uur per dag online zullen zijn. Musea, maar ook scholen, gemeentehuizen en tal van andere instellingen zullen functioneren zoals radio en televisie nu. Musea moeten zich meer en meer de vraag stellen waarom bezoekers bij hen zouden blijven hangen. Ze moeten daarom nu al goed nadenken over de strategie, architectuur en systeemkeuze bij het bouwen van hun internetsite. Belangrijkste stelling hier was: het virtuele museum is straks belangrijker dan het echte museum. 56% van de aanwezigen was het met deze stelling eens, 44% oneens.
Hans Veldhuizen van Indictis Ventures ging vervolgens in op het onderwerp meten is weten. Sites kunnen effectiever, rendabeler en doelgroepgerichter gemaakt worden door het gedrag van bezoekers te volgen en de navigatie daarop af te stemmen; uit welk land komen de bezoekers, welke paginas worden het best bezocht, komt het bezoek werkelijk tot een actie in de vorm van een inschrijving of koop of raakt men ergens de weg kwijt? Als stelling gold hier: musea moeten hun internetsite commercieel inzetten; de site moet geld opleveren in plaats van geld kosten. Eens: 75%, oneens 25%.
Peter Swinkels van het Amsterdams Uit Buro (AUB) ging als laatste spreker in op de mogelijkheden van online transacties. AUB maakt uitgaan makkelijk is de missie van het Amsterdams Uit Bureau. Wij maken het niet goedkoper of beter, maar wel makkelijker doordat alle uitgaansdata in n database zitten. Zoeken en direct boeken, maar ook het zoeken naar aanleiding van horen zeggen is mogelijk. Daarnaast worden er alternatieven geboden voor theaters in de eigen omgeving. Vooralsnog in de vier grote steden, maar de bedoeling is een partner te zijn voor alle andere steden met een gelijke doelstelling. Stelling: voor de culturele sector biedt een brede portaalstrategie in combinatie met hoogwaardige direct mail de beste mogelijkheden om nieuw publiek te vinden en te behouden. Eens: 88%, oneens: 4%.
De forumdiscussie spitste zich bij het publiek toe op de hoge investering voor musea. Musea worden afgerekend op fysieke bezoekersaantallen en niet op virtuele. Volgens Hans Veldhuis moeten musea kijken naar wat er al uitgevonden is en dit gebruiken. Ook raakt het volgens hem steeds meer geaccepteerd dat men betaalt voor waardevolle content en content op maat.
Peter Swinkels suggereerde: Het is een illusie ervan uit te gaan dat je geld kunt verdienen met internet. Hoogstens kun je schaalvoordelen behalen en kosten besparen door je eigen informatie zo te organiseren dat je niet voor elke site waar men jouw informatie kan vinden nieuwe teksten moet schrijven en nieuw beeld moet laten maken. Bert Mulder zette daarnaast dat musea breed en creatief moeten denken in de keuze van portals. Ze moeten naast geografische en culturele portals ook kiezen op onderwerp of expertise.
Openingstijden Groninger Museum: di t/m zo en op
feestdagen van 10.00-17.00 uur,
juli en augustus op maandag van 13.00-17.00 uur
