Selecteer een pagina

Congresverslag: Shaping the future of City Tourism

rubriek: congresverslag

Algemeen
Van 19 tot 22 juni jl. vond in Wenen de conferentie Shaping the Future of City Tourism plaats. Maar liefst 45 professionals lieten in hun inleidingen hun licht schijnen op de toekomst van het stedelijk toerisme in Europa.


De organisator, European Cities Tourism (ECT), mikte er met deze conferentie op wetenschap en toeristische branche met elkaar te confronteren. Indien beleidsmakers en ondernemers weten wat er vanuit de vraagkant te verwachten valt, kunnen zij daar beter op inspelen. Uit een waaier van presentaties die een vooruitblik over de
toekomst wierpen, tekende ik de volgende opvallende zaken op:

– Uit 1 miljoen enqutes afkomstig van IPK International, geeft 29 % van alle Europeanen aan binnen nu en 2004 een (korte) stedenvakantie buiten eigen land te gaan ondernemen een sterke stijging in vergelijking met vorige metingen. Van alle soorten vakanties scoort alleen de zomerzonvakantie hoger (44 %). Ondanks alle trendberichten over onthaasting, actief, gezond, eco- en avontuur blijken vakantiegangers in de praktijk toch de drukke stedelijke tombola te verkiezen. Het valt dus nog wel mee met die opgebrande Europeaan. Onthaasten en uitrusten doet hij thuis wel.
-In 2001 ging er zo’n 1 27 miljard aan bestedingen, gerealiseerd in 233 miljoen overnachtingen, om in Europees stedelijk verblijfstoerisme door Europeanen buiten hun eigen land. Nederland pakt hier grofweg zon 2 tot 3 % marktaandeel van mee. Omdat de index (1994 = 100) vorig jaar op 140 stond, impliceert dit een daling voor ons land.
– Bijna 50 % van alle citytrippers schakelt de reisindustrie in. In tegenstelling tot wat misschien verwacht is de citytripper niet die museumverslaafde waar hij nogal eens voor doorgaat verre van. De meeste citytrippers ‘slenteren’ eigenlijk het liefst en staan bewust open voor allerlei onverwachte ervaringen. Juist in een drukke microkosmos als de Grote Stad verwacht hij dit ook. Hij is wel gevoelig voor groene longen en een afvalvrij straatbeeld. Steden worden dus toeristisch interessanter naarmate ze een kritische massa aan ongeregisseerde en ietwat chaotische pluriformiteit bieden.

ECT is een samenwerkingsverband van stads-VVV’s, terwijl de aanwezige wetenschappers meer een sociologische achtergrond hadden. Hierdoor ontbrak een helder beeld over de groei van het stedelijk toeristisch aanbod van de afgelopen jaren in haar relatie tot de gestegen index van city breaks. Groei van bestedingen is n aspect, de investeringen die deze groei opgewekt hebben een andere. Dit vormde een duidelijk manco in de hele opzet, die een (pro-toeristische) kosten/baten argumentatie in de richting van allerlei investerende decisionmakers in de weg staat. Overheden en – bijvoorbeeld – banken willen toch wel iets meer weten dan louter de vraagontwikkeling en het activiteitenpatroon van ‘stadstoeristen’ alvorens ze investeringsbudgetten vrijmaken. Zo is Barcelona anno nu een grote toeristische hit, ook al balanceert de gemeente al jaren op het randje van faillissement.
Dit werd nog eens onderstreept in een voortreffelijke inleiding van Eulogi Bordas, Catalaans consultant. Bordas verwierp het idee van stedelijk toerisme als grote geprogrammeerde sociale machine die nog verder ontleed moet worden. Tabellen met percentages zijn volgens hem geen geschikt vertrekpunt voor product- en dus belevingsdifferentiatie, creatieve en ondernemende geesten des te meer. ‘Toerisme is beslist maakbaar.’ Toerisme bestaat in de optiek van Bordas met name bij de gratie van het opwekken van nieuwsgierigheid dat tot reizen aanzet. ‘Geef hen die het vermogen hebben om de fantasie van mensen te prikkelen ruim baan, of dat nou in de culturele sector, het shopping-aanbod, de event industry of het horecawezen het geval is. Toeristische belangstelling zal uw oogst zijn.’
En zo is het maar net. De man kreeg een langdurige ovatie, ook van de aanwezige sociale wetenschappers.

Auteur: Wouter Weyers/TRN w.weyers@avn.nl
468

Reactie verzenden

Share This