Selecteer een pagina

Congresverslag: Vrijetijd en Integratie

Algemeen

Vrijdag 7 september 2001 verzamelde zich in het Provinciehuis van Zuid-Holland te Den Haag een kleurrijk gezelschap. Deelnemers en sprekers van verschillende nationaliteiten waren aanwezig bij het congres Allochtonen en innovatie in vrijetijdsbesteding, georganiseerd door de Stichting Stimulans, Sport en Recreatie van de Gemeente Rotterdam samen met de Vereniging voor de Vrijetijdssector. Een impressie.

Intergratie of assimilatie
Nederland is een paradijs. Een paradijs van Oranje, zo begon Ruben Gowricharn, verbonden aan het Instituut voor Migratie en Etnische Studies aan de Universiteit van Amsterdam, zijn lezing. Gowricharn doelde daarmee op de hoge levensstandaard in Nederland en de grote mate van sociale en politieke veiligheid. Nederlanders willen niets liever dan dit paradijs in zijn oorspronkelijke vorm behouden. Wanneer zij over integratie van allochtonen spreken, bedoelen zij dan ook vaak assimilatie. Nederland heeft het tijdperk van verzuiling en diversiteit achter zich gelaten. Tegenwoordig hangt men het idee aan dat mengen moet, want verschillen zijn bedreigend en overeenkomsten brengen rust.
Ter bevordering van integratie, lees assimilatie, bepleiten velen een strategie van bevordering van contact tussen allochtonen en autochtonen, onder andere in de vrijetijd. Gowricharn vroeg zich af of dat wel zinvol is. Dient er niet eerst gekeken te worden of er wel sprake is van eenzelfde perceptie met betrekking tot vrijetijdsactiviteiten? Vervullen vrijetijdsactiviteiten voor allochtonen wel dezelfde functies als voor autochtonen? Gowricharn hield een pleidooi voor een gedifferentieerde kijk op vrijetijdsbesteding en dan niet alleen wat betreft bevolkingsgroepen, maar ook naar sociale laag. Alleen dan kan vrijetijd wellicht in worden gezet als middel tot een succesvol integratiebeleid.

Meeting point of melting pot?
Nanne Boonstra werkt bij de leerstoel Wetenschappelijke Grondslagen van het Opbouwwerk aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Hier onderzoekt men verschillende sectoren, onder andere de vrijetijdssector, op hun bijdrage aan sociale integratie. Met de titel van zijn betoog Vrijetijdsbesteding: Meeting point of melting pot? refereerde Boonstra aan onze verwachtingen ten aanzien van vrijetijdsbesteding. Zijn we tevreden met het creren van ontmoetingsmomenten in de vrijetijd of verwachten we dat het verder gaat, bijvoorbeeld dat er cultureel gemengde vriendschappen ontstaan tijdens vrijetijdsbesteding? In dat laatste geval kan de vrijetijdssector bijdragen aan intergratie. De vraag is of er van vrijetijdsbesteding een integrerende werking uitgaat en of dat wenselijk is. Uit recente onderzoeken blijkt dat allochtonen minder deelnemen aan georganiseerde vrijetijdsactiviteiten dan autochtonen. Uit een nadere analyse van Boonstra en Andr Krouwel blijkt echter dat allochtonen weliswaar minder participeren in georganiseerde vrijetijdsactiviteiten, maar dat ze vooral anders participeren. Is een pleidooi voor een integrerende werking van vrijetijdsactiviteiten dan wel realistisch? Verder laten Krouwel en Boonstra zien dat de verschillen in vrijetijdsbesteding tussen allochtone en autochtone Nederlanders minder voortkomen uit culturele- en smaakverschillen, en meer uit structurele verschillen tussen de bevolkingsgroepen, namelijk inkomen en opleiding. Concluderend stelde Boonstra dat de dominantie van het ideaal van de meltingpot plaats dient te maken voor die van het meeting point. Het stimuleren van deelname aan vrijetijdsactiviteiten an sich moet belangrijker zijn dan de vraag of het in homogeen of in heterogeen verband gebeurt. Het beleid dient tegemoet te komen aan de etnische behoefte om in de vrijetijd onder elkaar te zijn.

Vrijetijdsbesteding en culturele diversiteit
Tot slot kreeg Wilfred Campbell van Studia Interetnica Research en auteur van het rapport Vrijetijdsbesteding en culturele diversiteit, een vizier op cultuurparticipatie, openluchtrecreatie en sport het woord. Campbell verzet zich sterk tegen de veelgehoorde uitspraak dat de tweede generatie allochtonen wat deelname aan vrijetijdsactiviteiten betreft steeds meer op autochtonen lijkt. Een dergelijke gevaarlijke uitspraak kan leiden tot bezuinigingsmaatregelen. Campbell hield een pleidooi voor het handhaven van de huidige voorzieningen voor deze groep. Ook raakte hij aan de discussie over sociale cohesie. Relaties zijn erg belangrijk ter bevordering van interetnisch contact en voor het uitwisselen van begrip voor elkanders cultuur. Voor zover vrijetijdsbesteding hier een bijdrage aan kan leveren, is deze zeker waardevol.

Na de pauze verdeelden de deelnemers zich over drie workshops met de onderwerpen cultuur, recreatie en sport. Tijdens deze sessies kregen zij de kans om te leren van de good practices die de verschillende sprekers aanhaalden.
Kenneth Woei-A-Tsoi, directeur van de Stichting Stimulans sloot de dag af met de opmerking dat het laatste woord over het onderwerp allochtonen en vrijetijdsbesteding nog niet is gesproken, maar dat het congres een duidelijke impuls heeft gegeven aan de discussie over de problemen rond dit onderwerp.

Auteur: Alwiene Cornelissen – A.Cornelissen@KICrecreatie.agro.nl

468

Reactie verzenden

Share This