Selecteer een pagina

Congresverslag: ‘What’s going on in retailing?’

rubriek: congresverslag

Algemeen

Dit jaar vond in Noordwijkerhout op 17 april What’s going on in retailing? plaats. Zoals elk jaar levert Goos Eilander van NFO-Trendbox een belangrijke bijdrage aan dit congres. Zijn tegenspeler was Jeroen Hunfeld van Koninklijke VendexKBB. Samen spraken zij onder andere over het warenhuis als omgeving voor entertainment. Dion Kooijman van de TU in Delft doet verslag.

Het retailingcongres Whats going on in retailing? was dit jaar vooral het strijdtoneel van Jeroen Hunfeld van Koninklijke VendexKBB en Goos Eilander van NFO-Trendbox. Inzet van de discussie was de positie van het warenhuis in het algemeen en Vroom & Dreesmann in het bijzonder.
VendexKBB is het bedrijf dat behalve V&D ook Hema, De Bijenkorf en een aantal andere winkelformules onder zijn hoede heeft. In de weken voorafgaand aan het congres heeft het bedrijf de nodige media-aandacht gehad. Zo heeft Hunfeld namens VendexKBB laten weten dat het concern 12 van de in totaal 26 winkelformules heeft verkocht. Ook wordt V&D gereorganiseerd. Daarbij worden voorraden versneld afgeboekt, winkelbeeld en reclame krijgen een nieuwe inhoud. En niet alle vestigingen zullen het karakter van een algemeen warenhuis blijven houden; een tiental zal het karakter van grote koopjeskelder krijgen.
Eilander zette zoals altijd behendig maatschappelijke trends en uitkomsten van consumentenenqutes in n kader. Sinds 1997 zeggen steeds meer mensen tegen de interviewers van NFO-Trendbox dat zij eigenlijk een hekel hebben aan warenhuizen. Specifiek voor V&D geldt, aldus Eilander, dat de kopers de wijk hebben genomen naar bouwmarkten. Ook in het modesegment zijn er sterke concurrenten. Niet onbelangrijk tenslotte is dat de conversie is teruggelopen. Dat wil zeggen dat de consument er nog wel komt, maar er steeds minder koopt. Die teruglopende conversie, zo liet Eilander zien, is niet van vandaag of gisteren. De neergang is in 1999 al ingezet.

Allemaal efficinter
Consumenten hebben weliswaar minder waardering voor het fenomeen warenhuis, maar de waarderingscijfers zitten nog steeds rond het gemiddelde. Datzelfde geldt voor supermarkten. De hekel is dus alles bij elkaar genomen niet erg groot. Veel uitgesprokener zijn consumenten over het combineren van de boodschappen en het vermijden van drukke uren. Het moet duidelijk allemaal efficinter. Wat de consequenties hiervan zijn voor het warenhuis en Vroom & Dreesmann, zei Eilander er niet bij. Zijn doel was in ieder geval om een aantal relevante aspecten transparant te krijgen.
Hunfeld had als vertegenwoordiger van een beursgenoteerd concern wat te verdedigen. Warenhuizen zijn er al sinds het einde van de negentiende eeuw en het einde van dit winkeltype is nog lang niet in zicht. En een warenhuis is een prima omgeving voor entertainment, aldus Hunfeld. Met het commercieel succes van Hema en De Bijenkorf heeft hij het gelijk voor een deel aan zijn zijde. Hema zit al in het buitenland en het concern ziet elders ook mogelijkheden voor De Bijenkorf. Deze resultaten onderstrepen de mogelijkheden voor de nabije toekomst.
Toch maakte het vervolg van zijn uiteenzetting duidelijk dat de formule Vroom & Dreesmann de nodige zwaktes moet overwinnen wil ze overleven. Bij de goederenbeheersing signaleerde Hunfeld te weinig actualiteit, te veel promotieactiviteiten en te lage omloopsnelheden. Het imago wordt onder meer gekenmerkt door een vlak assortiment en onvoldoende merkbeleving van de huismerken. Hunfeld etaleerde ter compensatie de sterktes van het warenhuis. Want V&D heeft maar liefst een 70-tal winkels op toplocaties, 2,6 miljoen bezoekers per jaar, grote naamsbekendheid, goede kostenbeheersing en gezonde brutomarges. Hij wees tenslotte op de successen van La Place en Le March.
Zo komen we bij ht kenmerk van warenhuizen waarvan Hunfeld vindt dat er kansen liggen: entertainment. Het aandeel food is daarin overigens niet onbelangrijk. Daarmee staat het huidige Vroom & Dreesmann natuurlijk ver af van zijn negentiende-eeuwse voorganger.
De case Vroom & Dreesmann paste goed in het belangrijkste thema van het symposium: herschikking van de portefeuille van retailorganisaties. Tegelijkertijd werd duidelijk dat een dergelijke herschikking zeer complex is.

Auteur: Dion Kooijman D.C.Kooijman@bk.tudelft.nl
468

Reactie verzenden

Share This