Ondernemen vraagt om vernieuwing, maar creatief MKB’ers zijn daar niet goed in. Voor vernieuwing moet je weten waar je staat en wat je opties zijn. Dat vraagt om bezinning, onderzoek en experiment. Creatief ondernemers laten op grote schaal na om onderzoek te doen naar bijvoorbeeld nieuwe werkwijzen, nieuwe financieringsmogelijkheden of het matchen met andere branches. Wie goed naar de resultaten kijkt van het onlangs gepubliceerde onderzoek en de strategische opties voor het creatief MKB (C-MKB), ziet een kluwen van netwerken, maar van innovatief ondernemerschap in de creatieve sector is vrijwel geen spoor te vinden. Wat is er aan de hand? Buzzing zonder business?De verklaring voor die minder dan matige vernieuwingsdrang is wellicht simpel. Soms is onderzoek kostbaar en bijna altijd is het tijdrovend. Bovendien moet je eerst een globaal beeld hebben van wat je met je onderzoek bereiken wilt. En het is vooral deze notie van nieuw perspectief waaraan het bij het C-MKB ontbreekt, eenvoudig omdat het zelden tijd neemt voor bezinning en strategische overwegingen.
Onnodig wellicht? Creatief ondernemers vernieuwen vanzelf al? Een riskante stelling. Vooral omdat in de huidige omstandigheden voor de innovatie van economie en samenleving de hoop nadrukkelijk op de creatieve sector is gevestigd.
Als de creatieve sector van dit vertrouwen gebruik wil maken, zullen C-MKB’ers moeten laten zien hoe die vernieuwing werkt. Het in mei dit jaar gepubliceerde onderzoek dat Via Traiectum in opdracht van SIA heeft gedaan, brengt de strategische opties voor het C-MKB in kaart. Het laat zien dat kansen voor innovatie door de creatieve sector tot nu toe slecht worden benut. Het onderzoek maakt duidelijk dat de creatieve industrie veel wordt genoemd als innovatiekracht maar ook dat voorbeelden van daadkrachtig en samenhangend ondernemerschap amper zijn te vinden.
Als het C-MKB de veronderstelde innovatiekracht wil ontplooien is het nodig om kennis, ervaringen en informatie uit te wisselen. Zelfbewust, samenhangend en sectoroverstijgend. Om inzichten voor nieuw perspectief op gang te brengen zijn netwerken effectief. Het onderzoek toont aan dat er voor het C-MKB ruime mogelijkheden zijn om elkaar tegen te komen. De inventarisatie laat zien dat er minstens 255 netwerken zijn die relevant zijn voor het C-MKB (peildatum 31.12.2008), van instellingen voor onderwijs, onderzoek en kennisspreiding tot evenementen, overheidsprogramma’s en informatiebronnen.
Het lijkt echter duidelijk dat deze netwerken door het C-MKB onvoldoende benut worden voor het realiseren van innovatieve doelstellingen. Individuele of breder georganiseerde innovatieve projecten zijn schaars. Hetzelfde geldt voor visieontwikkeling en onderzoek.
De eersten die zich deze stroeve gang van zaken moeten aantrekken zijn de onderwijsinstellingen. De kloof tussen opleiding en praktijk is in verschillende opzichten onverantwoord groot. Het curriculum van afgestudeerden aan het kunstvakonderwijs sluit onvoldoende aan op de eisen van het ondernemerschap, maar ook de breuk tussen opleiden en praktijk beoefenen is te strikt. Opleidingen zouden meer oog moeten hebben voor after sales. Een goed alumnibeleid zou daaraan kunnen bijdragen. Vooral is een actief programma gewenst waar jonge creatief professionals vanuit hun beroepsbeoefening gebruik van kunnen maken. Te denken valt aan aanvullend opleiden, coaching, advisering, netwerken en kennisverspreiding. De hogescholen moeten verder meer onderzoek doen naar bijvoorbeeld de vraag hoe creatief kapitaal te benutten valt; wat de kenmerken zijn van succesvol alumnibeleid voor het C-MKB; wat de rol van de hogescholen kan zijn bij het succesvol matchen van C-MKB en het overige bedrijfsleven; onderzoek naar scherpere presentatie van de potentie van het C-MKB. En vanzelfsprekend moeten hogescholen zorgen dat deze kennis actief naar het C-MKB ontsloten wordt.
Een beter gebruik van de 255 netwerken is ook een uitdaging voor de C-MKB’ers zelf. Download het rapport en loop de lijst van 255 netwerken eens langs. Er zullen initiatieven zijn waar je het bestaan nog niet van kende en andere waar je zo mee vertrouwd bent dat je wellicht de kracht ervan vergeten bent. Voor elke C-MKB’er geldt dat een levend netwerk functioneert als bron voor nieuwe contacten, nieuwe klussen maar ook nieuwe ideeën en strategische overwegingen. Denk hierbij niet alleen aan de georganiseerde ontmoetingsplaatsen, maar stap ook actief op partijen af. Een van die partijen is de hogeschool waar je bent afgestudeerd. Wacht niet op een beter alumnibeleid, maar trek als oud-student zelf aan de bel, bijvoorbeeld om onderzoek te mogen raadplegen. Jaarlijks studeren er tientallen jonge collega’s af die onderzoek hebben gedaan naar spannende aspecten in de markt. Bovendien zijn er op verschillende hogescholen programma’s opgestart die de kloof moeten dichten tussen onderwijs en praktijk.
Wacht niet af, maar onderneem. Er zijn minstens 255 deuren om eens open te trekken.
Auteur: Erik Uitenbogaard Erik Uitenbogaard is afgestudeerd als grafisch vormgever en master strategisch management. Hij is gastdocent en supervisor voor de HKU, faculteit Kunst en Economie, vennoot van Creatief Bureau Via Traiectum en projectleider van het onderzoek ‘4i-Primo’.