Selecteer een pagina

Culturele Hoofdsteden met uithoudingsvermogen

Beleid, Marketing

Het concept van Europese Culturele Hoofdstad, ontstaan in 1985, is nog steeds springlevend. Amsterdam was het al snel in 1987 en Rotterdam in 2001. Utrecht, Maastricht, Haarlem en Almere opteren voor de titel als Nederland (tezamen met Malta) in 2018 opnieuw aan de beurt is. In Essen, dat samen met het Turkse Instanbul nu al zeker Culturele Hoofdstad 2010 wordt, worden de messen geslepen. Europa zal een voorbeeld gepresenteerd krijgen van een klinkende transformatie: van een verlopen industrieel Ruhrgebied naar een creatieve, innovatieve Europese topregio. Tenminste als het aan de bestuurders van stad, regio en Land (Nordrhein-Westfalen) ligt. Die bestuurders voelen zich gesterkt door een lijstje vooraanstaande industrieën In Europa waar de creatieve industrie op de vierde plaats komt met het grootste aantal ondernemingen.

Op 17 en 18 september 2007 had Essen een (inter)nationaal gezelschap opgetrommeld om deel te nemen aan het programma KulturWirtschaft 2007, met de ronkende ondertitel Wandel durch Kulturwirtschaft-Perspektiven einer Zukunftsbranche.
Vanuit Nederland gaf Bert van Meggelen, oud-intendant van Rotterdam 2001, leiding aan een discussie over de impact van culturele hoofdsteden. Robert Marijnissen, senior beleidsmedewerker kunst en cultuur van de gemeente Amsterdam, sprak over de ontwikkeling van Amsterdam als creatieve stad en ondergetekende nam het aandeel van het cultureel en creatief ondernemen voor zijn rekening.
De inbreng van Allen J. Scott, hoogleraar aan de UCLA, leverde een nieuw gezichtpunt voor het Rurhrgebied op. Scott gaf aan niet zo geporteerd te zijn van Richard Florida, die zich geheel richt op een creatieve klasse in een bepaalde stad als aanjager van economische groei. Hij wees erop dat zon creatieve klasse niet per definitie economisch productief hoeft te zijn. Hij riep zijn gehoor uit het Ruhrgebied dan ook op om vooral verbindingen aan te brengen tussen de traditionele maakindustrie en de creatieve bedrijvigheid om voor welvaart en banen te zorgen.

In mijn eigen sessie over ondernemerschap kwam Ann Markusen, hoogleraar aan de Universiteit van Minnesota, met interessant onderzoeksmateriaal. Markusen liet zien dat in Amerika een heuse beweging rond artistic entrepreneurship aan het ontstaan is. De Amerikaanse sector kent vanwege een grote staatsonthouding geen algemene culturele infrastructuur. Bijgevolg wordt veel accent gelegd op ondernemerschap en zelforganisatie. In allerlei steden ontstaan branchegerichte kunstenaarscentra, die kunstenaars helpen met het maken van ondernemingsplannen, het ontwikkelen van alternatieve banen en het verzamelen van fondsen. Enkele bekende centra zijn het Center for Cultural Innovation in Los Angeles, Minnesotas Springboard for the Arts en Seattles Artists Trust.
Markusen begeleidt dergelijke centra en doet veel onderzoek, bijvoorbeeld naar de mogelijkheden van het verkrijgen van nieuwe beroepskwalificaties voor ondernemende kunstenaars. Uit dat onderzoek blijkt dat ongeveer 50% van de beeldend kunstenaars een tweede kunstvorm als beroep heeft ontwikkeld. Een groot probleem voor het ontwikkelen van een ondernemende praktijk is dat beeldend kunstenaars voornamelijk individueel werken en tot nu toe nog weinig allianties met hun omgeving aangaan.
Terug naar de Nederlandse situatie. Welke steden maken kans op het predikaat Europese Culturele Hoofdstad 2018? De vraag is of daarbij het accent moet liggen op de creatieve industrie. Utrecht dacht al snel als eerste te kunnen eindigen met het hoogste percentage creatieven onder haar bevolking (ruim 30 %). In 2013 viert de stad de Europese Vrede van Utrecht van 1713 en wie kan zich een mooier follow up denken dan Culturele Hoofdstad te zijn van heel Europa? Maar hardlopers zijn doodlopers, moet Maastricht gedacht hebben. Maastricht kwam later met zijn kandidatuur, daarbij sterk gesteund door de provincie en omliggende gemeenten. In 2008 beslissen ze in deze Euregio definitief over de kandidaatstelling. Haarlem is een underdog, net als Almere en ook de Brabant-steden hebben zich aangekondigd.
Desgevraagd somt kenner Bert van Meggelen tijdens de conferentie in Essen zijn voorlopig lijstje op:
1. Maastricht, ver weg van de Randstad en goede contacten met Luik en Aken.
2. Almere, spannend zon nieuwe Europese stad zonder geschiedenis,
3. Utrecht, wel Europa gericht maar nog geen specifieke identiteit.
Het kabinet hangt uiteindelijk de knoop door. Wie een stedelijk uithoudingsvermogen toont en een oorspronkelijk verhaal kan vertellen dat ver in Europa indruk maakt n gehoord wordt, zal er wellicht met de titel vandoor gaan. In 2010 kunnen we in ieder geval dichtbij in Essen, en verder weg in Instanbul als voorproefje het Europa van de verschillende culturen meebeleven. Wellicht maken we in dat jaar ook nog flarden mee van de creatieve industriehype, maar alom zal men met het oog op de toekomstige nominaties met iets vindingrijkers moeten komen.

Selected Industries in Europe

Industry Turnover Enterprises in billion Euro total

Food 791 281.824
Automobile 721 16.834
Chemical 601 31.421
Creative 556 1.394.162
Energy 534 14.880
Machinery 502 162.257
Textiles 206 224.184
Furniture 164 221.367

(Bron: Unesco Deutschland 2007/Eurostat 2002)

Auteur: Giep Hagoort giep.hagoort@central.hku.nl

468

Reactie verzenden

Share This