Selecteer een pagina

Cultuur 3.0: Back to the future

Algemeen
Een trieste aanleiding brengt ons hier bijeen, aldus Floor van Spaendonck, de kersverse directrice van Virtueel Platform. Met deze begrafeniszin opende zij de bijeenkomst die Virtueel Platform op 8 april in het Post CS gebouw in Amsterdam organiseerde onder de titel Cultuur 3.0, de toekomst van e-Cultuur in Nederland. Aanleiding? De drie e-Cultuur-instellingen STEIM, Mediamatic en Waag Society kregen een negatief vooradvies van de Amsterdamse Kunstraad. Blijkbaar heeft de buitenwereld geen duidelijk beeld over wat er binnen de e-Cultuursector omgaat. Deze bijeenkomst is dan ook ontstaan als een oproep tot meer helderheid en een noodkreet, aldus Van Spaendonck.


Virtueel Platform bestaat inmiddels tien jaar en heeft zich ontwikkeld van lobbyorganisatie tot een internationaal expertisecentrum. VP richt zich op de ontwikkeling en professionalisering van de e-Cultuursector. Op dit moment bereidt het zich voor op een derde fase als sectorinstituut voor de e-Cultuur. De speerpunten uit het beleidsplan 2009-2012 waren dan ook terug te vinden in het programma van Cultuur 3.0.

Cultuur 3.0: breed uitgemeten
Alle sectoren waarin e-Cultuur een rol speelt, kwamen tijdens de bijeenkomst aan bod. Wat is e-Cultuur en wat gebeurt er in deze sector? Zes panels met verschillende themas kregen de lastige taak voorgeschoteld om hierin duidelijkheid te verschaffen. Vr de pauze lag de focus van de gesprekken vooral op ontwikkeling, onderzoek en het gebruik van e-Cultuur. De tweede helft van de bijeenkomst stond in het teken van internationalisering, (sociale) netwerken en financiering.

Macha Roeskink, directeur van Museum De Paviljoens, en Ranti Tjan, directeur van museumgoudA, waren naar de bijeenkomst gekomen om te vertellen over hun ervaringen met e-Cultuur als gebruikers. Museum De Paviljoens probeert een brug te slaan tussen e-Cultuur en onderwijs en ontwikkelt bij elke tentoonstelling een lesprogramma. Daarnaast laat het museum zien hoe normale observaties met nieuwe media op nieuwe manieren zichtbaar worden. Een voorbeeld is een project met De Balie, waarvoor dagelijks de lucht boven het Leidseplein gefotografeerd wordt om zo de vier seizoenen zichtbaar te maken. Ranti Tjan van MuseumgoudA heeft met behulp van het internet de museumcollectie extreem uitgebreid. Het is nu mogelijk de 40.000 objecten die het museum beheert op nieuwe manieren zichtbaar te maken met nieuwe media. Tjan vertelde enthousiast over de grote collectie plateel die het museum exposeert, waaronder werk van de zes belangrijkste Zuid-Hollandse aardewerkfabrieken. Eerder paste Tjan het Patching Zone model van V2 (Instituut voor Instabiele Media) toe in het museum. Dit model betreft electronische kunst, waarbij projecten in samenwerking met wetenschappers en technici worden uitgevoerd. Tjan wilde hiermee zijn medewerkers stimuleren opnieuw naar nieuwe media te kijken.

Stichting Internationale Culturele Activiteiten (SICA) is geen expert op het gebied van nieuwe media, maar investeert wel in internationale netwerken en organiseert verkenningsmissies. Zo kan SICA ook de relevante ontwikkelingen op het gebied van e-Cultuur signaleren, aldus Beate Gerlings van SICA. Gerlings gaf toe gehoopt te hebben op een kleine Beginners Guide over e-Cultuur. De sector is breed en haar beeld van e-Cultuur gefragmenteerd. Gerlings vroeg zich dan ook hardop af of dit wellicht illustratief is voor de sector. Haar opmerkingen onderstrepen de noodzaak om e-Cultuur duidelijk op de agenda te krijgen en daar continuteit in te creren.

Alex Adriaansens van V2 deed een geslaagde poging die helderheid ook te brengen. In zijn betoog over de identiteit en kracht van e-Cultuur, ook in relatie tot internationalisering, belichtte hij e-Cultuur van verschillende kanten. De kleinschaligheid die e-Cultuurorganisaties kenmerkt, biedt volgens hem voor- en nadelen. De fijnmazige netwerken waarin gewerkt wordt, maakt ze flexibel en goed vernetwerkt, maar helder overkomen naar het brede publiek wordt hierdoor een stuk lastiger.
De organisaties in deze sector zijn disciplineoverschrijdend en daarmee aantrekkelijke en geschikte partners voor internationale samenwerking en uitwisseling. En e-Cultuur houdt niet op aan de grens! aldus een overtuigende Adriaansens.

Het einde van de bijeenkomst is in zicht als duidelijk wordt waar de telefoonkaart bij ieders badge voor is bedoeld. Ook wij als bezoekers blijken opgenomen te zijn in een netwerk en kunnen ter plekke de voor ons geselecteerde medebezoekers opbellen. De toepassing van het nieuwe Web 3.0 ook wel het semantisch web genoemd dat steeds meer denkt en handelt als een mens wordt hierdoor goed voelbaar.

Cultuur 4.0: de diepte in?
Cultuur 3.0 omvatte een veelheid aan onderwerpen, sectoren, werkwijzen en best practices. Het idee voor de bijeenkomst was de breedte van e-Cultuur die wij voorstaan te tonen, aldus Van Spaendonck. VP heeft de ambitie het verlangen van de culturele sector om iets te doen met digitalisering te verbinden met de e-Cultuursector.

Cultuur 3.0 kan, net als het Web 3.0, gezien worden als een blik op de toekomst. Zo heeft Carolien Gehrels, cultuurwethouder van Amsterdam, de titel van de bijeenkomst ook genterpreteerd. Zij sloot af met het schetsen van een optimistisch toekomstbeeld van de Amsterdamse cultuursector. Helaas ging zij niet specifiek in op de toekomst van e-Cultuur. Want juist aan die heldere blik vooruit op e-Cultuur ontbreekt het. Daarvoor dienen we binnen de breedte van de sector terug te gaan naar de plek waar de afzonderlijke onderdelen elkaar en daarmee de kern van e-Cultuur raken. Zal Cultuur 4.0 die uitdaging aangaan en de diepte ingaan?

Auteur: Stefanie Weijsters redactie@mmnieuws.nl
468

Reactie verzenden

Share This