Selecteer een pagina

Cultuurclusters; Bestaat er n recept voor succes?

Algemeen

Culturele voorzieningen zijn in belangrijke mate bepalend voor het imago van een stad en dus voor marketing en promotie. Stadsbestuurders en -ontwikkelaars benadrukken dan ook steevast het belang van cultuur voor het onderscheidend vermogen van een stad. 

De vraag is of dat onderscheidend vermogen valt te benvloeden of te sturen door bewuste ingrepen van bovenaf, bijvoorbeeld door het plannen of bouwen van een nieuw gebouw of gebouwencomplex. Het onderscheidend vermogen van een stad is immers niet alleen afhankelijk van de architectuur of van de gebouwde omgeving, van al dan niet spectaculaire museumgebouwen, theaters of muziekcentra, maar ook van minder hard te maken zaken, zoals de sfeer die een stad uitstraalt of het beeld dat bezoekers n bewoners van die stad hebben. Is dat beeld te sturen? Is het mogelijk het imago van een stad op te vijzelen door een welbewuste architecturale of stedenbouwkundige ingreep? En welke rol speelt de clustering van culturele voorzieningen in dat proces?

Blikvangers
Stadsbestuurders en -ontwikkelaars lijken overtuigd van het idee dat het ontwikkelen en bouwen van culturele voorzieningen sfeer en beeld van een stad sterk bepalen. Als bewijs voor de geldigheid van die opvatting wijst men op de enorme boost die er voor een omgeving uit gaat of uit lijkt te gaan van een spectaculair nieuw gebouw of stedenbouwkundige ingreep. Het voorbeeld dat meestal wordt genoemd is het Guggenheim museum, dat in zn eentje een sleetse en vervuilde havenstad als Bilbao wist om te toveren tot een internationale toeristentrekker. En er zijn meer voorbeelden. In Groot Brittanni lijkt inmiddels iedere (middel)grote stad zich te kunnen verheugen in een nieuw en beeldbepalend museum of kunstencentrum. De Baltic Gallery in Gateshead is een goed voorbeeld, naast het Millennium Point in Birmingham, het Science Center in Glasgow en the Lowry in Manchester. Bekend zijn ook de millenniumactiviteiten in Londen, rondom de nieuwe Tate Modern. Minder bekend zijn wellicht s werelds eerste submarium, The Deep, in Hull en het Imperial War Museum North, in Manchester. Het zijn slechts enkele voorbeelden, maar ze tonen duidelijke parallellen met Bilbao. Want dat is het meest opvallend: dat het nieuwe museum of het nieuwe muziekcentrum of operagebouw steevast wordt gehanteerd als een aanzet tot de verdere ontwikkeling van een stadswijk, stad of regio. De betrokkenen bij The Deep stelden zelfs expliciet dat zij mikten op het Guggenheimeffect: het gebouw moet als een magneet werken op de omgeving. Om die magneetwerking te versterken ontwerpt men er van alles om heen: een nieuwe brug, een nieuw theatercomplex, een nieuw superstadion en een kunstwerk dat als nieuw beeldmerk kan dienen zeg maar zoals dat ooit is gebeurd met de Eiffeltoren in Parijs.
Het samenbrengen van verschillende culturele en vrijetijdsactiviteiten clustering dus lijkt dus een succesvol recept: neem een run down area een voormalig industrieterrein, een haven in verval, een afbraakbuurt zet er een nieuw gebouw neer of verbouw een bestaand beeldbepalend pand, en trek daar een internationaal gerenommeerd architect voor aan met het statuur van een Gehry of Libeskind of Foster en voil wijk gered, stad in de lift, imago opgevijzeld, en niet onbelangrijk toeristencenten verzekerd.

Ook Nederlandse bestuurders lijken ernstig verliefd te zijn geraakt op het concept van de cultuurcluster of het cultuurplein. Veel gemeenten koesteren inmiddels plannen voor clustering of hebben een cultuurcluster gerealiseerd. Zo opent Sittard-Geleen in november 2005 een cultuurcluster, met onder n dak een muziekschool, een bibliotheek, een zalenverhuurcentrum en de lokale omroep. Maastricht plant een nieuw multifunctioneel cultuurcentrum in een monumentale voormalige cementfabriek en probeert daarnaast enkele producenten op het gebied van de podiumkunsten, waaronder de theatergroep Huis van Bourgondi, samen te brengen in een oude timmerfabriek. En in Enschede start in het najaar van 2005 de restauratie en verbouw van enkele oude textielfabriekspanden tot cultuurpaleis, waarin over enkele jaren een nieuw natuur-, cultuur- en techniekmuseum wordt ondergebracht, met daarnaast een centrum voor beeldende kunst, de volkssterrenwacht, een bibliotheek en documentatieruimte en mogelijk het Cremer Museum. Het cultuurcluster moet bovendien plaats gaan bieden aan een museumcaf en een aantal woningen en appartementen.

Vergelijkbare cultuurclusters bestaan er al langer, bijvoorbeeld in Laren, waar het Singermuseum sinds 1956 een villa, een tuin, een theater met een museum combineert en recenter in Tilburg waar het Textielmuseum, het Regionaal Archief Tilburg en het Stadsmuseum Tilburg in een samenwerkingsverband zijn opgegaan.

Het is echter maar de vraag of het concept van een cultuurcluster of cultuurplein overal zomaar werkt. Er zijn immers ook voorbeelden van volstrekt mislukte vormen van clustering. Zo zou het gloednieuwe CODA (Cultuur Onder Dak Apeldoorn), een fusie van een tweetal musea, een archief en een bibliotheek, gestoken in een spectaculair nieuwe jasje van Herman Hertzberger, een gouden toekomst tegemoet moeten gaan. Wie op de reacties in de pers afgaat, krijgt echter een beeld van een instelling die ten onder dreigt te gaan aan een gebrek aan samenwerking, begrip, visie en participatie van de bij de fusie betrokkenen.

Ook andere goedbedoelde clusteringen, zoals de cultuurstrip in Amstelveen en het cultuurplein in Alkmaar, bleken volstrekt niet te voldoen aan de plannen of prognoses van bestuurders en projectontwikkelaars.
Duidelijk is dat het simpele idee achter het concept van de cultuurcluster niet altijd opgaat. Het succes ervan is afhankelijk van veel meer factoren dan van een architecturale of stedenbouwkundige ingreep alleen.
Over die factoren leest u in dit themanummer van MMNieuws meer. In de bijdrage van de NHTV Internationale Hogeschool Breda wordt ingegaan op de huidige trend om bedrijven en bedrijfjes die werkzaam zijn in wat de creatieve industrie is gaan heten gezamenlijk onder te brengen in n gebouw. Vaak gebeurt dit met het idee een dergelijke fysieke creatieve cluster als vanzelf zal leiden tot innovatie en tot het creren van nieuwe product-marktcombinaties. De auteurs gaan uitgebreid in op enkele buitenlandse voorbeelden, met name in Engeland. De rubriek Met Andere Woorden is in zn geheel gewijd aan een discussie over het nut en de werking van cultuurclusters. En Rob van Steen, directeur van LAgroup, stipt enkele voorwaarden aan, waaraan de organisatie van een cultuurcluster moet voldoen, wil er sprake zijn van succes.

Uit de voorbeelden die in deze verschillende artikelen aan de orde komen, valt te concluderen dat er niet n recept is voor een succesvolle cultuurcluster: slechts een zeer weloverwogen keuze van de juiste ingredinten, een geduldig voorbereidingsproces en veel slow cooking levert een resultaat dat bij iedere betrokkene in de smaak valt.

Auteur: Pieter de Nijs redactie@mmnieuws.nl

468

Reactie verzenden

Share This