Selecteer een pagina

Cultuurcommunicatie: flyers neerleggen bij je concurrent

Algemeen
Als het zo eenvoudig zou zijn dan zouden de ruim 600 aanwezigen bij de ‘Derde dag van de cultuurcommunicatie voor niets (helemaal) naar Gent zijn gekomen. Gelukkig was dat niet het geval en kwamen er enkele inspirerende sprekers over cultuurcommunicatie aan het woord.


Volgens Jan Callebout moet je proberen erachter te komen wat de mensen beweegt, waarom bezoeken zij een theater of andere instelling? Willen zij het leven op dat moment aangenamer maken, doen ze het om iets te leren (verrijken) of om ergens bij te horen? Zodra je daarvan op de hoogte bent, heb je inzicht in de denkbeelden van mensen. Dan is het mogelijk om te voorspellen wanneer bepaalde informatie relevant is. Er is volgens Callebout, in tegenstelling tot de bewering van Hans Waege (Re-Creatief Vlaanderen), geen verschil tussen bezoeken en bezoekers. Mensen lijden namelijk aan het multi-personality syndrom. Elk scenario in het leven heeft zijn eigen rechten en brengt een andere satisfactie mee. En en dezelfde persoon kan daarom aan zeer uiteenlopende activiteiten deelnemen en kiest daar zelf voor.

Zeldzame vrienden
Hans Waege benadrukte drie elementen waar het publiek naar op zoek is: ontspanning, ontroering en herkenning. Vooral dat laatste element wordt wel eens uit het oog verloren. Culturele instellingen zouden een minder afstandelijke, saaie en intellectualistische manier van benaderen moeten toepassen. Althans voor een deel van het publiek. Voor een kleine groep (vaste) bezoekers is deze manier wel hanteerbaar. Jan Callebout merkt op dat communicatie te vaak vanuit het standpunt van de zender wordt begonnen. Om daadwerkelijk een connectie te maken met je publiek moet je relevant zijn wanneer zij dat verlangen. Een moeilijke, dan wel haast onmogelijke opgave, ook wanneer je op de hoogte ben van de denkbeelden van je publiek. Dorian van der Brempt (directeur Vlaams-Nederlands Huis de Buren) spreekt van een keuzeverlamming en ziet het nut er niet van in om alles van je publiek te weten. Ontrouw is aan de orde van de dag. Met het hedendaagse zapgedrag van de consument is het haast onmogelijk om incidentele bezoekers aan je te binden. Volgens Callebout komt dit gedrag van het publiek voort uit een ontevreden gevoel. Zappen is een uiting van frustratie. Nu is zappen voor de televisie inderdaad een uiting van onvrede, maar het blijft de vraag of dat ook voor cultureel zappen geldt.

Virtuele participatie
De virtuele cultuurparticipant is (voornamelijk) een jong hoogopgeleide man. Dat blijkt uit onderzoek van Gert Nulens, wetenschappelijk onderzoeker bij het SMIT aan de Vrije Universiteit van Brussel. In de groep van virtuele cultuurparticipanten is ruim 70% ook een frequente deelnemer in real life. Slechts 29,2% van de virtuele deelnemers doet niet aan cultuur in de echte wereld. Virtueel en reel publiek overlappen elkaar dus grotendeels. Dit betekent volgens Nulens een verdieping, een meer intense deelname aan cultuur. Maar is er echt sprake van een intensere deelname? Zijn het niet gewoon orienterende mensen die voor praktische info het web raadplegen? Kristof Michiels (wetenschappelijk onderzoeker SMIT), wil deze orinterende functie van de culturele website voorkomen door een waar virtueel kunstencentrum (https://vacf.ibbt.be) te bouwen. Het Visual Arts Centre bestaat uit een website met culturele inhoud waar de communicatie en participatie rond de inhoud gestimuleerd wordt. Daarnaast is er een 3D-platform met een interactief tentoonstellingsplatform en ontmoetingsruimte. Tot slot wordt een CRM-systeem ontwikkeld die een sterk gepersonaliseerde communicatie mogelijk maakt. Voor de ontwikkeling van dit kunstencentrum is buiten de culturele sector gekeken naar interessante ontwikkelingen op ICT-gebied. Er wordt een website gecreerd waar alle informatie die rondslingert op het internet verzameld en op overzichtelijke wijze gepresenteerd wordt. Volgens Michels mogen er geen drempels zijn en de gebruiker moet de content ook kunnen gebruiken. Door bezoekers van verschillende culturele instellingen te bundelen voorkom je een leeg-caf-effect.

Art Ambassadors
Mel Larsen, zelfstandig consulent, vertelt over Art Ambassadors projecten in Groot-Brittanni. Het ambassadeursidee op zich is vrij eenvoudig. Het voornaamste doel van een ambassadeur is om een goede mond-tot-mond reclame te stimuleren en er zodoende voor te zorgen dat de drempel voor een bezoek aan een culturele instelling weggenomen wordt.

Late beslissers
Voor de helft van het geld een avondje uit? Prima toch. Alleen wel vervelend voor de bezoeker naast je die het volle pond heeft betaald. Een instelling kan een uitverkoopimago voorkomen door niet al te vaak goedkopere toegangskaarten aan te bieden. En irritaties blijken in de praktijk mee te vallen. Menno Tummers van de Last Minute Ticket Shop in Amsterdam spreekt uit ervaring wanneer hij stelt dat er weinig gevallen bekend zijn van jaloerse medebezoekers. Temeer omdat de mensen met een 50% discount niet staan te zwaaien met hun kaartje en een ander dus vaak niet eens op de hoogte is.
Last Minute Ticket Shop verkoopt een avondje uit voor een aantrekkelijk bedrag. Uit dat grote aanbod worden er dan wellicht keuzes gemaakt die men anders niet zo snel zou maken. Een keuze om een keer wat anders te proberen, vrienden mee te nemen of om jezelf eens te verrassen. Dus niet uit frustratie of onvrede zoals Callebout het culturele zapgedrag eerder typeerde. De culturele zapper is een omnivoor die uit het brede en gevarieerde aanbod dat Nederland en Vlaanderen rijk is, zijn hart kan ophalen.

Auteur: Esther van den Elzen redactie@mmnieuws.nl
468

Reactie verzenden

Share This