Selecteer een pagina

Cultuureducatie volgens Cultuurcompagnie NH

“Educatie voelt voor velen als een goed doel”

Algemeen

Innovatief en resultaatgericht: zo wil de Cultuurcompagnie Noord-Holland het liefst omschreven worden. Voortgekomen uit Cultureel Erfgoed Noord-Holland en Kunst en Cultuur Noord-Holland, zet de Cultuurcompagnie zich inmiddels met zo’n veertig professionals in voor culturele projecten in de provincie. Binnen de organisatie richt expertisecentrum Plein C zich volledig op kunst- en cultuureducatie. We spraken met Vibeke Roeper, hoofd Cultuureducatie en sterk betrokken bij Plein C, over bezuinigingen, waardemetingen en de toekomst van cultuureducatie binnen Noord-Holland.

Wat is de missie en insteek van Cultuurcompagnie Noord-Holland?

Cultuurcompagnie Noord-Holland is een breed georiënteerde organisatie. Plein C is daar een onderdeel van; het expertisecentrum voor cultuureducatie in de provincie Noord-Holland. Bijzonder aan Plein C is de zuiver tweedelijns insteek. Dat betekent dat we niet actief bemiddelen of onderwijsprojecten ontwikkelen, maar ervoor zorgen dat leerkrachten, schoolbesturen, cultuuraanbieders en beleidmakers bij gemeenten goed geïnformeerd zijn.

Zou je ons een concrete case kunnen noemen waar je op dit moment mee bezig bent?

Het liefst zou ik twee cases noemen. Inhoudelijk is scholing en deskundigheidsbevordering een belangrijke taak van Plein C. We hebben scholingsaanbod voor zowel leerkrachten als cultuuraanbieders. Al dat aanbod brengen we nu onder in een structuur waarin je als cursist kunt doorgroeien: van een korte losse workshops zoals ‘Ouders in de klas’ tot een post-HBO-opleiding voor leerkrachten, en van snuffelstages in het onderwijs tot een jaar durende leergang voor cultuuraanbieders. Een ander project waar we veel energie in steken, is ons magazine Prikkels. Het gaat over cultuuronderwijs, maar op een heel laagdrempelige manier. Vanuit het perspectief van de leerkracht, en vanuit de praktijk. Dus geen taaie vakliteratuur, maar leerlingen die terugkijken op hun culturele ‘leerlijn’ en leerkrachten die vertellen welke keuzes zij maken als het om cultuuronderwijs gaat. We willen daarmee bereiken dat cultuur op school er gewoon bij gaat horen, en dat de doorsnee leerkracht en de schooldirecteur inzien wat de meerwaarde is. Zodat het werk van de cultuurcoördinator meer gewaardeerd wordt. Prikkels bestaat nu bijna een jaar, en werd in november al genomineerd als customer medium met de beste strategie – daar zijn we natuurlijk heel trots op!

Hoe zou je de situatie in Noord-Holland schetsen op gebied van cultuureducatie?

Noord-Holland is een lappendeken als het gaat om cultuureducatie. De ene gemeente investeert erin, de andere laat het helemaal over aan de scholen en cultuuraanbieders. Je ziet dat ook bij het vierjarige programma Cultuureducatie met Kwaliteit. In veel provincies en grote steden heeft deze regeling centraal aangestuurde projecten opgeleverd. In Noord-Holland niet; daar zijn in 28 gemeenten kunstencentra en bibliotheken met allemaal verschillende projecten aan de slag gegaan. In afstemming met het onderwijs, dus van onderop. Plein C coördineert en monitort al die projecten. Dat is interessant: je hebt niet alleen te maken met de scholen die graag willen en voorop lopen, maar veel meer met een doorsnede van het onderwijs.

Wat is de positie van cultuureducatie binnen het totaal van de activiteiten van de Cultuurcompagnie? Is educatie een belangrijk component in al jullie projecten?

Cultuureducatie beslaat ongeveer een derde van het totaal van de activiteiten van Cultuurcompagnie. Dan gaat het puur om die tweedelijns taken. Maar ook in onze publieksprojecten houden we rekening met onderwijsdoelgroepen, of leggen we dwarsverbanden. Zo werken we mee aan de educatieve programma’s van het Huis van Hilde, het nieuwe archeologisch informatiecentrum in Noord-Holland.

Waarom is er gekozen voor een provinciale focus op cultuur(educatie)? Zijn er vergelijkbare organisaties? Waarin verschillen jullie van andere provinciale organisaties op dit vlak, qua missie en activiteiten?

De provinciale focus hangt samen met onze provinciale opdracht. De provincie Noord- Holland is onze belangrijkste subsidiegever, en daardoor hebben we in veel projecten te maken met die geografische grenzen. In veel provincies zijn vergelijkbare organisaties. Van Keunstwurk in Friesland tot Kunstbalie en Erfgoed Brabant in Noord-Brabant. Bijzonder aan Cultuurcompagnie is dat we zowel kunst- als erfgoedprojecten organiseren, en veel op die cross-over zitten.

De gemeenteraadsverkiezingen staan voor de deur. Berenschot verwacht dat er ruim 250 miljoen euro extra bezuinigd zal worden op cultuur. Welk aandeel zal in jouw ogen door educatie opgebracht moeten worden? Verwacht je die bezuinigingen bij educatieve afdelingen van culturele instellingen, of juist bij cultuureducatiecentra?

Als je kijkt naar een gemeentelijke begroting, dan is cultuur een van de weinige terreinen waar de gemeente bewegingsmogelijkheid heeft. Het aantal wettelijk verplichte taken op cultuurgebied is beperkt. Wat je op dit moment ziet, is dat gemeenten binnen de cultuurbegroting keuzes maken: kunstbeoefening in de vrije tijd wordt veel minder gesubsidieerd, en binnenschoolse cultuureducatie wordt juist zoveel mogelijk gespaard. Wat er gebeurt als de begrotingen verder onder druk komen te staan kun je wel voorspellen: dan wordt de verantwoordelijkheid voor cultuuronderwijs nog meer, of misschien wel geheel bij de scholen gelegd, en krijgen gesubsidieerde cultuuraanbieders geen extra budget voor educatie, maar een hoogstens prestatienorm vanuit het reguliere budget – bijvoorbeeld 10% van de instellingssubsidie moet aan educatie besteed worden. Maar bezuinigen op cultuureducatie zal niet zonder slag of stoot gaan. Educatie voelt voor velen als een goed doel – het gaat om kinderen – en zal altijd wel draagvlak vinden. Overigens denk ik dat gemeenten, schoolbesturen en cultuuraanbieders steeds meer in lokale convenanten zullen gaan afstemmen wat ieders rol zou moeten zijn, en taken en lasten opnieuw gaan verdelen.

Welke methodiek hanteren jullie om de cultuureducatieprojecten die jullie begeleiden te monitoren en te evalueren?

We stellen vooraf zowel inhoudelijke als kwantitatieve doelen, en afhankelijk van het project monitoren we dat meer of minder intensief. De projecten die vanuit Cultuureducatie met Kwaliteit worden ontwikkeld hebben een vast evaluatietraject. Breed uitgezette enquêtes onder deelnemende scholen, gecombineerd met diepte-interviews met direct betrokkenen, maken daar onderdeel van uit. Je merkt bij de onderwijsdoelgroep wel een zekere monitormoeheid. Zo van: ‘laat ons eerst maar eens aan de slag gaan’. Maar, monitoren hoort erbij, en dat is ook best uit te leggen.

We lazen over de inzet van de Cultuurnavigator voor de bepaling van cultuur( educatie)beleid binnen gemeenten in Noord-Holland. Zou je dit instrument kunnen toelichten?

De Cultuurnavigator is gemaakt om afstemming en samenwerking makkelijker te maken. Er gebeurt binnen gemeenten en gemeentelijk beleid veel op het gebied van cultuureducatie, maar dat is niet altijd goed in beeld bij scholen en culturele instellingen. Laat staan bij buurgemeenten. We denken dat er efficiencywinst te behalen is als dit soort informatie goed toegankelijk is, en dat gemeenten daardoor ook makkelijker kunnen afstemmen over de voorzieningen in hun regio. De gemeente kan de Cultuurnavigator overigens ook gebruiken als checklist bij het opstellen van beleid. In de Cultuurnavigator vind je nu van ongeveer dertig Noord-Hollandse gemeenten alle gegevens over cultuurbeleid, visie, doelen, subsidies en middelen en de culturele infrastructuur.

Hoe kijk je aan tegen vrijemarktprincipe binnen cultuureducatie, waarin steeds meer individuele kunstenaars en kleine groepen hun educatieve producten aanbieden?

Ik denk dat dat principe eigenlijk altijd al gold – het staat iedereen vrij om producten aan het onderwijs aan te bieden – maar dat de kunsteducatiesteunpunten en bemiddelaars heel lang een grote stem hadden in wat zij wel en niet doorsluisden naar de scholen. En dan had je ook nog bemiddelaars die vooral hun eigen producten aanboden. Scholen vinden het heel fijn om op die manier ‘ontzorgd’ te worden, maar de andere kant van de medaille is dat ze ook veel minder binding hebben met de programma’s die ze via bemiddelaars aangeboden krijgen. De afgelopen jaren is de inzet geweest dat scholen zelf leren kiezen. Zij zijn degenen die cultuur met hun eigen onderwijs moeten verbinden, en wie beter dan de cultuurcoördinator om uit al het aanbod te kiezen? Het geeft voor individuele kunstenaars en kleine groepen meer mogelijkheden. Voor gevestigde groepen zie je dat ze nieuwe kanalen moeten vinden om de scholen te bereiken, en inderdaad moeten concurreren met allerlei andere aanbieders. Verlies van kwaliteit is een zorg van velen, en dat is niet onterecht. Maar wat kwaliteit is, is uiteindelijk ook een vraag die de school zelf zou moeten beantwoorden. In die zin is de ‘vrije markt’ een prima ontwikkeling, en ik denk dat dat bij scholen tot meer profilering leidt, en een betere aansluiting tussen cultuur en de rest van het schoolprogramma. Dat lijkt me winst.

Hoe kijk je aan tegen de structurering van de educatieve markt in Amsterdam, waar de gemeente scholen een beperkt keuze geeft op gebied van cultuureducatie?

Ik begrijp de keuze van Amsterdam: een basispakket meegeven aan alle leerlingen in de stad. Door het grote volume kun je flink investeren in ontwikkeling, implementatie en kwaliteit. Maar het heet niet voor niets ‘basispakket’: het staat elke school vrij om daarnaast of daar bovenop eigen keuzes te maken. En ook binnen het pakket is nog heel wat keuzevrijheid in hoe een school het in de praktijk brengt. Bovendien, als een school in de gemeente Hollands Kroon, waar heel weinig cultuuraanbieders zijn en het gemeentelijke budget voor cultuureducatie nul euro per leerling is, het voor elkaar krijgt om een cultuurprogramma aan te bieden aan zijn leerlingen, dan moet het in een cultureel rijke omgeving als Amsterdam toch geen kunst zijn om bovenop het basispakket een eigen keuzepakket te zetten. In die zin is de keuze die Amsterdamse scholen hebben juist enorm.

Auteur: Redactie MMNieuws

468

Reactie verzenden

Share This