Selecteer een pagina

Dancing with opportunities

Congresverslag Lifestyle & Dans

Algemeen
Het bedrijfsleven is niet toe aan het beleven van cultuur. Dat was een gedachte die op de conferentie Lifestyle en dans in april van dit jaar geregeld naar voren kwam. Nog te weinig bedrijven zien het nut van het aangaan van een samenwerkingsverband met creatieve organisaties en gezelschappen. De vraag die zich voordoet is: wat is de meerwaarde voor het bedrijfsleven bij culturele investeringen?


Het bedrijfsleven is niet toe aan het beleven van cultuur. Dat was een gedachte die op de
conferentie Lifestyle en dans in april van dit jaar geregeld naar voren kwam. Nog te weinig bedrijven zien het nut van het aangaan van een samenwerkingsverband met creatieve organisaties en gezelschappen. De vraag die zich voordoet is: wat is de meerwaarde voor het bedrijfsleven bij culturele investeringen?

Op 20 april jl. organiseerde het Landelijk Centrum voor Amateurdans (LCA) in samenwerking met het NHTV Congresbureau in Breda de conferentie Lifestyle & Dans. Op deze conferentie kregen danssector, politiek, beleidsmakers en het bedrijfsleven de gelegenheid om met elkaar in contact te komen. Staatssecretaris Medy van der Laan zou de dag openen, maar kon wegens persoonlijke omstandigheden helaas niet komen. Dit tot grote teleurstelling van deelnemers die haar graag aan de tand hadden gevoeld over de nieuwe beleidsplannen.

Doel van het LCA is om de amateurdans in Nederland een duidelijk gezicht te geven naar de overheid, en zodoende de algemene belangen van de amateurkunst en hen die daar professioneel bij betrokken zijn te bevorderen. Dans is een wezenlijk onderdeel van lifestyle in verschillende subculturen en wordt vaak door de media ingezet voor commercile doeleinden. Producten en diensten worden regelmatig verkocht in combinatie met lifestyle. Het is dan ook niet vreemd dat reclamebureaus interesse tonen in de achtergronden van de dansconsument. Die verbindingen tussen dans, lifestyle en commercie vormden tijdens deze conferentie het belangrijkste thema.
Jaques Giesbertz (LCA) is van mening dat ondernemerschap in de dans de dagelijkse praktijk is. Elke week dansen er bijna n miljoen mensen in dansscholen en verenigingen. Dansdocenten en dansschooleigenaren zijn bijna altijd ook MKB-ondernemer. De subsidiestromen van de overheid kunnen beter ingezet worden door de reeds aanwezige activiteiten te versterken, in plaats van separaat een kunstmatig aanbod te creren (aldus Giesbertz).

Tijdens de conferentie werd het thema lifestyle en dans vanuit verschillende optieken behandeld. Franky Devos sprak over marketing in de cultuursector. Hij merkte op dat het in Belgi niet gebruikelijk is om kunst en commercie in n adem te noemen: Zeg dat en er klinkt een langgerekt oei. En dat terwijl cultuurparticipanten net zo goed commercile wezens zijn. Waarom zou een cultuurproducent dat dan niet zijn? Bovendien worden volgens Devos jongeren nog te vaak onterecht als een homogene doelgroep beschouwd.
Giep Hagoort (HKU) sprak in zijn workshop over de praktijk van het cultureel ondernemerschap. Het lijkt heel nieuw, maar dat is het in feite niet. Ondernemers in de culturele sector zijn er al heel lang. Maar nu het belang van de creatieve industrie aan alle kanten aangestipt wordt, zijn we ons er meer van bewust. Hagoort voorspelt dan ook dat er over tien jaar naast de normale Kamer van Koophandel tevens een Creatieve Kamer van Koophandel zal zijn, waar organisaties en bedrijven uit de creatieve sector terecht kunnen met financieringsvraagstukken en vragen met betrekking tot de export. Dit laatste is zeker in de danssector belangrijk omdat dans universeel en niet aan taal gebonden is.
In een volgende workshop over dans en economie kwamen Harry Starren (de Baak) en Jasper Kraaijeveld (Economische Zaken) aan het woord. Kraaijeveld was vooral aanspreekbaar voor vragen over de Creative Challenge Call. Enkele aanwezigen vroegen zich af of kleine organisaties en individuen ook aanspraak kunnen maken op deze regeling. Het antwoord was dat halfweg mei de precieze voorwaarden en criteria bekend gemaakt worden, zodat iedereen kan zien of hij daaraan voldoet en of het zin heeft om aanspraak te maken op de regeling. Een paar richtlijnen kon Kraaijeveld echter wel geven. Iedereen, dus ook kleine (eenmans-)organisaties kan een aanvraag indienen, mits het gaat om een netwerkproject. Ofwel over het bouwen van vernieuwende cross-overs tussen creatieve organisaties en het bedrijfsleven. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet om het eindproduct, maar juist om het bruggen slaan. Ook de potentile internationale uitstraling telt mee. Het gaat erom dat het vernieuwingsvermogen een impuls wordt gegeven. Bovendien is de Creative Challenge Call een tenderregeling. Iedere aanvrager zal moeten concurreren met andere aanvragers, omdat er meer aanvragers zullen zijn dan dat er geld te verdelen is. Vraag die dan nog overblijft is: in hoeverre is de Creative Challenge Call een structurele shift? Kraaijeveld gaf aan dat de duurzaamheid zit in het feit dat alleen projecten die een netwerk en een vernieuwende cross-over kunnen bewerkstelligen een bedrag toegekend krijgen. Contacten die eenmaal zijn gelegd worden niet meer ongedaan gemaakt. Het is echter wel taak voor de deelnemende partijen om deze contacten te onderhouden, om zodoende tot een duurzaam resultaat te komen. De praktijk zal moeten uitwijzen of dit gaat lukken.

Auteur: Esther van den Elzen evandenelzen@mmnieuws.nl
468

Reactie verzenden

Share This