Selecteer een pagina

De creatieve industrie een mooi-weer-industrie?

Creative Finance (4)

Algemeen
Giep Hagoort vervolgt zijn artikelenserie over Creative Finance, dit keer over onder meer de relatie tussen de economische en financiële crisis en de creatieve industrie. Vier observaties over hoe een mooi-weer-industrie door de mand is gevallen.

Allerlei brancheorganisaties, bijvoorbeeld in de bouw en de landbouw, trokken eind 2008 aan de bel vanwege de snel om zich heen grijpende economische crisis. De sectoren riepen de overheid te hulp, niet zozeer om specifieke maatregelen te nemen, maar om een algemeen ondernemingsklimaat te stimuleren via het versoepelen van kredietfaciliteiten. Naast de gebruikelijke retoriek van de kunstsubsidielobby (Kunsten 92) bleef het vanuit de culturele en creatieve sector oorverdovend stil. Maar beter ten halve gekeerd, dan ten hele verdwaald. Het gaat nu om een bewustzijn dat Creative Finance fundamenteel de bakens moet verzetten. Vier observaties die deze transitie ondersteunen.


Observatie 1: De creatieve industrie is een mooi-weer-industrie
De creatieve industrie geldt vanaf halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw als een love baby van de beleidsterreinen cultuur en economie. Tot aan de VN (in een rapport van 2008) werd positief gesproken over de nieuwe creatieve industrie als schakel tussen de creatie van kunstenaars en vormgevers en de creatieve economie, met innovatie als slagwoord. En de cijfers liegen er niet om: meer dan gemiddelde groeicijfers in werkgelegenheid en aantal startende bedrijven.
Maar wat blijkt, nu een hevige crisis is uitgebroken? De creatieve en culturele sector is op geen enkele manier in staat snel en adequaat te reageren op de nieuwe situatie. De sector heeft tot nog toe geen inzichtelijk cijfermateriaal kunnen aanleveren, legde geen informatie op tafel over de verschillende gevolgen vanwege daling in bestedingen, en bleef zwijgen over patronen in het gedrag van sponsoren, fondsen en andere geldschieters. Waar bij een opgaande economische lijn de creatieve industrie zich de status aanmat van superster, lijkt ze nu na een fikse storm om te zijn gevallen om niet meer op te staan. Ook de nationale beleidsmakers zien de sector blijkbaar als mooi-weer-industrie: in geen enkele reactie werd gerefereerd aan de innovatiekracht van de creatieve sector, en hoe deze sector de economie weer vlot zou kunnen trekken.

Observatie 2: Cultural Business Modeling deels crisisproof
Cultural Business Modeling (CBM) is een methode om alternatieve financieringsbronnen aan te boren met als doel de afhankelijkheid van subsidies te reduceren ten voordele van een breder financieel draagvlak. Belangrijke vraag is of dit model ook in crisistijden gebruikt kan worden. Om het antwoord te kunnen vinden is het van belang om alle tien de bronnen na te lopen. In een aparte box zijn de resultaten van deze exercitie weergegeven. Opvallend punt: sponsoring is uit, matching is in. En: veel scherper de PMC’s te gelde maken en niets meer gratis weggeven, tenzij als onderdeel van een breder arrangement. Ook van belang: werk samen om producties uit te brengen om zodoende kosten te delen of nieuwe activiteiten mogelijk te maken. Tenslotte: subsidies werken op de korte termijn stabiliserend, maar geven een schijnzekerheid voor de lange termijn. De algemene les is dat in deze crisistijd met frisse ogen naar het CBM model gekeken moet worden en dat samenwerking vooral nu perspectief geeft.

Tien bronnen van Cultural Business Modeling en hun mogelijke toepassing in crisistijd

Eigen bronnen: 

Product Markt Combinaties (PMC’s)
Deze bron is tijdens de crisistijd in belang toegenomen. De relatie tussen de instelling en haar publiek is een van de drijvende krachten. Wel zullen allerlei activiteiten die nu zo mogelijk gratis zijn (brochures, workshops, ontmoetingen) omgezet moeten worden in producten en diensten waarvoor het publiek moet betalen. Structureel verliesgevende PMC’s van weinig artistiek of strategisch belang zo snel mogelijk van de lijst schrappen. Voeg producten en diensten samen en bied ze aan als arrangement. Snij in promotiebudgetten en ontwikkel slimme communicatiestrategieën op internet. Buit free publicity meer dan 100% uit.

Vastgoed/horeca

Twijfelachtig. Snij radicaal in kosten voor te dure locaties. Dat je per sé op een toplocatie moet zitten, is in deze tijd van terugval achterhaald. Veiligheid en prijs zijn de doorslaggevende factoren. De horeca in de culturele sector heeft stelselmatig te maken met te hoge loonkosten. In crisistijd killing. Zo snel mogelijk omkijken naar alternatieven op basis van extern ondernemerschap om zo het risico te spreiden. Sluit desnoods de keuken en maak afspraken met de Chinees om de hoek.

Merchandising
Heel specifiek bij jongeren een inkomstenbron. Snij in dure designkosten en besteed dit uit aan studenten. Daar zit mogelijk nog echte innovatie. In ieder geval geen experimenten voor een doelgroep boven de 23 jaar.
   
Externe bronnen:

Sponsoring
De dood in de pot. Het bedrijfsleven zit klem. Lopende contracten worden opgezegd of uitgekleed, grote terughoudendheid is waar te nemen bij nieuwe projecten. Persoonlijke sponsorvriendschappen houden stand, netwerken zijn te vluchtig. Sponsoring heeft mogelijk een kans als onderdeel van een publieksevent: voor wat, hoort wat. Stuur geen brieven, maar gebruik de telefoon of val op met een persoonlijke e-mail.

Matching
Perspectiefvol. Matching wil zeggen dat een financier (fonds) een bijdrage geeft onder de voorwaarde dat ook andere (fondsen) dit doen. Motief is om een zo hoog mogelijk (sociaal) rendement uit de besteding te halen. De crisis biedt mogelijkheden om deze samenwerking verder te onderzoeken en specifieke arrangementen te ontwikkelen. Ook fondsen staan onder druk en op deze wijze kan toch resultaat behaald worden.

Co-financiering
Meest kansrijk. In co-financiering (samen met creatieve en wellicht niet-creatieve bedrijven) ligt juist vanwege de crisis een grote kans om nieuwe partners te zoeken die ook op zoek zijn naar alternatieve mogelijkheden en werkwijzen. Juist bij co-financiering krijgt cultureel ondernemerschap haar glans. Een mooie opgave: hoe houd je je eigen zelfstandigheid staande binnen een samenspel van afspraken met derden. Wie een naar binnen gekeerde bedrijfsvoering heeft, staat op achterstand.

Fondsvorming
Alleen voor echt innovatieve cultureel ondernemers. Momenteel volg ik een creatief bedrijf dat een groep van gelijkgestemde, private financiers aan zich wil  binden. Met een inleg van 25.000 per deelnemer verkrijgt men ‘creatief aandeelhouderschap’. De opbrengst zit mede in het gebruik kunnen maken van de nieuwe producten en werkwijzen die het creatief bedrijf ontwikkelt. Een soort kraamkamer die altijd nog goedkoper is dan een eigen R&D afdeling. De creatief aandeelhouders vormen een community die zowel over de strategie als de financiering van gedachten wisselt.
   
Algemene bronnen:

Mecenaat
Grillig. Nina Brink en Herman Heinsbroek, twee multimiljonairs, stellen dat kunst hen troost geeft in de huidige crisistijd. Nog een stapje verder en ze nemen een groep kunstenaars bij de arm. Moet vooral gebeuren en elke euro die naar kunst en kunstenaars gaat, is er één. Voorlopig zien grote particuliere vermogenden hun vermogen tot 50% verdampen. Organiseer hier vooral het toeval.

Overheidsfaciliteiten

Uitproberen. De overheid helpt wankelende bankiers, maar krachtige creatieve bedrijven die met zo’n slordige 25.000 euro tijdelijk erg geholpen zouden zijn, hebben het nakijken. Toch proberen met name de gemeentelijke en provinciale overheden te interesseren voor microkredietachtige faciliteiten. En de ‘Melkertbanen’ komen er zeker weer aan om de steeds groter wordende werkloosheid op te vangen. Stel nu al een plan op om optimaal gebruik te kunnen maken van de nieuwe faciliteiten. Wie dan achter het net vist, heeft niet opgelet.

Subsidie
Een basissubsidie zorgt voor een zekere continuïteit. Vraag als commercieel bedrijf innovatiesubsidies aan. Ga onmogelijke combinaties aan (Stad zoekt boer, Opvangcentrum voor Verlaten Robots) om patroondoorbrekende innovaties te kunnen realiseren. Bouw not for profit subsidies af als deze boven de 51% uitkomen. Op langere termijn is hiermee de bedrijfsvoering verzekerd.

Observatie 3: Fondsen staan met de mond vol tanden
Begin 2008 kon nog gedacht worden dat de financiële crisis de ‘echte’ economie niet zou raken of een Amerikaanse aangelegenheid zou blijven. In september 2008 werd duidelijk dat het dreigend instorten van de financiële markt de aanzet vormde tot een economische recessie die in het vierde kwartaal bewaarheid werd. De redding van Fortis, begin oktober, zette iedereen op scherp. Iedereen? In ieder geval niet de publieke en private fondsen die in deze crisis het spoor geheel bijster lijken. Er worden geen nieuwe speerpunten geformuleerd, er worden geen nieuwe stappen gezet om de sector van dynamische impulsen te voorzien, er komt geen systeem van basisfinanciering voor creatieve bedrijven die steun nodig hebben. Ook de fondsen zijn behept met een mooi-weer-management en nu het stormachtig is, schiet dit management schromelijk te kort. Grote uitzondering vormt de VandenEnde Foundation waarvan directeur Ryclef Rienstra (in MMNieuws 10/2008) naar voren bracht dat juist door de crisis een beter (financieel) cultureel ondernemerschap kan ontstaan.

Observatie 4. Kennisinstellingen missen slagkracht
Voor een succesvol cultureel ondernemerschap is een krachtige CMKB sector van groot belang. In Utrecht is met steun van innovatiefondsen een speciaal programma CMKB Utrecht opgezet en uitgevoerd. Kernpunten vormden het versterken van de zichtbaarheid van de creatieve bedrijvigheid en het versterken van de eigen bedrijfsplanning. Toen in september de crisis ernstig toesloeg hebben we vanuit het lectoraat Kunst en Economie geprobeerd om via een quick scan greep te krijgen op de gevolgen van de crisis voor de verschillende deelsectoren van de creatieve industrie. Het is ons niet gelukt deze scan van de grond te krijgen, deels omdat de techniek ontbrak, deels vanwege het gebrek aan financiële middelen om zo’n onderzoek op gezaghebbende manier uit te voeren. Deze ervaringen willen we gebruiken om een hechter financieel platform te vormen dat met steun van onderzoeksfondsen wel zo’n onderzoek kan uitvoeren. Ook van andere kennisinstellingen hebben we begrepen dat zo’n onderzoek gewenst is. Wellicht kunnen brancheorganisaties aansluiten bij dit initiatief.

Van mooi-weer-kunstmanagement naar strategisch cultureel ondernemerschap: Creative Finance moet worden uitgedaagd om dit ondernemerschap te faciliteren.

Auteur: Giep Hagoort is cultureel ondernemer en hoogleraar en lector kunst en economie aan de Universiteit Utrecht en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht giep.hagoort@central.hku.nl
Referenties: 
468

Reactie verzenden

Share This