Selecteer een pagina

De culturele sector heeft meer kapsalons nodig

Algemeen
De kapsalon heeft in de afgelopen jaren een flinke opmars gemaakt. Vooral onder jongeren is de kapsalon populair. De kapsalon bestaat uit friet, bedekt met shoarma, afgetopt met Goudse kaas, even onder de grill gezet zodat de kaas smelt, met bovenop salade. Vaak wordt de kapsalon geserveerd met knoflooksaus en sambal. Het gerecht ontstond in 2003 toen Nathaniël Gomes, de eigenaar van een Rotterdamse kapsalon aan de Schiedamse weg, bij de daarnaast gelegen shoarmazaak El Aviva een lunchschotel liet samenstellen met daarin al zijn favoriete ingrediënten. Als je me een jaar geleden zou zeggen dat ik dit zou eten, zou ik je voor gek verklaren, maar het is verrukkelijk.

Misschien kunnen we vernieuwing binnen de culturele sector vergelijken met vernieuwing binnen de snacksector. We hebben een traditioneel beeld van dingen beter maken. Dit kan door beter gekwalificeerd personeel, betere ingrediënten gebruiken en betere marketing, zonder dat het product hiermee fundamenteel verandert. We verzinnen stoplappen als crowdfunding om de vraag en het aanbod van het reguliere aanbod nog dichter bij elkaar te brengen. Maar is dit de oplossing? Crowdfunding lijkt nog het meeste op die kipkluifjes die je met vrienden met het laatste bij elkaar geschraapte geld deelt na een zware nacht. Het is een snelle oplossing om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Maar het branderige gevoel in de mond helpt niet tegen de kater.
 
Laten we eens nuchter kijken naar hoe je de frietscene kunt innoveren en wat je hier als culturele organisatie mee kunt doen. Met Incubate begonnen we op de traditionele manier. De eerste jaren investeerden we in beter aanbod, een betere organisatie en betere omstandigheden voor de optredens. Al snel kwamen we erachter dat we hiermee zouden meegaan in de ratrace van culturele instellingen: allemaal vissen uit de zelfde artiesten- en publieksvijver, terwijl de Unique Selling Points van de organisatie niet veranderen. Daardoor zouden we nog meer moeten investeren in artiesten, marketing en organisatie waardoor we in een vicieuze cirkel zouden terechtkomen. Een vicieuze cirkel waardoor alle organisaties op elkaar gaan lijken.
 
Als frietondernemer kun je ook de straat op gaan, en voor het voetbalstadion je product verkopen. Daarmee zoek je een nieuwe context op. Het vergt een andere attitude, want je komt in een andere omgeving met een andere taal. Bij Incubate zagen we dat projecten waarbij we een nieuwe setting opzochten werkten. Kraaklink is een serie van hedendaags gecomponeerde muziek in een kraakpand. Heavy Metal Bowlen is Heavy Metal en bier op een bowlingbaan. En met optredens in Natuurtheater Oisterwijk organiseerden we concerten op een plek waar normaal nooit concerten plaats vinden. We verbreedden ons festival door de omgeving nadrukkelijk als setting te gebruiken en nieuwe podia voor nieuwe cultuur te zoeken.
 
Laten we nog even teruggaan naar de friet. Je kunt het gewoon verkopen, maar je kunt ook nadrukkelijk samenwerken met een partner om te investeren in een gedeelde visie en doelstelling. Een voorbeeld van dit soort vraaggestuurde innovatie is de samenwerking tussen Mc Donalds en Dreamworks, waarbij beide bedrijven investeren in synergie. Dit soort samenwerkingverbanden heten co-marketingallianties en komen vooral in de sport en in het zakenleven voor. Een voorbeeld hiervan is onze samenwerking met Freshheads, een bedrijf voor nieuw internet dat onze website verzorgt. Voor hen is Incubate een proeftuin om nieuwe toepassingen uit te proberen, die later verder uitgebouwd en ingezet kunnen worden bij andere opdrachtgevers. Dit soort samenwerkingsverbanden hoeven niet alleen digitaal. Boerderij ’t Schop is biologische boerderij in Hilvarenbeek. Met hen investeren we in artiesten en publiek, wat voor bezoekers een nieuwe ervaring van het platteland oplevert. Ook gebruiken we waar mogelijk streekproducten van de boerderij in onze catering. Zo wordt een culturele connectie ook een economische connectie. Voor Boerderij ’t Schop levert een nieuwe doelgroep op, maar nog belangrijker: het levert een proces op waarbij beide partners langzaam naar elkaar toe groeien. Komend jaar verzorgt Incubate de muziekprogrammering op de open dag en er zullen in de toekomst zeker nog veel nieuwe projecten volgen.
 
Maar wat is dan de kapsalon van de culturele innovatie? In mijn ogen is dit als de innovatie van buiten de organisatie komt, je je daar bewust van bent, en dit daarom aanmoedigt. Een voorbeeld hiervan in Intrubate, waarbij kunstenaars tijdens Incubate een piratenversie van het festival maakten. Zij wezen ons daarmee op onze blinde vlekken. Een ander voorbeeld is platenwinkel Sounds, die tijdens Incubate en buiten het festival om een eigen muziekprogramma voeren. Anderen zien Incubate hierbij als een motivatie om zelf te organiseren. Door deze ontwikkelingen te stimuleren, en het DNA van het festival open te stellen maken we kapsalons mogelijk. Als je me een jaar geleden zou zeggen dat ik dit zou eten, zou ik je voor gek verklaren, maar het is verrukkelijk. 
Auteur: Tekst: Joost Heijthuijsen Joost Heijthuijsen is directielid financiering en marketing bij Incubate, een community op het gebied van independent culture. Daarnaast is hij actief als publicist en adviseert hij diverse organisaties op het gebied van innovatie (joost@incubate.org).
Referenties:  
468

Reactie verzenden

Share This