Ik wilde de tentoonstelling van Joep graag zien. Joep is de koning van Rotterdam. Hij kleurt de stad en schetst de outlines waarbinnen de anderen kunnen en mogen opereren. Tussen de vele geweldige kunstenaars, topdesigners en vermaarde architecten is hij degene die het tempo aangeeft en de bandbreedte bepaalt. Als Joep binnenkomt, straalt de rest. Wij zijn de nederige dienaars en volgelingen in de stad waar het altijd op alle mogelijke manieren waait. Toen ik daarzo in het regenachtige Aken tussen zijn werk liep (de kinderen stevig bij de hand, want dat hebben die Duitsers graag – overigens werden we ook keurig gewaarschuwd voor de expliciete beelden en tekeningen) dacht ik geen seconde aan cultureel ondernemerschap. Mijn hoofd dwaalde niet in de richting van maatschappelijk succes, want Joep is geen cultureel ondernemer. Hij is een kunstenaar met een geweldige drive. Zoveel drive, dat hij een atelier nodig heeft om al dat werk zo mooi te maken en niet omdat het stoer is om een atelier te hebben (wat elkaar natuurlijk niet uitsluit). Overigens was de catalogus nog niet af. Over cultureel ondernemerschap gesproken.
En dan, omdat ik het toch niet kan laten. Hier nog een aantal tips om cultureel ondernemer te zijn met minder geld:
• Kunstcollecties van musea verkopen (waarom niet, 80% is toch vulling);
• in China kopieën laten maken van kunst en deze tentoonstellen. Dit bezuinigt veel op de beveiligingskosten en verzekeringen. Mensen die het origineel willen zien maken een afspraak en betalen 50 euro;
• meer acteurs dubbelrollen laten spelen;
• orkestleden meerdere instrumenten laten bespelen zodat niet voor één partij de fluitiste ook uit Amsterdam hoeft te komen;
• niet meer verbouwen of verhuizen naar goedkopere
locaties.
En tenslotte de verzuchting: blij dat rijke stinkerds als Ludwig zoveel poen nalaten dat zo’n prachtige tentoonstelling kan worden gemaakt. Leve de ongelijkheid! Volgende keer graag gewoon in het Boijmans en om de kosten te drukken mogen het wat mij betreft gerust perfecte Chinese kopieën zijn. Het werk van Joep stijgt er toch wel bovenuit.