Selecteer een pagina

De kracht van nichefestivals

Impressies van festivalbezoek in het buitenland

Algemeen, Communicatie
Een festival is een succes als de optredens een combinatie van ‘verstilde aandacht’ en ‘gezamenlijke extase’ bij het publiek realiseren. Een meeslepende wisselwerking tussen performers en toeschouwers komt niet tot stand als het publiek vooral komt om te flaneren en zichzelf te manifesteren. Een trend die is waar te nemen in festivalland. Er zijn echter festivals waar de bezoekers het aanbod op de podia wel centraal stellen en niet voortdurend in de weer zijn met elkaar of hun Facebookvrienden. Dit geldt vooral voor festivals die zich op een afgebakend genre richten.

Één van mijn favoriete niches is wereldmuziek.
Deze wat muffe verzamelterm duidt op uiteenlopende
niet-westerse muziekgenres, waarbij
vaak sprake is van mondiale cross overs. Denk
aan gospel singers met Pakistaanse tablaspelers
of soefi met flamenco, maar ook aan meer ruige
genres zoals afrobalkan of Mongoolse rock. Mijn
liefde voor dit soort muziek maakte me vaste
bezoeker van het vierdaagse
Sfinks in België en
het negendaagse Festival de Fès des Musiques
Sacrées du Monde in Marokko. Want dat doet een
geslaagd festival: het zorgt dat je elk jaar weer
terug komt. Sfinks boekt vaak adembenemende
acts en de sfeer is erg gemoedelijk. Het festivalterrein
is echter nogal klein en onaantrekkelijk
en na enkele edities gaat de schamele, door
vrijwilligers verzorgde, catering tegen staan. In
Fès waan ik me, door de betoverende concertlocaties
en de hallucinerende soefinachten, in
een sprookje uit Duizend-en-één-nacht. Helaas
lopen daar opdringerige jochies rond die je met
niet beste bijbedoelingen dieper de medina in
leiden als je juist op zoek bent naar de uitweg.
Daarom keek ik dit jaar uit naar een alternatief en
kwam ik terecht in Arles.
Les Suds à Arles
Het festival in Arles bleek een schot in de roos.
De line up, randactiviteiten en sfeer deden niet
onder voor Sfinks en Fès. Moments précieux,
vroege avondconcerten in de binnenplaats
van een middeleeuws klooster, zorgden
voor verstilde momenten. Soirée Suds, late
avondconcerten in het gigantische antieke theater, brachten de nodige extase. Daarnaast
waren er gratis openluchtconcerten op diverse
knusse pleintjes. Een opluchting was dat al
deze concertlocaties – ook ’s nachts – risicoloos
waren te bezoeken. Bovendien kon je op de
talloze terrasjes van betaalbare Franse cuisine
genieten. Als klap op de vuurpijl vond er ook
een fotobiënnale plaats. Dit maakte het mogelijk
om concerten af te wisselen met exposities.
Je kon ook nog eens in de voetsporen van Van
Gogh te treden, die zijn laatste levensjaar in
Arles doorbracht. Tevens bood de stad kansen
om frivole zomerjurkjes of andere typische
Franse hebbedingetjes te scoren.
Als klap op de vuurpijl sloot dit festival af
met La Nuit: op 16 locaties in de stad vonden
concerten en theatrale evenementen plaats.
Tot diep in de nacht liepen er vrolijke mensen
van alle leeftijden over straat, ook zeer jonge
kinderen. Die ontspannen sfeer verbaasde me,
want als in mijn woonplaats Rotterdam de stad
als podium wordt gebruikt, struikel je al snel
over brallende ruziezoekers, die zich er niet voor
generen om in je portiek te plassen of te kotsen.
Wat een verademing is zo’n nacht in Arles dan.
Succesfactoren
Hoe komt het dat het publiek van de drie
genoemde festivals, zelfs als het een nacht
doorhaalt,
zich zo plezierig gedraagt? Ik denk
doordat op alledrie de festivals toewijding en
concentratie bij het publiek wordt bevorderd
door allerlei educatieve randactiviteiten. Er
zijn programmaboekjes met veel en heldere informatie. Alle concerten, ook die in de open
lucht, worden ingeleid met een toelichting op
de historie van de ten gehore gebrachte muziek
en de achtergronden van de muzikanten. Er zijn
publieke gesprekken en akoestische sessies met
gastmuzikanten, vaak in het kader van radioopnames.
Ook zijn er lezingen of debatten over
specifieke muziekgenres of herkomstlanden.
Voor degenen die actiever willen deelnemen
is er een scala aan muziek- en dansworkshops.
De interesse en het respect voor de performers
die hiermee worden gestimuleerd, zijn duidelijk
voelbaar.
Specifiek voor Arles is dat een groot deel van
het publiek uit de directe omgeving komt. Dat
ontdekte ik doordat winkeliers en restauranthouders
me herkenden als festivalbezoeker,
omdat ze zelf kennelijk ook naar veel concerten
gingen. Daarbij ontmoette ik geen andere
buitenlanders bij de concerten, terwijl ik
die elders wel voortdurend tegenkwam. Het
geringe geografische bereik van het festival
is niet zo vreemd, want alle informatie (op de
website, in de gedrukte media en bij mondelinge
overdracht) is louter in het Frans. Kennelijk een
effectieve manier om de sfeer intiem te houden.
Door een niche centraal te stellen, te zorgen
voor een line-up en concertomstandigheden
die zowel verstilling als extase mogelijk maken
in combinatie met educatieve randactiviteiten,
ontstaat een festival voor echte liefhebbers.
Daar kunnen waardevolle ervaringen het winnen
van plat vermaak. Wanneer zo’n festival ook nog
eens is ingebed in een aantrekkelijke omgeving
met nog veel meer attracties dan is er sprake
van een top festivalbeleving.

Auteur: Letty Ranshuysen onderzoekt en becommentarieert de cultuursector (www.lettyranshuysen.nl).

468

Reactie verzenden

Share This