Selecteer een pagina

De macht van de massa?

Fondsenwerving

Crowdfunding: particulieren die een cultureel product financieel steunen door middel van kleine donaties aan een kunstenaar of project naar keuze. Voordelen: de cultuursector is niet meer afhankelijk van de subsidies alleen en het publiek wordt direct betrokken bij nieuwe projecten: het lijkt alsof de heilige graal van cultuurfinanciering gevonden is. Succes is er inderdaad, maar dat komt niet vanzelf.

Films, documentaires, muziek, fotografie, games, toneel, boeken: voor de cultureel geëngageerde consument is de laatste tijd zowat alles wel te crowdfunden. Met meer dan 6500 geslaagde projecten sinds 2009 is het Amerikaanse Kickstarter momenteel de internationale gigant op crowdfunding gebied. Nederlandse crowdfunding projecten zijn nog lang niet zo ver, maar er wordt hard aan de weg getimmerd. Het eerste Nederlandse initiatief, SellaBand, dateert al weer uit 2006, maar pas in de afgelopen twee jaar lijkt crowdfunden echt te zijn doorgedrongen in de Nederlandse cultuurwereld. Toch is een groot aantal culturele instellingen nog schuchter. Hoe en waar kan crowdfunding ingezet worden en waar moet je op letten als culturele instelling of individuele kunstenaar om je financiering rond te krijgen? We gingen kijken bij een aantal van de meer succesvolle projecten in Nederland.

Ieder begin is moeilijk
Voordekunst werd in 2009 opgericht met een subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Doel: financiering voor kunstprojecten, los van overheidssubsidies, bevordering van cultureel ondernemerschap en publieke betrokkenheid bij het maken van (moderne) kunst. Inmiddels hebben 29 projecten financiering gevonden via de website. Het bleek in het begin moeilijk om kunstenaars over de streep te halen en de eerste stappen moesten gezet worden door Voordekunst zelf, zo vertelt oprichter Roy Cremers. Langzaamaan kwam een aantal succesvolle projecten in de schijnwerper. De timing zat ook mee: Voordekunst ging live vlak na Prinsjesdag 2010 en bood een positief alternatief voor de rap slinkende overheidssubsidies. Roel van de Weijer schetst een soortgelijk beeld. Van de Weijer ging zelf als filmkunstenaar op zoek naar financiering. Toen dat moeilijker bleek te gaan dan gedacht, viel zijn oog op crowdfunding. CineCrowd was het resultaat, een website die zich richt op de financiering van (vooralsnog) kleine films. Anders dan Voordekunst begon Van de Weijer zonder enige subsidie. De website van CineCrowd werd door vrienden in elkaar gezet, startkapitaal moest zelf verzameld worden. Ook Van de Weijer had in het begin moeite met het aantrekken van zowel kunstenaars als financiers. Nadat de eerste twee films de nodige media-aandacht kregen begon het balletje te rollen en meldden steeds meer filmmakers zich aan. Binnen zes maanden stond CineCrowd met een eigen programma op het Nederlands Film Festival.

Lessen uit de praktijk 
Praktijk ervaring genoeg, maar dat ging soms met vallen en opstaan. Zowel Cremers als Van de Weijer benadrukten een aantal belangrijke punten voor elke nieuw crowdfunding project. Het begin ligt al bij een goed deurbeleid. Dat is cruciaal bij het hoog houden van de kwaliteit van het aanbod. Projecten moeten nu eenmaal praktisch haalbaar zijn en daarnaast goed te presenteren aan een breder publiek, hoe avant-gardistisch hun opzet ook kan zijn. Maar een streng deurbeleid is pas de eerste stap: een goed project zonder donateurs komt nog steeds niet van de grond. Naast een helder concept, dat voor de donateur in kwestie makkelijk te bevatten is, is de gunfactor ook van groot belang: een financier moet geld willen steken in een project, ook al weet hij of zij dat daar geen directe financiële compensatie tegenover staat. Een persoonlijk verhaal of gepassioneerde motivatie van een project is essentieel in het over de streep trekken van een geïnteresseerde donateur. Films, vertelt Van de Weijer, hebben daarnaast ook een zekere glamour over zich, waar mensen graag deel van uit maken.

De donateurs, zo merken Cremers en Van de Weijer beiden op, zijn voor het overgrote deel particulieren die een kleine donatie storten, in plaats van bijvoorbeeld een bedrijf dat in één keer een groot deel van de financiering verzorgt. Zowel Voordekunst als CineCrowd hanteren een ‘niet geslaagd, geld terug’ model. Particuliere donaties kunnen variëren van 10 tot 5.000 euro, deels afhankelijk van het minimum bedrag dat een crowdfunding platform aanhoudt. Juist omdat er vooral particuliere donateurs zijn, moet er binnen een project wel sprake zijn van een zekere urgentie. Verreweg de meeste donaties vinden plaats bij de aanvang en tegen het einde van de financieringsperiode die kunstenaars aangewezen wordt. Juist in deze periodes krijgt het publiek het gevoel dat er een wezenlijke, zelfs doorslaggevende bijdrage geleverd kan worden; het is daardoor minder snel geneigd om contributies uit te stellen. Reden dus voor CineCrowd en Voordekunst om strakke deadlines te hanteren. Om zelfs de twijfelaars nog over te halen worden ook bijna overal goodies ingezet: kleine compensaties en bedankjes van de kunstenaar in kwestie. Dit loopt van een bedankbriefje of entreekaartje voor kleine donaties tot een opvoering bij de donateur thuis bij grotere bedragen; het is volledig door de kunstenaar zelf te bepalen wat hij terug geeft aan zijn publiek. Juist omdat ze een tastbaar bewijs leveren voor een gemaakte donatie zijn goodies een goede manier om de band tussen kunstenaar, publiek en project te versterken.

Zonder inspanning geen succes 
Zowel CineCrowd als Voordekunst zijn overkoepelende organen. Maar hoe kijkt een individuele projecthouder hier tegen aan? Daniëlle Schel, op zoek naar financiering voor haar toneelvoorstelling Onderweg, hoorde via haar netwerk over Voordekunst en besloot mee te doen. Het echte werk, zo stelt Schel, begon pas na de selectieprocedure. Het kostte veel tijd en moeite om het benodigde aantal euro’s bij elkaar te krijgen. Schel zocht allereerst in haar eigen netwerk naar financiers, via zowel sociale media als ouderwetse brieven. Zo groeide Onderweg langzaam in bekendheid. Ook na een donatie bleef Schel contact houden met haar publiek. Ze stuurde bedankbrieven rond en hield haar financiers op de hoogte over de laatste ontwikkelingen. Enthousiaste donateurs zorgden voor verdere naamsbekendheid en een groeiend aantal schenkingen. Ook Cremers en Van de Weijer bevestigen dat. Projecten hebben publiciteit nodig en donateurs vervullen een rol als ambassadeur, die binnen hun eigen netwerk reclame kunnen maken voor een project of kunstenaar. Een dankbare Schel wist haar beoogde doel van 1.900 euro afgelopen zomer te behalen en kon haar stuk begin september op het Amsterdam Fringe Festival ten tonele brengen. Crowdfunding wordt vaak geassocieerd met starters zoals Schel, maar het concept is in principe overal inzetbaar. Het Amsterdam Museum bewijst dat een dergelijk financieringssysteem ook binnen een traditioneler kader past. In oktober 2011 is het precies 200 jaar geleden dat Napoleon Bonaparte in een kleine triomftocht Amsterdam binnentrok. Reden dus om het enorme doek van Matthieu van Bree, dat deze gebeurtenis afbeeldt, te restaureren.

Een dure klus, zeker voor een schilderij van zo’n omvang, dat al een goede eeuw opgerold in de museumkelder heeft gelegen. Via bedrijven en cultuurfondsen kon niet genoeg geld binnengehaald worden voor de tweede fase van de restauratie. Wel bleek er de nodige persaandacht te zijn voor Napoleon en het schilderij, aldus Denise de Boer, manager Fondsenwerving. Het Amsterdam Museum koos ervoor om crowdfunding in te zetten om de restauratie te bekostigen en het publiek te betrekken bij dit stuk Nederlands erfgoed. De verschillende personen op het doek kunnen tegen een bepaald bedrag ‘geadopteerd’ worden Napoleon zelf gaat voor 250 euro onder de hamer. Als goodie krijgen de donateurs daarvoor een certificaat en informatie over de persoon die ze sponsoren. De eerste donaties stromen inmiddels binnen.

Toekomst door crowdfunding
Over de toekomst van crowdfunding in de culturele sector zijn de meningen verdeeld. De Boer ziet het Amsterdam Museum crowdfunding vaker inzetten voor dergelijke projecten, maar is sceptisch over het nut van crowdfunding voor de algemene exploitatie van het museum. Juist omdat een persoonlijk gevoel van binding en urgentie van belang is, is het moeilijk een hele tentoonstelling zo te financieren. Ook Schel ziet het nut van crowdfunding voor individuele projecten, maar ziet zichzelf in de toekomst het liefst bij een traditioneel productiehuis, dat naar haar mening een veel stabielere omgeving vormt op gebied van financiering, productie en het binnenhalen van speelplekken. Van de Weijer denkt daar anders over. Als het aan hem ligt staat CineCrowd aan het begin van een compleet nieuwe manier om films te financieren en produceren, ook volledige speelfilms. Met Voordekunst hoopt Roy Cremers eenzelfde effect te hebben op de Nederlandse kunstwereld, mocht de opwaartse trend van de afgelopen twee jaar zich doorzetten.

Crowdfunding: de resultaten zijn positief, de reacties enthousiast. Het is zeker geen manier om slapend rijk te worden, want het vergt veel moeite en constante aandacht om een project in goede banen te leiden. Een aantal kernpunten staat centraal. Helderheid en presenteerbaarheid van een project, een sterke mate van urgentie en de communicatie tussen projecthouder en publiek, in de vorm van persoonlijk contact en goodies. Natuurlijk is crowdfunding geen panacee voor de financiële problemen van de cultuursector. Wel biedt het een unieke kans voor kunstenaars en culturele instellingen om financieel op eigen benen te staan in economisch moeilijke tijden.

 

Auteur: Stefan Penders Stefan Penders is Research Master student Oude Geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij versterkt momenteel Buro Menno Heling en Plaatsen van Betekenis als redacteur (stefan@plaatsenvanbetekenis.nl).

468

Reactie verzenden

Share This