Selecteer een pagina

De noodzaak van een Kleinbettingen in een creatieve economie

Algemeen
Naar aanleiding van: Healey, P. (2004), The Treatment of Space and Place in the New Strategic Spatial Planning in Europe. In: International Journal of Urban and Regional Research, Vol. 28.1, 2004. Sassen, S. (1991), The Global City: New York, London, Tokyo. Princeton NJ: Princeton University Press


Het is evident dat we op weg zijn van een (traditionele) diensteneconomie naar een belevenis-, kennis-, of creatieve, of netwerkeconomie (of hoe we het uiteindelijk ook gaan noemen). Dat betekent inderdaad dat er genvesteerd moet worden in creatieve bedrijvigheid en kennisintensieve sectoren als kunst en cultuur, technologie, financin, informatica, advocatuur en reclame.

Het Amsterdamse gemeentebestuur vertaalt dit door te willen […] investeren in winners en niet in loosers, onder de slogan weg met de armen en de sloebers, zoals Het Parool kopt.
Saskia Sassen, hoogleraar in Chicago, wees er begin jaren negentig echter al op dat die nieuwe economie (met een grote E) niet gedijt zonder de economie met een kleine e: de informele economie. Naast de steeds rijkere tweeverdienende superprofessionals groeit er in de stad een arme onderklasse die de routinekarweitjes moet opknappen. Soms gebeurt dat door legale en illegale immigranten die weer een hele eigen, informele economie onderhouden. Zij overleven in de wereldstad die voor de middenklasse te duur wordt. Het ondergrondse textielatelier, het vergunningloze Afrikaanse restaurant in de huiskamer en de illegale kinderoppas zijn net zo belangrijk voor een wereldstad als (voor) de geslaagde topadvocaat in zijn nieuwste BMW.

Vervolgens moet erop gewezen worden dat arm niet per definitie kansarm betekent. Een beetje stad zit vol (arme) studenten, bohmiens, kunstenaars. Zij zijn de dragers van het tolerante, dynamische en creatieve klimaat; zij zijn de architecten van de sfeer in de publieke ruimte, kenmerken van Amsterdam waar buitenlandse stadswetenschappers zo euforisch over schrijven.
En bovendien: rijk en creatief gaan niet zonder meer hand in hand. Where any view of money exists, art cannot be carried on, zei William Blake ooit.

De hier beschreven dynamiek van de stad staat ogenschijnlijk haaks op de beleving van het verstilde en onthaaste landschap. Ogenschijnlijk!
Onthaasten is door onder anderen Juliette Schor, tijdens haar professoraat in Tilburg, gepresenteerd als leefstijl. Een leefstijl als reactie op het hedendaagse drukke bestaan dat zich kenmerkt door wringende werk-, zorg- en vrijetijdspannen. Er zijn inderdaad voorbeelden van mensen die zich uit het maatschappelijk leven terugtrekken, een kot in het bos timmeren en volstrekt autarkisch door het leven gaan.

Doorgaans echter is onthaasten veel minder een leefstijl, dan wel een activiteit die wordt ingepast in het als druk omschreven alledaagse bestaan. Deelname aan onthaastende activiteiten als massages, saunabezoek, wandelen in Nepal, bezoek aan lounges en esoterische bijeenkomsten, zijn de laatste jaren toegenomen. Het simpelweg thuis op de bank liggen met de krant van gisteren heeft een uiterst suf imago. Welbeschouwd verhoogt het onthaasten de dagelijkse tijdsdruk.

Nee, onthaasten zit ons allen, ook de creatieven en andere urban professionals, in het bloed. Zo heb ik afgelopen maand aansluitend op een bezoek aan een symposium in Luxemburg over stedelijke landschappen een wandeling gemaakt door een onthaast landschap: van Ptange naar Kleinbettingen, langs de Belgische grens. Tijdens deze tocht van 16 kilometer zagen we alleen twee tractoren die het verstilde landschap in een lijzig tempo doorploegden. Halverwege, in het gehucht Grass, opende het enige caf om twee uur s middags zijn deur, waarna de (meestal tandenloze) dorpsbewoners er gemoedelijk hun post ophaalden, onder het genot van een glas bier en een drpke (een lokaal stooksel).

Ons ritme kende helaas nog niet de rust van de dorpsbewoners. We dronken wat meer, en vervolgden onze weg voor de laatste vier kilometer. Ik verzonk in nostalgische gedachten, zocht koortsachtig de hand van mijn geluk, en bedacht dat nog geen tweehonderd kilometer ten zuiden van Maastricht een landschap ligt dat ik herkende als de tijd van mijn jeugd. En het nadeel van een prettige jeugd is dat je bij tijd en wijle terugverlangt naar die tijd, naar dat landschap, naar die mensen.

Nostalgie is een onthaastende, maar creatieve activiteit, waar we passende landschappen voor nodig hebben.

Overigens, we gaan het op een congres van de Hogeschool Inholland begin juni hebben over netwerkeconomin en new urban landscapes, en Saskia Sassen komt ons op weg helpen.

Auteur: Jos Gadet Jos.Gadet@Inholland.nl
468

Reactie verzenden

Share This