Werken en werven
Mensen en collecties samenbrengen is de kernachtige samenvatting van de Am -missie. Om die waar te maken startte zij enkele overkoepelende diensten op: Behoud en Beheer, de Fotodienst en de dienst Publiekswerking en Communicatie. Zij doen wat voor de individuele musea niet mogelijk is: ze cordineren gezamenlijke projecten, fungeren als aanspreekpunt, denktank en expertisecentrum, stimuleren samenwerking en zijn een doorgeefluik van ideen naar de musea.
Publiekswerking en Communicatie neemt afstand van de eigenlijke museumwerking en biedt een bredere kijk op de bezoekersproblematiek: wie is de Antwerpse museumbezoeker, wat verwacht hij van zijn bezoek en hoe maken we dat zo aangenaam mogelijk? Deze discussie wordt zo breed mogelijk gevoerd: door een overlegstructuur te creren op stedelijk museaal n op breder museaal niveau, en ook door steeds terug te koppelen naar de partners in het veld.
De activiteiten publiekswerking en communicatie/publiekswerving zijn nauw met elkaar verbonden. De ene draagt zorg voor de museumbezoeker, de andere probeert hem te overtuigen de museale stap te zetten. Een goede wisselwerking versterkt het imago van de museumgroep. In de meeste musea is bovendien de publiekswerker ook met de externe communicatie belast. Juist om hen op beide vlakken de nodige steun te bieden werd de overkoepelende cel publiekswerking uitgebreid met een communicatieluik. De musea hebben nu een aanspreekpunt voor pers en promotie en de museummedewerkers, met wie er maandelijks overleg is, kunnen een beroep doen op een expertisecentrum.
Samen apart
De musea beschouwen de overkoepelende dienst vooral als functioneel voor de promotie. Zo zal de gezamenlijke verspreiding van folders, affiches en advertenties op termijn zorgen voor minder werkdruk binnen de musea en het imago van de stedelijke musea versterken. Ook voor sponsoring en mediapartnerships ervaren de musea de samenwerking als een pluspunt. Het zorgt voor interessantere returnpakketten.
Voor perscontacten ziet men de cel, gezien de eigenheid van de musea, vooral als ondersteunend: uitwisselen van persbestanden, hulp bij persontmoetingen, persberichten enzovoort. Merchandising wordt dan weer zowel overkoepelend (bv. postkaarten, potloden, balpennen) als per museum uitgewerkt; sommige items zijn namelijk erg museumeigen. De cel bewaakt wel de huisstijl.
Midden 2002 werd een portaalsite van de stedelijke musea gelanceerd, met opnieuw de boodschap eenheid in verscheidenheid. De musea bepalen zelf welke informatie op de individuele websites komt, maar de inhoud van de portaalsite wordt overkoepelend verwerkt. Hier kan de pers terecht voor alle informatie over tentoonstellingen. Wie meer wil, klikt door naar de website van het betrokken museum.
Planning wordt overkoepelend gecordineerd. De cel zet een langetermijnplanning uit en bepaalt samen met de museummedewerkers het communicatietraject voor het komende jaar. Hoe, naar wie en wanneer promoot je Am als groep en toon je toch de eigenheid van elk museum op zich? Hoe positioneert de groep zich ten opzichte van andere partners?
Het grotere verhaal
Om de externe communicatie zo efficint mogelijk te laten verlopen kijkt Am ook naar partnermusea (zie kader) en naar collegas uit de cultuurtoeristische sector die de musea meenemen in hun (inter)nationale promotie. Alleen zo kan het verhaal van de stedelijke musea zijn juiste plaats vinden binnen het grotere museale stadsweefsel. Met dat grotere verhaal wil Antwerpen nu duidelijker naar buiten komen. Er beweegt wat in het Antwerpse museumlandschap (denk aan de geruchtmakende opening van het MoMu). Antwerpen heeft als Museumstad veel te bieden. Gebundelde communicatie kan die rijkdom alleen ten goede komen.
Am
Am Musea Antwerpen brengt tien musea samen n het Stedelijk Prentenkabinet, het Rubenianum, de erfgoedcel en de projectgroep MAS, die het Museum aan de Stroom voorbereidt. De Cordinatie Musea overkoepelt het geheel en maakt deel uit van de bedrijfseenheid Sport en Cultuur van de Stad Antwerpen. De vzw Financieel Beheer Promotie Stad Antwerpen verzorgt de financile en boekhoudkundige transacties.
Van Am maken drie door de Vlaamse gemeenschap erkende musea deel uit: het Etnografisch Museum, het Openluchtmuseum Beeldhouwkunst Middelheim en Museum Plantin-Moretus. Er is n erkend samenwerkingsverband: De Kunstmusea (Rubenshuis, Museum Mayer van den Bergh en Museum Smidt van Gelder). De andere Am-musea zijn: Brouwershuis, AMVC-Letterenhuis, Nationaal Scheepvaartmuseum, Volkskundemuseum, Vleeshuis.
Andere musea in de stad behoren tot andere beleidsniveaus: Diamantmuseum, MoMu,
Zilvercentrum Sterckshof en binnenkort Fotomuseum (provinciaal), MuHKA, KMSKA (Vlaamse Gemeenschap). Tot de priv-musea behoren onder meer het Rocockxhuis en het Van Mieghem Museum.
Er is sprake van meer wissel- en samenwerking tussen alle musea, zeker voor de publiekswerking en de externe communicatie, maar er wordt nog gezocht naar een structurele basis voor deze samenwerking.
