Eind 2016 stopt de Agenda Toekomst Religieus Erfgoed. Dit programma heeft zich de afgelopen jaren gericht op het verzamelen van nieuws, kennis en het aanjagen van discussie over en samenwerking op het gebied van religieus erfgoed. Ter gelegenheid van het slotsymposium spreekt de redactie met projectleider Mirjam Blott.
Wat zie je vanuit jouw ervaring als belangrijkste trend ten aanzien van monumentaal erfgoed, hergebruik en toerisme, en met name religieus erfgoed?
Van huis uit ben ik kunsthistorica. Sinds mijn studie voelde ik mij met name aangetrokken tot het verbinden van kunst en bijzondere plekken met het grote publiek. Ik kwam terecht bij het Utrechtse Museum Speelklok, waar ik mij in dat opzicht voluit kon ontwikkelen. Het museum, gevestigd in een voormalige kerk, bezit een collectie automatische muziekinstrumenten die op voorhand al door veel doorgewinterde museumbezoekers als redelijk obscuur werd beschouwd. Toch wist het museum in de loop der jareneen massaal internationaal publiek te trekken. En iedereen, ook de aanvankelijke sceptici, verliet het museum voldaan, met brede grijns en flonkerende ogen. Je maakte hier iets mee! Er klonk niet alleen volop muziek, maar er werden ook verhalen verteld die bezoekers meevoerden en raakten. Deze les – dat een goed verhaal de kracht heeft om een bijzondere plek tot leven te brengen – neem ik in mijn huidige praktijk als zelfstandig adviseur en projectleider mee. In deze verhalen ligt ook een kans voor veel gebouwen, zoals kerken en kloosters, die een lange historie van geslotenheid naar de buitenwereld toe hebben, in een letterlijke en een figuurlijke zin. Door de deuren wijd open te zetten en het publiekschatten te tonen, omlijst met een rakend verhaal, vergroot monumentaal erfgoed zijn maatschappelijke waarde en versterkt het en passant de economische basis.
Mirjam Blott:
Alle partners spannen zich in het maatschappelijk draagvlak voor religieus erfgoed voor de toekomst te verbreden en te verstevigen.Waarom moet religieus erfgoed behouden blijven?
De komende jaren verliezen duizenden kerken en het leeuwendeel van de kloosters hun religieuze functie. Naar mijn overtuiging overleven deze gebouwen alleen als daar voldoende maatschappelijk draagvlak voor is. Dat draagvlak komt onder meer tot uiting in de inzet van talloze vrijwilligers die zich op allerlei manieren inzetten voor het behoud van hun gebouw, maar ook in de reuring die ontstaat bij omwonenden en betrokkenen als een gebouw met sluiten en soms zelfs sloop wordt bedreigd. Religieus erfgoed is bij uitstek emotioneel erfgoed. Niet alleen de kerkgangers maar ook omwonenden hechten zich aan deze plekken, vanwege de iconische waarde in hun wijk of als plek van herinnering. Voor veel gebouwen die hun religieuze functie behouden, zal andersoortig gebruik gericht op een breed publiek, moeten zorgen voor extra inkomsten. Voor gebouwen die leeg komen te staan, zullen nieuwe eigenaren gevonden moeten worden, die met veel lef en passie daar een nieuwe functie voor willen ontwikkelen. En voor al die gebouwen, in welk gebruik dan ook, vormt publiekstoegankelijkheid een belangrijke opgave.
Wat waren de doelstellingen van de Agenda Toekomst Religieus Erfgoed toen je begon met je werk? Wat is daarvan terecht gekomen?
De Agenda Toekomst Religieus Erfgoed is een vervolg op het Jaar van het Religieus Erfgoed in 2008, waarbij ik eveneens als projectleider betrokken was. Dit themajaar zette de schoonheid maar ook de problematiek van religieus erfgoed landelijk op de kaart. Voor het eerst tastten eigenaren, overheden en maatschappelijke organisaties oplossingsrichtingen gezamenlijk af. Het jaar 2008 was echter ook het begin van de economische crisis met fikse overheidsbezuinigingen tot gevolg. Bovendien verviel na het themajaar de verbindende motor achter een pril netwerk en veranderde het politieke landschap. Het Jaar van de Buitenplaats en het Jaar van de Boerderij volgden, en zo raakte het religieus erfgoed een beetje uit het vizier.
In 2012 nam de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed het initiatief om met de belangrijkste landelijke spelers binnen dit thema om tafel te gaan en te verkennen hoe het religieus erfgoed er voor stond. Het was nauwelijks een verrassing dat de situatie onverminderd alarmerend was, en dat de prognoses aangaande het behoud van gebouwen in religieuze functie zelfs verder waren verslechterd. Men kwam al snel tot de conclusie dat partnerschap het sleutelwoord voor het behoud van religieus erfgoed, wat leidde tot het vormen van een samenwerkingsagenda: Agenda Toekomst Religieus Erfgoed. Inhoudelijk betrokken partners benaderen hierin de problematiek als een collectieve opgave met aandacht voor zaken als exploitatie en nieuwe financieringsvormen. Er werden open gesprekken gevoerd over het religieus functieverlies en de herbestemming van oude gebouwen; een soms pijnlijke transitie. De intentie was om te verhelderen waar bijvoorbeeld wet- en regelgeving nieuwe ontwikkelingen bemoeilijkten, of hoe transitieprocessen versoepeld konden worden. Het ging over de belangrijke vraag, op basis van welke waarden en criteria straks de keuze kan worden gemaakt welke gebouwen moeten worden behouden en welke, hoe hard ook, wellicht zullen verdwijnen. Concreet bestond de Agenda uit zeven punten, die bij elkaar alle aandachtspunten en kansen omvatten in relatie tot onroerend en roerend religieus erfgoed, zowel in voortgaand gebruik, in de ‘tussentijd’ en met het oog op nieuw gebruik.
De afgelopen jaren organiseerde ik met de partners vanuit de Agenda een reeks debatten, seminars en lezingen, verschenen handreikingen en werd via het digitale platform www.toekomstreligieuserfgoed.nl over allerlei actuele zaken gecommuniceerd. Wetenschappers en ondernemers werden uitgenodigd een frisse blik op bestaande vraagstukken te werpen. Projecten als ‘Adopteer een Kerk’ en ‘Open Kerken en Kloosters’ (dit laatste initiatief in samenwerking met VSBfonds) zetten aan tot nieuwe bewegingen met een accent op publieksbereik. Om de kracht van religieus erfgoed als toeristische trekpleister te onderstrepen, organiseerden wij, in samenwerking met de United Nations World Tourism Organization in oktober 2016 een meerdaags internationaal congres. Een reeks van nationaal en internationaal gerenommeerde experts toonden aan dat het toeristisch benutten van religieus erfgoed van grote maatschappelijke en economische waarde is, niet alleen voor de gebouwen zelf maar ook voor de omliggende omgeving.
De Agenda zette religieus erfgoed – in al zijn schoonheid en problematiek – weer stevig op de kaart. Bij overheden, van gemeentes tot in Den Haag, komt religieus erfgoed volop in beeld. Het is met het oog op de grote uitdagingen die nog zullen volgen van belang deze energie en inzet vast te houden. Het einde van de Agenda is daarom meteen ook de start van een nieuw begin. Op 8 december presenteren de landelijke partners een gezamenlijke strategie voor de komende jaren. Belangrijke punten in die strategie zijn het voorzetten van de samenwerking, het centraliseren van kennis en het vinden van een nieuwe balans in het behoud en de ontwikkeling van de gebouwen en interieurs van onder meer rijksmonumenten. En last but not least: alle partners spannen zich in het maatschappelijk draagvlak voor religieus erfgoed voor de toekomst te verbreden en te verstevigen. Hierbij speelt toerisme en publieksbereik een centrale rol. Ik ben ervan overtuigd dat deze strategie tot waardevolle nieuwe ontwikkelingen zal leiden, die voor het religieus erfgoed veel kansen bieden. Ik zal die ontwikkelingen vanaf het nieuwe jaar met veel belangstelling volgen, en zie uit naar nieuwe thema’s en gebieden binnen de erfgoedwereld waar ik mijn bijdrage kan leveren aan het verbijzonderen, ontwikkelen en verbinden.