Selecteer een pagina

De uitdaging

Algemeen
1 januari 2009: de oprichtingsdatum van de Stichting Amsterdams Historisch Museum. Na een jarenlange voorbereiding door de organisatie is een mijlpaal bereikt; de verzelfstandiging van de Dienst Historische Musea van de Gemeente Amsterdam is een feit.

Exact een jaar eerder maakt het vakgebied marketing zijn intrede binnen de organisatie. Dit is één van de laatste ingrediënten om het recept van de verzelfstandiging goed te laten smaken. Het Amsterdams Historisch Museum en Museum Willet-Holthuysen staan nu voor de uitdaging gedeeltelijk eigen inkomsten te genereren. Waar voorheen een focus op communicatie en pers lag, wordt er vanaf dag 1 hard gewerkt aan het opbouwen van een marktgerichte denkwijze, markt- en productkennis en het verkennen van de mogelijkheden tot structurele bronnen van inkomsten en bezoekers. Wat is de financiële situatie, het bezoekersprofiel, de sterkten, zwaktes, kansen en bedreigingen én het potentieel? Al snel blijkt dat de grootste winst die op zeer korte termijn behaald kan worden de denkwijze en beleving binnen de huidige organisatie is. Het medewerkersbestand (100 fte) werkt vol passie voor het museum, maar met een hiërarchische, ambtelijke werkinstelling. Er heerst een ‘9 tot 5 mentaliteit’ binnen het instituut. Plannen voor de bedrijfsvoering en verbeterslagen worden veelal geïnitieerd naar voorbeeld van collega-musea. Door andere voorbeelden en denkwijzen in de week te leggen, collega’s mee te nemen of op pad te sturen én te confronteren met de mogelijkheden die de wijde wereld te bieden heeft, ontstaat er echter een flinke omslag in denkwijze bij het overgrote deel van de organisatie. 
 
Ondanks bestaande producten wordt gedacht vanuit een marktintroductie. Timing is het sleutelwoord en zonder onmogelijkheden wordt er naar de vraag van de markt gekeken. Feiten zijn leidend. Onconventionele manieren van klantenbinding én waardering leidden tot positieve reuring, maar ook gefronste wenkbrauwen en achterdochtige blikken. Er bruist iets, maar vooralsnog zijn het verhalen en plannen die mensen ter harte nemen. Veel mensen zijn van nature kat-uit-de-boom-kijkers en dat blijkt hier ook het geval. Clichés als ‘Eerst zien dan geloven’ en ‘Als één schaap over de dam is, volgen er meer’ blijken nog steeds actueel. Gelijktijdig met de verzelfstandiging krijgt de organisatie een nieuwe directeur. De start van Paul Spies, kunsthistoricus, Amsterdammer én ondernemer, geeft de organisatie de smoel die het nodig heeft; als één van de jongste museumdirecteuren gaat hij aan de slag bij ’het Historisch’.
 
Door te experimenteren blijkt dat beperkingen uit het verleden het imago het museum gebrandmerkt hebben. Kunstenaars van wereldfaam als Edward Kienholz worden genegeerd door de massa; men verwacht geen kunstwerken uit de jaren zestig in een historisch museum. Toch blijkt word-of-mouth ook nu de sterkste vorm van reclame, want als op 6 januari 2011 de nieuwe naam Amsterdam Museum en het logo, als onderdeel van het vernieuwde imago, onthuld worden, klinkt er geen negatief woord. De menigte is zichtbaar bekend met de visie en beschouwt het als een logische stap die vroeg of laat ingezet moest worden om een nieuwe positionering body te geven en een belofte te bieden naar de vraag van de markt.

Op 20 mei 2011 presenteert het Amsterdam Museum een nieuwe vaste opstelling zonder zijn deuren ook maar één dag te hebben hoeven sluiten of media voer te bieden voor nóg een museum in de stad dat in verbouwing gaat. Een introvert museum dat de historie van Amsterdam predikt, is dan getransformeerd naar een instelling met een bloeiende basis voor een culturele attractie over het verhaal van Amsterdam. De bezoeker wordt aangetrokken of opgezocht met een assortiment aan producten en diensten waarin hij als gebruiker kan participeren en mee-discussiëren over de onuitputtelijke verhalen over Amsterdam op een manier die aansluit bij zijn gebruiken. Tussen 1 januari 2008 en 1 januari 2011 is het team Marketing & Communicatie gegroeid van 3 medewerkers en 1 stagiair tot 10 medewerkers en 8 stagiairs en is men actief voor 13 musea in plaats van 2. Het team bestaat uit een mix van jonge professionals en ervaren krachten, met allemaal één gemeenschappelijke deler; aan oud zeer hebben zij geen boodschap. Transparantie, het lef om kwetsbaarheid te tonen, durven te vragen, positiviteit en kennisdeling leiden tot een nieuwe generatie en de verspreiding van nieuw gedachtegoed. Hoeveel uitdaging wil je hebben? 

Auteur: Tekst: Matthijs Bakker Matthijs Bakker is sinds 2008 werkzaam bij de Stichting Amsterdam Museum. Sinds 1 januari 2011 is hij binnen de organisatie actief als marketing manager (trade@amsterdammuseum.nl).
Referenties:  
468

Reactie verzenden

Share This