Selecteer een pagina

De uitdaging

Een nieuw cultureel hart voor ‘s Hertogenbosch

Algemeen
Het Noordbrabants Museum en het Stedelijk Museum ’s Hertogenbosch komen eind 2012 samen op één locatie: het Museumkwartier ’s Hertogenbosch. Een culturele topattractie voor naar verwachting 175.000 bezoekers. De grootste uitdaging vormt niet de ingrijpende renovatie, uitbreiding of nieuwbouw, maar de onderlinge krachtenbundeling en de gezamenlijke fondswerving. Het Museumkwartier wil publiek en bedrijfsleven verleiden.

Het was zo eenvoudig nog niet, herinnert Hans Dona, ex-wethouder van cultuur van de gemeente Den Bosch, zich. In zijn ‘regeerperiode’ werd voor het eerst onderzocht of beide musea in een museumeiland op de locatie van het Noordbrabants Museum gevestigd zouden kunnen worden. ‘Samenwerking is mogelijk, maar het vraagt veel zorg,’ zo voorziet hij al in eerste interviews uit 2003. ‘Beide musea verschillen natuurlijk van sfeer. Het Noordbrabants Museum is een cultuurhistorisch museum, waarbij de nadruk ligt op het artistieke. Daar tegenover staat het Stedelijk Museum. Hier ligt de nadruk op hedendaagse kunst en design. Bezoekers verschillen ook in opleiding en leeftijd, zo blijkt uit onderzoek. Maar als je de belangen van beide musea veiligstelt en waarborgt, kan het prima,’ meent Dona.

In Den Bosch is gekozen voor een samenwerking op onderdelen en niet voor samenvoeging of fusie. De renovatie en uitbreiding van het Noordbrabants Museum en de nieuwbouw van het Stedelijk Museum zijn in de zomer van 2010 van start gegaan en beloven een prima voortgang. Dit ondanks een vertraging als gevolg van een verzakte hijskraan, die afgelopen november het 18-eeuwse Gouvernementspaleis, de statige entree van het Noordbrabants Museum, dreigde te verpletteren. Het Museumkwartier haalde met dit nieuws alvast de headlines van alle landelijke dagbladen en zelfs enkele internationale media. De hijskraan werd in allerijl gedemonteerd en eventuele nare gevolgen werden voorkomen.

 
Kijken, beleven en ontdekken
Door de realisatie van het complex wordt historie verbonden met eigentijdse cultuur. Het belooft de bezoekers een totaalervaring. De geschiedenis van Brabant, oude en nieuwe meesters, cultuurhistorische publiekslievelingen, vernieuwende hedendaagse kunst, design, keramiek en sieraden – in de tientallen zalen van het museumcomplex zullen verscheidene presentaties tegelijk te zien zijn. Een mix van wisselende en vaste opstellingen, met als absolute trekpleister; de wereld van de beroemde kunstschilders Jheronimus Bosch, Vincent van Gogh en de familie Breughel. Dit alles wordt gepresenteerd met de best denkbare en modernste (audiovisuele) middelen. Maar de komst van het Museumkwartier betekent voor beide musea bovenal de ruimte en faciliteiten om meer en grootsere tentoonstellingen te realiseren. De totale ruimte voor exposities wordt bijna verdubbeld. Een droom voor de directeuren Charles de Mooij (Noordbrabants Museum) en René Pingen (Stedelijk Museum). Ze delen een scala aan gemeenschappelijke voorzieningen, zoals het auditorium en het café-restaurant, werken samen op het gebied van automatisering en facilitaire zaken en stemmen programmering op elkaar af. Op loopafstand van het Museumkwartier bevinden zich een bruisende winkelstad, een theater, een muziekcentrum, de Sint-Jan, meerdere galerieën, vier kleinere musea, vele antiquariaten en een bijna Zuid-Europese keuze aan restaurants en horeca. 
 
Vernieuwende partnerships
De ontwikkelingen zijn veelbelovend. Naast de opdracht om de geschetste cultuurverschillen in de praktijk te managen wacht de hoofdrolspelers nóg een uitdaging: het vinden van sponsors en partners uit Den Bosch. Want hoewel provincie en gemeente het Museumkwartier in de basis financieren (renovatie en nieuwbouw) zijn inkomsten van ondernemers, particulieren en fondsen nodig om het project tot volle bloei te laten komen. Dit geld is bestemd om de inrichting van het Museumkwartier te verbeteren, passend bij de door alle partijen gewenste nationale aantrekkingskracht en allure. Hiertoe start in het voorjaar een wervingscampagne. Bureau Van Dooren Advies uit Amsterdam is benaderd als coördinator en uitvoerder. Projectleider Marloes Mulder (33) licht toe. ‘Onze verwachting is dat het bedrijfsleven het Museumkwartier ook zal omarmen. Het gaat de musea niet alleen om extra inkomsten maar ook om wederzijdse inspiratie. Speciaal voor ondernemers en vermogende particulieren is een gedifferentieerd aanbod van rechten en privileges ontwikkeld. Van zeer toegankelijk tot zeer exclusief. We gaan ervoor en worden gesteund door een netwerk van topondernemers uit de regio die zich als ambassadeur hebben verbonden aan het Museumkwartier.’ 
 
De vraag of beide musea wel of niet bij elkaar passen, vindt Mulder nu veel minder relevant. ‘De wisselwerking is voor bezoekers aantrekkelijk. Nu liggen er voor de musea juist enorme kansen om zich gezamenlijk beter te presenteren. De ontwikkelingen in museumland vragen om clustering. Musea kunnen van elkaar profiteren. Deels komt dat voort uit de wens tot meer efficiency, maar het belangrijkste motief is de noodzaak om rekening te houden met de wensen van de gebruikers van deze voorzieningen. Die willen een breed pakket aan culturele diensten op één locatie of in ieder geval geconcentreerd binnen één gebied.’ Mulder heeft zich niet verbaasd over de emoties die het nieuwe merk Museumkwartier bij sommigen oproept. ‘De meeste mensen zijn enthousiast. Het zal toch voor iedereen duidelijk zijn dat hier sprake is van een plus-plus situatie.’ 
Auteur: Tekst: Camiel Overgaauw Camiel Overgaauw is als senior adviseur werkzaam bij Van Dooren Advies, bureau voor communicatie, sponsoring en fondswerving. (camiel@vandoorenadvies.nl)
Referenties:  
468

Reactie verzenden

Share This