Selecteer een pagina

Digitale generatie niet naar online museum

Algemeen
Internetgebruik weerspiegelt jeugdcultuur 
Vrijwel alle tieners in Nederland hebben thuis toegang tot internet. Gamen en online communicatie, inclusief de sociale netwerk sites, zijn favoriet en vormen inmiddels een centraal onderdeel van de jeugdcultuur. Ook als tieners op zoek gaan naar culturele informatie vormt het internet het belangrijkste medium, belangrijker dan televisie of kranten. Op internet zoeken ze dan vooral informatie over populaire cultuur (muziek, film en televisie). Hier wordt in verschillende online omgevingen ook veelvuldig onderling over gesproken. De populairste culturele onderwerpen waar -tieners dan over praten zijn muziek (66%), tv-programma’s (66%) en films (61%). Daarmee weerspiegelt het hun offline interesses.

Praten over normale dingen
Internet is een verlengstuk van het dagelijks leven en vormt geen stimulans om nieuwe wegen te verkennen. Over alle culturele onderwerpen praten tieners in het echt meer dan op internet. Rosa (3 vmbo) verwoordt dat als volgt: ‘Ik heb het op internet over dingen die mij interesseren. En dat kan ook over cultuur gaan. Het foute beeld is ontstaan dat het op msn nergens over gaat. Soms is dat natuurlijk wel zo, maar over het algemeen gaat het gewoon over dingen waar je normaal ook met iemand over zou praten.’ De nadruk op populaire cultuur betekent echter niet dat tieners het online in het geheel niet over kunsten hebben. Van de ondervraagde 12-18-jarigen praat 14% via internet over ballet of dans, 8% over monumenten en 5% over klassieke concerten.
Cultuurwebsite geen trigger voor hogere culturele activiteit 
Hoewel nogal wat culturele instellingen in de online activiteiten van jongeren een nieuwe kans zien om deze groep te bereiken, bestaat onder tieners weinig animo voor bijvoorbeeld virtuele rondleidingen en geluidsfragmenten op culturele websites. Ook het benaderen van de tieners via sociale netwerksites lijkt weinig kans van slagen te hebben. Slechts 11% van de tieners vindt het (heel) belangrijk dat culturele instellingen een Hyve hebben. Het beeld van de meerderheid wordt weinig zachtzinnig door Sema (3 vmbo) onder woorden gebracht: ‘Je kan er toch niks mee. De meeste -mensen hebben Hyves voor vrienden en ze willen aandacht. Wat voor bericht of comment ga je naar een Hyve van een museum schrijven?’
Meisjes en havo/vwo-leerlingen actiever
De samenstelling van de groep tieners die online wel culturele informatie zoekt, zelf culturele informatie creëert en hierover communiceert is weinig verrassend. In lijn met eerder onderzoek naar offline cultuurparticipatie zijn meisjes ook online cultureel actiever dan jongens, zowel in het zoeken en creëren van culturele informatie als in het hierover communiceren. Als het aankomt op moeilijkere culturele activiteiten, dan doen jongens dit vaker (bijvoorbeeld bewerken van video en maken van muziek). Ook zijn scholieren die hogere vormen van voortgezet onderwijs volgen actiever dan hun leeftijdsgenoten op het vmbo. Opmerkelijk genoeg zijn er geen verschillen tussen autochtonen en tieners uit andere etnische groepen.
De invloeden die er toe doen
Verschillen in online culturele activiteit zijn in belangrijke mate toe te schrijven aan reeds bestaande interesses, aan de inbedding in sociale netwerken en aan de beheersing van digitale vaardigheden. In de eerste plaats zijn tieners die belangstelling tonen voor cultuur in het echte leven ook online geïnteresseerd. Dit betekent ook dat tieners die offline niet -geïnteresseerd zijn in cultuur, dit online ook niet zijn. In de tweede plaats zijn tieners met een cultureel actief sociaal netwerk ook op internet cultureel actiever. Vooral het bezoek aan culturele instellingen of voor-stellingen door ouders en vrienden van tieners werkt door in de culturele activiteit. Ten derde zijn tieners die langer online zijn en beter om kunnen gaan met de pc en het internet, cultureel actiever op internet. Een laatste en wat meer verrassende conclusie is dat de online cultuurdeelname van leerlingen op cultureel en digitaal actieve scholen niet hoger ligt dan die van leerlingen op scholen die hier minder aandacht aan besteden.

Auteur: Marjon Schols en Jos de Haan zijn werkzaam bij het Sociaal en -Cultureel Planbureau (j.de.haan@SCP.NL)

468

Reactie verzenden

Share This