Selecteer een pagina

Duurzame Monumentenzorg

Twee disciplines leren van elkaar

Beleid

Historische gebouwen zijn bijzonder. Ze vertellen een verhaal en betekenen iets voor de plek, de omgeving en voor de mensen die het gebouw mogen gebruiken. Dat geldt voor beschermde monumenten, maar ook voor de talrijke historische gebouwen die niet officieel beschermd zijn maar wel degelijk cultuurhistorische waarden bezitten. Als we al deze bijzondere gebouwen in gebruik willen houden moeten we wel zorgen dat het comfort acceptabel is en de energierekening betaalbaar blijft. Dat kan meestal niet op dezelfde manier die we graag bij overige bestaande gebouwen toe passen: goede isolatie van de buitenschil en moderne effectieve installaties. Andere oplossingen zijn nodig.

Ingrijpen in gebouwen met cultuurhistorische waarden vergt maatwerk en dat geldt ook voor energiebesparende maatregelen en duurzame energieopwekking. In het ‘Lerend Netwerk Duurzame Monumentenzorg voor Overheden’ hebben zeven grote monumentengemeenten, een provincie en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gedurende drieënhalf jaar verkend hoe de expertise van de twee disciplines (duurzaamheid en monumentenzorg) te combineren is, om zo oplossingen te vinden die bijdragen aan een lager energieverbruik mét behoud van cultuurhistorische waarden.

Duurzaamheid en monumentenzorg zijn twee disciplines die elkaar heel goed kunnen versterken, maar die soms ook op gespannen voet met elkaar staan. Monumenten zijn onze meest dierbare en meest kwetsbare gebouwen. Ze kunnen bijzonder zijn vanwege hun originaliteit en authenticiteit, hun zeldzaamheid, hun betekenis voor de omgeving, hun bijzonder gebruik en hun steeds weer bewezen flexibiliteit. Ze doen ertoe omdat ze een bijzondere plek innemen in het oeuvre van een belangrijke architect, omdat er een bijzonder gebeurtenis aan is verbonden en zo zijn er nog tal van redenen te noemen. Vaak is er sprake van een combinatie van bovengenoemde motivaties. Monumenten zijn beschermd omdat we waarderen wat generaties voor ons hebben gepresteerd en omdat we ze willen doorgeven aan toekomstige generaties. Ook duurzaamheid is gericht op de toekomst: duurzame bouwprojecten zijn niet alleen gericht op de belangen van mensen hier en nu, maar houden rekening met de belangen van mensen daar en later. Duurzame monumentenzorg betekent dus ook dat toekomstige generaties deze bijzondere gebouwen moeten kunnen gebruiken. Dat is niet vanzelfsprekend, zelfs niet wanneer de functie behouden blijft. De eisen en wensen die we nu aan gebouwen stellen zijn anders dan de eisen van de generaties voor ons. Veel bewoners en gebruikers van monumentale panden klagen bijvoorbeeld over te lage temperaturen in verblijfsruimten, over tocht en koudeval bij ramen en over torenhoge energierekeningen. Dit geldt vooral voor gebouwen die onregelmatig worden gebruikt en over beperkte budgetten beschikken, zoals kerken en gebouwen met een (vaak culturele) evenementenfunctie.

Het blijven gebruiken van gebouwen is wel een duurzaamheidmaatregel bij uitstek. Door een langere levensduur wordt sloop en nieuwbouw voorkomen, waardoor minder grondstoffen nodig zijn en minder energie wordt verbruikt voor bouw en transport. Daar staat tegenover dat historische gebouwen vaak een hoog energieverbruik hebben, veroorzaakt onder meer door hoge ruimten/grote volumes, een niet of nauwelijks geïsoleerde buitenschil en verouderde installaties. Een hoog energieverbruik leidt tot een hoge energierekening: als deze kosten zo hoog worden dat gebruikers deze niet meer kunnen opbrengen dreigt het verlies van functie. Er moet dan worden gezocht naar een nieuwe gebruiker, eventueel een nieuwe functie en in het ergste geval dreigt leegstand – zowel vanuit duurzaamheid als ook vanuit monumentenzorgperspectief geen wenselijke scenario’s.

Lerende ontmoetingen 

In 2010 ging het ‘Lerend Netwerk Duurzame Monumentenzorg voor Overheden’ op initiatief van de Nyenrode Business Universiteit van start. Leden van het netwerk zijn naast zeven grote monumentengemeenten (Arnhem, Delft, Den Haag, Haarlem, Hilversum, Nijmegen, Utrecht) ook de provincie Drenthe en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het netwerk is opgericht vanuit de overtuiging dat er win-winsituaties te vinden zijn zowel voor duurzaamheid als voor het behoud van cultuurhistorische waarden als men bereid is om van elkaar te leren en zich te laten inspireren door de expertise van de andere discipline.

Daarom was een voorwaarde voor de deelnemende gemeenten en provincie dat zij vertegenwoordigd zijn met beide disciplines: duurzaamheid en monumentenzorg. Waar bij de ene organisatie al voor de start veel en intensief werd samengewerkt, bleek bij een andere organisatie samenwerking eerder uitzondering dan regel. Door steeds weer met elkaar in discussie te gaan en ook te horen hoe de samenwerking bij de andere organisaties plaats vindt, werden nieuwe relaties gecreëerd en bestaande relaties verdiept. Door de regelmatige contacten leerde men elkaars standpunten kennen, wat steeds weer stof tot nadenken leverde. Hiervoor werden netwerkbijeenkomsten georganiseerd, werkgroepen opgericht, onderzoeksvragen  opgepakt en ‘lerende ontmoetingen’ met experts uit de praktijk georganiseerd. De thema’s van de lerende ontmoetingen werden, net als de onderzoeksvragen, door de netwerkleden zelf bepaald. Er kwamen verschillende onderwerpen aan bod, zoals ’welke kansen biedt pre-concurrentieel aanbesteden voor duurzame monumentenzorg?’, ’hoe verloopt bij de netwerkleden de samenwerking tussen de disciplines?’ en ‘hoe kan een krimpende en faciliterende overheid de kwaliteit van duurzame monumentenzorg waarborgen?’

De lerende ontmoetingen leverden inspirerende discussies op, zowel tussen de disciplines als binnen de eigen discipline. Gedurende de looptijd van het netwerk vonden daarnaast een aantal ingrijpende veranderingen plaats. De economische crisis trof de bouwsector harder en langer dan in het begin verwacht, met als gevolg dat de aandacht van veel partijen in de sector verschoof van nieuwbouw naar de bestaande bouw. Ook de belangstelling voor duurzame monumentenzorg nam toe, onder meer bij architecten, aannemers en leveranciers, die nieuwe concepten en technieken presenteerden. Mede als gevolg van de crisis groeide bij professionele partijen in de bouwsector ook het bewustzijn dat meer aandacht nodig is voor de wensen van eigenaren/gebruikers van gebouwen. Er is een verschuiving gaande van vooral aanbodgericht naar meer vraaggericht bouwen. Daarnaast ontwikkelden burgers gezamenlijke initiatieven om bijvoorbeeld hun straat of wijk te verduurzamen of nieuwe bestemmingen te vinden voor industrieel erfgoed in hun stad. Samenwerking wordt onder meer georganiseerd via social media en nieuwe financieringsmodellen (waaronder crowd funding, ESCO’s, GreenLease) bieden onverwachte kansen.

Bezuinigingen en reorganisaties leiden bij vele organisaties tot onzekerheid over de toekomst van de eigen functie. De rol van de overheid verandert, maar hoe de nieuwe rol in praktijk te brengen is soms nog een zoektocht. Ondertussen wordt, door het verschuiven van geldstromen en verantwoordelijkheden  van nationaal naar lokaal niveau, de rol van gemeenten belangrijker, ook op het gebied van monumentenzorg. Dit biedt kansen om beter rekening te houden met de specifieke lokale context, maar vereist goede communicatie met burgers en bedrijven om verschillen in beleid en vergunningverlening uit te leggen. Anders kunnen deze verschillen als willekeur worden ervaren.

Steeds meer professionals in de bouwsector zijn inmiddels overtuigd: Het wordt nooit meer zo als voor de crisis. De bouw bevindt zich in een ingrijpende transformatieperiode. De antwoorden hoe hiermee om te gaan variëren, ook bij de netwerkleden. In januari 2014 werden de ervaringen van het netwerk tijdens een manifestatie in de Pieterskerk in Utrecht gepresenteerd en in workshops verdiept. Hierbij vertelden de deelnemers ook hoe zij de in het netwerk opgedane kennis en ervaringen in hun eigen organisatie hebben toegepast. De voorbeelden varieerden van discussies over het nut van (energie-)labels voor monumenten in Den Haag, het intensieve en creatieve communicatietraject tussen de gemeente en een eigenaar van een monumentaal kantoorpand in Utrecht, thema-avonden en een duurzaamheidsbeleid voor twee tuindorpen in Hilversum die mogelijk worden aangewezen als beschermde stadsgezichten, het ondersteunen van wijkinitiatieven in Haarlem en de integratie van erfgoed in de duurzaamheidsagenda in Nijmegen met onder meer een atlas waarin de mogelijkheden voor zonnepanelen gecombineerd worden met de spelregels van monumentenzorg. Verschil mag er zijn Duurzame monumentenzorg vereist maatwerk, samenwerking tussen disciplines, de bereidheid om out of the box te denken, dus creativiteit en goede communicatie – hierover zijn de netwerkleden het eens. Hoe dit in de praktijk te brengen en waar de zwaartepunten te leggen, daarover kunnen de meningen verschillen. We hebben in het netwerk met elkaar veel geleerd over duurzame oplossingen uit het verleden en over de kansen en beperkingen van moderne oplossingen. We hebben onze ervaringen gedeeld over het omgaan met ingrijpende veranderingen. We hebben geleerd dat het niet mogelijk is, om alle standpunten met elkaar te delen – en dat dit ook helemaal niet nodig is. Wel hebben we geleerd hoe verrijkend het kan zijn om goed naar elkaars standpunten en achterliggende argumenten te luisteren, door te vragen. Soms leidt dit tot een herziening van de eigen standpunten, in andere gevallen helpt het om de eigen standpunten beter te onderbouwen, met als gevolg dat deze ook beter gecommuniceerd kunnen worden naar eigenaren en gebruikers van historische panden. Lokale verschillen mogen er zijn, ze moeten wel uit te leggen zijn!

Auteur: Birgit Dulski is senior researcher bij Nyenrode Business Universiteit in het Center for Entrepeneurship and Stewardship, waar ze zich heeft gespecialiseerd in de relatie tussen duurzaamheid en erfgoed. Daarnaast werkt ze als senior adviseur bij het NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie, www.nibe.org), waar ze zich vooral met praktijkprojecten bezig houdt.

468

Reactie verzenden

Share This