Selecteer een pagina

Een digitalisering van de cultuur?

Algemeen
De informatie- en kennisindustrie maakt op dit ogenblik een stormachtige groei door. De ontwikkelingen zijn dermate ingrijpend dat er gesproken wordt van een informatierevolutie. Het duidelijkst manifesteren deze ontwikkelingen zich in de opkomst van het internet.


Ook culturele instellingen zien in dat het internet een geheel nieuw scala aan mogelijkheden biedt om jezelf aan een breed publiek te presenteren, om snel informatie te verspreiden en om kaartverkoop te vergemakkelijken en/of te stimuleren.
Inmiddels staan de adviseurs in de rij om deze instellingen te vertellen hoe zij hun website het best kunnen inrichten. Volgens de auteurs van Winnen met uw website (zie MMNieuws 99/2) valt er nog veel te verbeteren.

Een digitalisering van de cultuur?

Veel sites in de culturele sector zouden allesbehalve doelgroepgericht zijn en zich nog te veel richten op de inhoud. Belangrijker is de vraag welke bevolkingsgroepen met het nieuwe medium bereikt kunnen worden.

Het aantal internetaansluitingen in Nederlandse huishoudens is tussen 1995 en 1998 vervijfvoudigd: van 4% naar 21%. Inmiddels zijn veel gratis internetverstrekkers op de markt verschenen, wat de verspreiding van internettoegang in de Nederlandse huizen aanzienlijk heeft versneld. Toch hebben van het begin af aan niet alle bevolkingsgroepen in gelijke mate toegang gehad tot het internet. Evenals bij andere moderne informatie- en communicatietechnologie spelen geslacht, leeftijd, inkomen en opleidingsniveau een onderscheidende rol. Mannen, die toch al vaker een technische belangstelling hebben, zijn ook in meerderheid op het World Wide Web te vinden. Hoger opgeleiden en mensen met een hoger inkomen hebben thuis veel vaker toegang tot het internet dan mensen met een lagere opleiding en een lager inkomen. Ook gepensioneerden, werklozen en huisvrouwen hebben relatief weinig toegang tot de elektronische snelweg.
Soms wordt beweerd dat sociodemografische kenmerken niet meer zouden werken voor doelgroepsegmentatie. De grote verschillen tussen bevolkingsgroepen geven echter aan dat wie klanten of bezoekers zoekt via het net er beter aan doet zich rekenschap te geven van het sociodemografische bereik.

Wanneer we diegenen, die op het werk of op school toegang tot internet hebben, optellen bij de thuisbezitters dan is het bereik van internet bijna twee keer zo groot. Eind 1998 zocht 36% van de bevolking van 18 jaar en ouder op tenminste een van de drie plaatsen toegang tot het internet. Gemiddeld genomen waren de internetgebruikers een op de drie dagen op het net te vinden. Van de internetgebruikers was 27% dagelijks op het net actief.

Naast de gebruiksfrequentie is het van belang waar surfers op het net naar zoeken. In een enqute die in het najaar van 1998 is gehouden werd gevraagd naar zes gebruiksmogelijkheden van internet: zoeken naar informatie, raadplegen van nieuwsgroepen, toegang tot on-line databases, downloaden van software, chatbox, en zomaar wat surfen. Uit de enqute bleek dat het merendeel van de internetters het net gebruikt om te zoeken naar informatie (85% van de internetgebruikers) en om zomaar wat te surfen (76%). Het raadplegen van nieuwsgroepen (38%), het zoeken van toegang tot on-line databases (35%) en het downloaden van software (44%) werd minder vaak genoemd. Chatten is het minst populair: slechts 13 procent van de internetgebruikers zocht contact via een chatbox. Wat het gebruik van het internet betreft, zijn er opnieuw nauwelijks verschillen tussen bevolkingsgroepen. Uitzondering zijn hier de tieners. Bij deze groep komt het vrijblijvend surfen op de eerste plaats en het gericht naar informatie zoeken op de tweede.

De verspreiding van culturele producten via de media heeft bijgedragen aan de vergroting van het culturele bereik. Veel niet-bezoekers van culturele instellingen komen zo toch met theater en beeldende kunst en met cultuurhistorie in aanraking. Internet biedt mogelijkheden om dit culturele bereik een extra impuls te geven. Vooralsnog is het echter een selecte groep die met dit nieuwe medium bereikt en eventueel benaderd kan worden.

Auteur: Jos de Haan
Referenties: Meer informatie: www.scp.nl, De digitalisering van de leefwereld. Bron: GNC (1998)
468

Reactie verzenden

Share This