Cordinator Geert Neirynck: Er zijn enkele vergelijkbare initiatieven, onder meer in Nederland, maar die beperken zich tot bepaalde categorien van leerkrachten. En er zijn uiteraard individuele initiatieven van musea, maar op deze schaal en met deze algemene benadering is het initiatief voorlopig uniek. Want behalve aanzetten tot cultuurbemiddeling willen we de leraren ook informeren, steunen n waardering laten blijken voor hun job. De doelstellingen zijn dus ruim.
Cultuurbemiddeling speelt een belangrijke rol: ongeveer 200 musea en natuurcentra bieden via de Lerarenkaart korting of verlenen gratis toegang en zowat 20 kinder- en jeugdtheaters ontvangen leraren gratis op try-outs en premires, of zelfs op voorstellingen. Het doel? Drempels wegnemen, waardoor leraren makkelijker op prospectie komen.
Musea nemen in het aanbod voorlopig het leeuwendeel in. Film en muziek, toch d top in de culturele belangstelling van jongeren, ontbreken. Noemen we dit dan niet beter een Erfgoedkaart?
Neirynck: We zijn inderdaad begonnen met een basisaanbod van vooral musea, maar ook een aantal theaters doet mee. Het project is nog maar een goed half jaar oud. Leraren kunnen er mee aan de slag, maar wij zijn volop bezig met de uitbreiding van het aanbod. Film staat vooraan op het lijstje. En het is ook absoluut de bedoeling er de muzieksector bij te betrekken, onder meer via de culturele centra. Dit voorjaar volgt een eerste evaluatie.
Het initiatief wordt ondersteund door een website. Momenteel is die vooral informatief, met een focus op wat het museum aan educatieve ondersteuning biedt. Neirynck: Uiteraard wordt die informatie up-to-date gehouden. Systematisch de naam en het e-mailadres aanreiken van wie verantwoordelijk is voor de educatie neemt al drempels weg. Als het initiatief op volle toeren draait, zullen cultuuraanbieders ook worden gemotiveerd om nieuwe initiatieven te ontwikkelen, omdat ze ongetwijfeld op lacunes zullen stoten. En op termijn willen we leraren ook hun lesvoorbereidingen, werkblaadjes en dergelijke op de website laten posten, waardoor anderen die kunnen gebruiken of er contact ontstaat. Nu al kunnen leraren op de site hun bezoek evalueren.
Dankzij onze website kunnen leraren hun actieradius beperken en snel zien wat er in een bepaalde streek rond een bepaald thema te doen valt. Wij willen voorbezichtiging door leraren sterk promoten. Dat zal de voorbereiding van het klassenbezoek ten goede komen en dus de kwaliteit van dat bezoek. Een leraar die een voorstelling gezien heeft, kan de leerlingen waarschuwen dat het begin van een stuk moeilijk is, maar dat je even door moet bijten. Dat kan veel ellende voorkomen. Zo voorkom je ook de averechtse reactie bij leerlingenbezoeken la Dat is niets voor mij.
Kansen voor de kleintjes?
Hildegard Van de Velde, conservator van het Rockoxhuis, een minder bekende parel in het Antwerpse museumlandschap, juicht de Lerarenkaart toe: Zeker voor een minder bekend museum is het interessant in een bredere context opgenomen te zijn. Zo hopen we nieuwe doelgroepen te bereiken, zoals technische scholen. Ik zie de website ook als een soort communicatie-instrument dat net zo goed ten dienste staat van de musea. En ik hoop dat zon website ook een dialoog opent tussen het onderwijzend personeel en de musea, om optimaal op de onderwijsnoden te kunnen inspelen. Omgekeerd kan het onderwijs bij ons misschien ideen opdoen voor hun educatieve opdrachten. Wij zijn tenslotte allemaal een beetje met hetzelfde bezig. Leraren kwamen er bij ons al jaren stilzwijgend gratis in, maar we zijn toch blij met het initiatief. Het zal een aantal leraren uit hun schelp lokken en de drempel verlagen om eens een museum binnen te lopen. En om ook de kleintjes te ontdekken!
