Selecteer een pagina

Een kijkje bij de buren

Algemeen

In het kader van de studie Kunst en Economie aan de HKU reisde een groep van twintig studenten eind januari af naar Engeland. De auteur ging mee om meer te weten te komen over het toekomstige werkveld, de ander omdat hij of zij niet goed wist wat de nieuwe industrie precies inhield. Als student aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht wordt je opgeleid tot kunstmanager, maar zon ervaring om aan den lijve te ondervinden hoe het er elders aan toe gaat, is een buitenkans.

Al twee jaar houdt het Lectoraat Kunst en Economie zich bezig met interregionale clusters van de creatieve industrie, in de vorm van ECCE. Het Economic Clusters of Cultural Enterprises-project heeft partners in Frankrijk, Duitsland, Engeland en Nederland en deelt en genereert kennis over de creatieve industrie. Het netwerk stelde studenten van de HKU in staat op bezoek te gaan bij verschillende instellingen in de partnerregio Noord Engeland. De steden, organisaties, experts en consultants als David Parrish en Tom Fleming, die de studenten bezochten, houden zich allen bezig met de regeneratie van de lokale economie en richten zich daarbij op de creatieve industrie.
In Manchester vertelde David Parrish (auteur van T-shirts and Suits) dat er in Engeland maar liefst dertien verschillende definities zijn voor de term creatieve industrie. In Nederland stuit je op vrijwel hetzelfde probleem. Doordat de term door verschillende mensen steeds anders omschreven wordt, wordt de discussie erover niet erg concreet. Engeland streeft er desondanks naar om in 2016 de creatieve industrie 50% van de totale economie uit te laten maken.

Old buildings, new ideas
Engeland heeft een flinke economische klap te verduren gehad door de neergang van de industrile economie. De projecten die zich richten op het ontwikkelen en professionaliseren van de creatieve industrie heten dus niet voor niets Regeneration Projects. Organisaties als de Creative Industries Development Agency (CIDA, Huddersfield) en de Cultural Industries Quarter Agency (CIQ, Sheffield) zetten regeneratie-initiatieven op op plekken die vroeger het hart van de industrile economie vormden en richten zich voornamelijk op het MKB. Ze worden veelal per project gesubsidieerd uit regionale of nationale projectpotjes, en soms structureel gesubsidieerd door de lokale overheden, maar overheidsinstellingen zijn het niet. Wel kijken ze kritisch naar hun klanten een benaming die wij in Nederland niet snel zouden gebruiken en getuigt van een sterke marktgerichtheid. De professionaliteit en gedrevenheid van de bezochte instellingen typeert de aanpak die Engeland volgt om de creatieve industrie op de kaart te zetten. De vele instellingen gaan gestructureerd en doelgericht te werk en hanteren duidelijke missies, visies en doelstellingen.

Om een goed beeld te krijgen van de verschillende initiatieven bracht de groep studenten een bezoek aan vier steden: Manchester, Huddersfield, Sheffield en Liverpool. Hier bleek dat vrijwel iedere instelling dezelfde doelen heeft en dezelfde methoden gebruikt om de ondernemers aan te sturen en te adviseren. Een overkoepelend orgaan of centraal informatiepunt ontbreekt echter, terwijl netwerken en kennisdeling wel worden gezien als een kostbaar goed. Een centraal orgaan zou daarom goed van pas komen. Kennis van best practices en een standaard methodologie voorkomt dat het wiel steeds opnieuw moet worden uitgevonden.

The UK Cure
Om zich tegen bovenstaande ontwikkeling te wapenen proberen organisaties als CIDA de creatieve klasse zo goed mogelijk te faciliteren. Vrijwel iedere stad zet in op professionele woon/werkruimten op mooie locaties, die voor weinig geld gehuurd kunnen worden. Zo worden kruisbestuivingen in de hand gewerkt en kunnen ondernemers ondernemen. Daarnaast zorgen ze voor impulsen door online platforms op te zetten, tijdschriften uit te geven en (netwerk-)evenementen te organiseren. Ook zijn de instellingen niet bang om commercile bedrijven te betrekken bij hun werkzaamheden. Zo worden er in Liverpool atelierruimtes verhuurd waarvan de huur deels word betaald door de Supperclub op de begane grond, en worden er penthouses verkocht waarbij de koper op zijn beurt meebetaalt aan huur van de creatievellingen op de onderste verdiepingen. Een mooi systeem dat lijkt aan te slaan.

Dus?
De slechte stand van de economie, de hoge werkeloosheid en enorme leegstand hebben ertoe geleid dat Engeland de creatieve industrie serieus neemt. Grote organisaties houden zich bezig met het professionaliseren van de sector en proberen dit zo goed mogelijk te faciliteren. Hierin is veel ondernemerschap te zien, zowel aan de kant van de creatievelingen, als aan die van de instellingen. Tot nu toe met een aanpak en op een schaal waar wij als
kikkerlandje nog wat van kunnen leren. Misschien is het een goed idee als onze beleidsmakers ook eens een kijkje gaan nemen aan de andere kant van het kanaal…

——————————————————————————————-

Uit de SICA-reeks Cultuur en Economie

Netwerkbijeenkomst:
Creative Cities de kansen van Europese regionale samenwerking voor de creatieve economie

Datum 25 april 2008
Locatie Pakhuis de Zwijger (kleine zaal, vijfde verdieping),
Piet Heinkade 179, Amsterdam
tijd 15.00-17.00 uur, inloop 14.30 uur

Kijk voor meer informatie op www.sica.nl

Steeds vaker vinden tussen verschillende steden (inter)nationale samenwerkingsverbanden plaats om het creatieve potentieel van de stad te ondersteunen. Maar hoe pak je dat als stad aan? Wie en wat heb je nodig om Europese samenwerking aan te gaan met andere steden
op het gebied van creatieve economie?

Sprekers o.a.
Roy van Dalm, Erik Braun, Hans van Oel en Jaap Dijkstra

Auteur: Mart van Zeeland marinus.vanzeeland@student-ke.hku.nl

468

Reactie verzenden

Share This