Selecteer een pagina

Een multiplex te ver?

Algemeen
De groei van de hoeveelheid bioscoopzalen in Amsterdam is enorm. Begin april van dit jaar opende Path het grootste bioscoopcomplex van ons land in Amsterdam-Zuidoost, met 3.250 stoelen en 14 zalen, dat meer dan 1 miljoen bezoekers moet te gaan trekken. Ondertussen werkt Path hard aan de afronding van het nieuwe binnenstadsmultiplex in Amsterdam met 13 zalen. De Nederlands-Duits-Australische combinatie Wolff-Kieft-Greater Union heeft vergevorderde plannen voor een Cinestar bioscoop met acht zalen en 1.800 stoelen op het Haarlemmerplein en UCI heeft met de deelraad Amsterdam Noord plannen voor tien zalen en 3.000 stoelen op het Buikslotermeerplein. Is hier al sprake van een overaanbod?


Sinds Path Cinemas begin jaren 90 begon met de vervanging van haar binnenstadstheaters door multiplexen is er veel veranderd in de Nederlandse bioscoopwereld. Ingeslapen Nederlandse exploitanten zijn hardhandig wakker geschud. Het bezoek in hun theaters bleek te halveren na opening van een Path-multiplex in de omgeving. Zelfs een mooie zaal en een chique aankleding kunnen niet op tegen de vaak sober aangeklede multiplexbioscoop. Bezoekers gaan liever en vaker naar een groot theater met veel keus, dan naar een conventionele bioscoop.

Het multiplex, een bioscoop met meer dan zeven zalen en ideaal kijk- en zitcomfort, is de afgelopen jaren aan een sterke opmars in ons land begonnen. De multiplexbioscoop zorgt niet alleen voor meer bezoek, maar kent ook een hogere stoelbezetting, en kan met minder personeel per stoel toe. Veel oude binnenstadstheaters zullen daarom de komende jaren moeten sluiten en plaatsmaken voor een multiplex. Deze multiplexen worden geopend door Nederlandse exploitanten met kapitaalkracht, buitenlandse multinationals en joint-ventures van verschillende partijen. Alle strijden om de gunst van gemeente en ontwikkelaar om een multiplex te mogen bouwen. De Nederlandse markt zal door deze strijd de komende jaren flinke verschuivingen laten zien in het marktaandeel van de verschillende exploitanten.
Dat het multiplex werkt, was eerder al in het buitenland bewezen. De nieuwe theaters zorgden o.a. in Engeland, Duitsland, Belgi en Frankrijk voor sterke bezoekersstijgingen. Met de stelling aanbod creert vraag werden de mega- en multiplexen bij tientallen tegelijk gebouwd.

Inmiddels is in het buitenland echter pijnlijk duidelijk geworden dat deze stelling alleen klopt bij de eerste golf van nieuwe theaters. In veel plaatsen is daarna teveel gebouwd en is sprake van
overscreening. Er zijn teveel stoelen en zalen in dezelfde regio. In de Verenigde Staten zijn de koersen van exploitanten in elkaar gestort en ook in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk draaien exploitanten verlies of maken slechts een zeer karige winst.

De polycentrische opbouw van Nederland zorgt er voor dat iedere kleine stad en gemeente graag zijn eigen multiplexbioscoop wil bouwen. Het liefst moet deze in de binnenstad of aan de binnenstadsrand verrijzen. De ontwikkeling van een binnenstadstheater is echter een grote investering die kan oplopen tot meer dan 15.000,- per stoel. Om deze kosten te kunnen dekken en ook nog winst te draaien moet de exploitant dus zeker zijn van een hoge stoelbezetting, d.w.z. een bezetting van 300 tot 350 per stoel per jaar. Dat is veel meer dan de meeste oude theaters halen.

De Nederlandse markt is op dit moment nog onderontwikkeld. Er staan pas vijf multiplexbioscopen en enkele multiscreens (met 6 of 7 zalen) en op twee uitzonderingen na halen al deze theaters hoge stoelbezettingen. Een inventarisatie bij ontwikkelaars, exploitanten en Nederlandse gemeenten maakt echter duidelijk dat er op dit moment in Nederland plannen zijn voor nog eens vijfendertig multi- en megaplexen. De plannen zijn nog niet allemaal concreet en worden hopelijk tijdig bijgesteld, want wanneer ze allemaal daadwerkelijk gerealiseerd worden, zal ook in ons land in bepaalde regios onherroepelijk sprake zijn van overscreening.

Deze overscreening zal veroorzaakt worden door meerdere factoren:
De exploitant maakt direct een te optimistische inschatting van de bezoekstijging veroorzaakt door de komst van zijn multiplex. Dit was onder meer al het geval in Zoetermeer en Maastricht.
In Nederland, met name in de Randstad, liggen steden dicht bij elkaar en regios zullen elkaar al snel overlappen. De hoge bezetting die de multiplexbioscoop in een kleinere stad in eerste instantie haalt, kunnen na verloop van tijd sterk worden getemperd doordat andere steden met een nieuw multiplex eveneens veel mensen uit de omliggende regio trekken. Exploitanten en gemeenten dienen er rekening mee te houden dat de hoge stoelbezettingen ook de komende tien of twintig jaar gehaald moeten worden.
Een exploitant van een oud theater voelt zich door de komst van een multiplex genoodzaakt om binnen dezelfde stad met te weinig bezoekerspotentie ook een multiplex te openen.

Gevolg: een harde concurrentie met te lage stoelbezetting voor beide exploitanten.

Dat iedere stad graag zijn eigen theater wil, is logisch. Binnenstedelijke leisure is in en de multiplexbioscoop is de ultieme vorm daarvan. Ervaring in het buitenland leert echter dat gemeenten en exploitanten de situatie te rooskleurig inschatten. Er zal daarom door Provinciale Staten terdege rekening gehouden moeten worden met een eerlijke verdeling van stoelen over de verschillende steden, terwijl exploitanten met elkaar moeten oppassen niet dezelfde fout te maken als in het buitenland gebeurd is.

Auteur: Arjen Seckel is student Bouwmanagement & Vastgoedbeheer aan de Technische Universiteit in Delft
Referenties: Arjen Seckel is student Bouwmanagement & Vastgoedbeheer aan de Technische Universiteit in Delft en studeert af op het onderwerp de ontwikkeling van multiplexbioscopen in Nederlandse binnensteden bij projectontwikkelaar MAB BV. MAB heeft op dit moment plannen voor multiplexbioscopen op 8 binnenstedelijke locaties in Nederland. Het voorlopige rapport is reeds te lezen op http://www.euronet.nl/users/icu12455
468

Reactie verzenden

Share This