Selecteer een pagina

Erfgoed als podium voor de vrijetijdseconomie

Leerfabriek KVL is de ambachtsplaats voor creativiTIJD

Beleid, Community, Cultuureducatie, Maatschappij, Marketing, Participatie, Politiek

Kunst en cultuur in Leerfabriek KVL. Fotografie: Sandra Hoekstra

Leisure levert een belangrijke bijdrage aan het behoud van monumentaal erfgoed. Bij herbestemming van erfgoedlocaties wordt vaak gezocht naar vrijetijdsactiviteiten als nieuwe bestemming (NAi 2015). De Erfgoedfabriek van de provincie Noord-Brabant zoekt samen met publieke en private partners naar nieuwe bestemmingen voor erfgoed. Met succes: in de grote erfgoedcomplexen van de Erfgoedfabriek vinden we musea, restaurants, filmzalen, proeflokalen en evenmentenlocaties. Vaak gaat het daarbij om tijdelijk gebruik. De rauwe uitstraling en de lage kosten van de nog op te knappen gebouwen zijn aantrekkelijk voor pop-upwinkels, ateliers, tentoonstellingen en actief entertainment. Is de succesformule voor leegstaand erfgoed gevonden?

Al die op publiek gerichte activitieten zorgen voor reuring en maken de plek bekend. Een stad of dorp kan daarvan profiteren doordat er een nieuwe dynamiek ontstaat waarin efgoed een spil kan zijn. De vrijetijdsindustie kan daar een extra bijdrage aan leveren door de verhalen verbonden aan het erfgoed beleefbaar te maken. Complexen zoals Leerfabriek KVL in Oisterwijk, CHV in Veghel en De Ploeg in Bergeijk markeren het verhaal van de industrialisatie van Brabant. In de ideale situatie ontstaat er dan een vliegwieleffect waarbij het verhaal op haart beurt weer input is voor een nieuwe vrijetijdsaanbod rondom het Brabants erfgoed.

Een goed voorbeeld van zo’n combinatie is de Koninklijke Verenigde Leder NV (KVL) in Oisterwijk. Onder de noemer ‘Ambachtsplaats voor creativiTIJD’ biedt het complex onderdak aan een breed scala aan bedrijven in de creatieve industrie en leisure:

  • Sundaymorning@ekwc: het internationaal bekende ‘European Ceramic Workshop Centre’;
  • VisitBrabant: ontmoetings- en netwerkplek voor de leisuresector in Noord-Brabant; • House of Leisure: een fysiek en virtuele knooppunt voor leisure-ondernemers die samenwerken aan businessmodellen van de toekomst;
  • Leisure Academy, vertegenwoordiging van onderwijsinstellingen;
  • Kantoren en werkplekken voor zzp-ers, kleine en grote bedrijven;
  • Kafé Van Leer: horeca en vergaderfaciliteiten;
  • Leerfabriek Events: evenementenlocatie voor grote congressen en evenementen;
  • Kleinschalige retail, gericht op beleving;
  • Bij Robèrt: ambachtelijke brood en banketbakkerij van Robèrt van Beckhoven (bekend van Heel Holland Bakt) waar ook workshops worden gegeven;
  • Stichting Stoommachine: de oude machinekamer is door vrijwilligers in ere hersteld en organiseren nu regelmatig open dagen en rondleidingen.

De vrijetijdsindustrie is bij KVL goed vertegenwoordigd zowel op het valk van consumptie als productie. De vrijetijdsindustrie kan erfgoed ook benutten door de geschiedenis van de plek beleefbaar te maken. Een aanknopingspunt daarvoor biedt het recent ontwikkelde gedachtengoed van erfgoed als vector.

Werven en verbinden

KVL Leerfabriek

KVL Leerfabriek

Onder de noemer ‘erfgoed als vector’ is in het programma Erfgoed en Ruimte van het RCE (2013) een nieuw perspectief op de functie van erfgoed geïntroduceerd. Erfgoed wordt daarin beschouwd als een kracht die de ontwikkeling van een gebied in een bepaalde richting stuurt. Dit in tegenstelling tot de traditionele visie op erfgoed die gericht was op het wettelijke beschermen en subsidiëren van restauratie. De cultuurhistorische waarde stond daarbij voorop. In de jaren negentig werd dit sectorale denken verbreed. Onder invloed van het Belvedère-programma werd erfgoed gezien als één van de factoren die bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit. Het idee van erfgoed als vector kwam bovendrijven tijdens de economische crisis. Toen werd duidelijk dat ruimtelijke ontwikkeling niet langer een kwestie is van uitbreiding en nieuwbouw, maar veel meer één van transformatie.

Erfgoed kan daarbij benut worden als een richtinggevende vector die vertrekt vanuit de identiteit van een regio, dorp of stad. Hoe kan die vector benut worden en welke functies kan erfgoed daarbij spelen? Op basis van case studies in Europese krimpgebieden, heeft het RCE (2014) vier kansrijke strategieën benoemd om de kracht van erfgoed te benutten bij regionale ontwikkeling. Enerzijds als verbindend middel binnen de gemeenschap, anderzijds als wervend element om nieuwe ondernemers en bezoekers naar de regio te trekken. Ook kan de nadruk liggen op de sociaaleconomische of symboolfunctie.

Succesvolle erfgoedprojecten combineren na verloop van tijd verschillende functies. Zo kreeg de iconische mijnschacht van Zeche Zollverein in het Ruhrgebiet betekenis als ‘totempaal’ voor het Ruhrgebied. Het herinnert de bewoners aan hun verleden en geeft hen een thuisgevoel. Later zijn er allerlei activiteiten op het gebied van leisure ontstaan. Zeche Zollverein, bestempelt als Unesco Werelderfgoed, fungeert als uithangbord voor Essen. In de onderstaande tabel worden de vier functies van erfgoed bij regionale ontwikkeling benoemd.

Bron: Erfgoed als krachtvoer; flyer RCE 2014

Bron: Erfgoed als krachtvoer; flyer RCE 2014

KVL als vector

De vrijetijdssector kan een belangrijke bijdrage leveren aan het vormgeven van die vier functies. Bij de herbestemming van KVL gaat het om één van de grootste leerfabrieken van Europa: elf hectare met een vloeroppevlakte van zo’n 26.000 vierkante meter. KVL heeft een prominente plek in de historie van de gemeente Oisterwijk. De fabriek zorgde voor werkgelegenheid, ontwikkelde nieuwe technieken en beschikte over een eigen ziekenboeg waar ook gezinsleden terecht konden voor het verbeteren van het algemene welzijn, bijvoorbeeld door een kuurtje onder de hoogtezon. De fabriek zorgde voor sociale vorming, had een duidelijke stempel in de plaatselijke voetbalclub en kreeg daarmee ook een belangrijke plek in de gemeenschap. Met de herbestemming wil men het collectief geheugen nieuw leven inblazen (Ozive 2015). Nadat de fabriek in 2001 gesloten werd, was de vraag wat te doen met ‘die oude meuk’. Afbreken en vervangen door nieuwbouw of behouden en ze een dominante plek geven in de ontwikkeling van Oisterwijk. Er werd gekozen voor het laatste. Onder de bezielende leiding van kwartiermaker Ben ten Hove is het concept ‘Ambachtsplaats voor creativiTIJD’ ontwikkeld waarbij wonen, werken en consumeren gecombineerd worden. Daarbij is bewust gekozen voor een groeimodel. Als we kijken naar het resultaat dan zien we een plek die werft en verbindt waarbij alle vier de velden uit voorgaande tabel invulling hebben gekregen.

  • voedingsbodem: zo’n vijftig bedrijven die elkaar aanvullen, kennis en kunde delen en elkaar versterken (zo sloot entertainmentbedrijf EscapeRoom KVL packagedeals met andere ondernemers zodat bezoekers langer verblijven op het terrein)
  • ontmoetingsplaats: Kafé Van Leer heeft een buurthuisfunctie. Hier ontmoeten ondernemers elkaar tijdens de lunch en organiseren ze ontbijtsessies voor toekomstige bewoners. Ook komen er steeds vaker mensen uit de buurt eten. Zo is er bijvoorbeeld het project ‘Eten met je hart’. Ouderen die voorheen dreigden te vereenzamen, lunchen nu regelmatig met elkaar in een open en sociale omgeving.
  • uithangbord: Leerfabriek KVL creëert meerwaarde voor de gemeente Oisterwijk. Er ontstaat een nieuwe samenleving op een plek die lange tijd verlaten was. Een stedelijk ontwikkeling in een dorpachtige omgeving die nu al de bekendheid van Oisterwijk vergroot. Ook als evenementenlocatie heeft Leerfabriek Events al enige reputatie opgebouwd.
  • totempaal: bij de herbestemming had men de ambitie om het collectief geheugen een nieuw leven inblazen waarbij de fabriek symbool staat voor het gezamenlijk verleden.

Het is de mix van ondernemers en functies die er voor zorgt dat het bruist op Leerfabriek KVL. Van een verlaten terrein krijgt Oisterwijk nu een nieuwe woon- en werkomgeving. De kunst voor de toekomst is om het verhaal van de plek levendig te houden.

Verhalen beleefbaar maken

Verhalen over een gebied, een stad, een straat of een gebouw kunnen ter inspiratie dienen en richting geven aan de transformatie van steden en dorpen. Dat gaat echter niet vanzelf. Door verhaallijnen te incorporeren in erfgoedlocaties krijgen persoonlijke herinneringen en historische gebeurtenissen betekenis. Fysieke sporen zoals monumenten verbinden verhalen met een plek. Zo laat KVL het verhaal van de industrialisatie zien, als een illustratie in een boek. De eerste stap is gezet met de herbestemming van de fabriek. Daarmee is een basis gelegd. Maar zonder begeleidende verhalen raakt de historische context al snel in de vergetelheid en worden monumenten betekenisloze artefacten met een esthetische functie die niet meer refereert aan de identiteit van een gebied. Ze kunnen dan ook geen richting geven aan de verdere ontwikkeling (Bijsterveld en Moors 2015).

Bij de KVL is ook een tweede stap gezet door de verhalen op te sporen. Tijdens de start van de renovatie heeft de gemeente kroniekdagen georganiseerd om de geschiedenis levend te houden voor de volgende generatie. Een groep vrijwilligers schrijft momenteel in het kader van honderd jaar KVL een boek met honderd persoonlijke verhalen. Oud-medewerkers nemen de lezer mee naar de tijd waarin de looierij een belangrijke rol vervulde in de Oisterwijkse gemeenschap. Het boek verbindt verleden, heden en toekomst en gaat over de jaren vanaf 1916 tot aan de sluiting in 2001 en de ontwikkelingen van nu en later.

De uitdaging is om ook de derde stap te zetten, namelijk het beleefbaar maken van de verhalen en ze te benutten voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijvigheid. Hier kan de vrijetijdsindustrie aan bijdragen. Methoden van storytelling kunnen benut worden om verhalen op te sporen die de basis vormen voor vrijetijdsactiviteiten.

Een voorbeeld daarvan is de EscapeRoom KVL, waarin deelnemers terug in de tijd gaan als medewerkers van de leerfabriek. Maar er is veel meer mogelijk. De nog niet ingevulde ruimtes van de KVL bieden hiervoor een prachtige uitdaging en context. Gelukkig voor de KVL zit de kennis om die derde stap te realiseren met partijen als VisitBrabant, House of Leisure en de Leisure Academie Brabant in huis.

LITERATUUR

  • De Graaf, A., G.J. Hospers, M. Péro, H. Renes, E. Stegmeijer, F. Strolenberg en P. Witsen, Werven en verbinden. Krimp en erfgoed in Europa (RCE 2014).
  • Gelinck, S. en F. Strolenberg, Rekenen aan herbesteming. Idee, aanpak en cijfers van 25 +1 gerealiseerde projecten (NAi 2015).
  • Janssen, J., E. Luiten, H. Renes, J. Rouwendal, O. Faber, C.J. Pen, en E. Stegmeijer, Karakterschetsen. Nationale onderzoeksagenda Erfgoed en Ruimte (RCE 2013).
  • Ozive, ‘Nieuw leven voor Leerfabriek KVL, Oisterwijk’, in: Ozivekrant (voorjaar 2015), p.4-5. Bijsterveld, A.J. en H. Moors, Stories en stones (2015).

 

468

Reactie verzenden

Share This