Selecteer een pagina

ERFGOED NEDERLAND: EEN ONDERNEMENDE START

Beleid

Ook in de erfgoedsector heeft de reorganisatie van branche- en koepelorganisaties haar sporen nagelaten. Verschillende organisaties en instituten zijn opgegaan in Erfgoed Nederland. Het nieuwe sectorinstituut presenteerde zich woensdag 21 maart jongstleden aan de buitenwereld.

Tijdens een feestelijke startbijeenkomst in de Duif in Amsterdam liet ook ds. Gremdaat zijn licht over het erfgoed schijnen. Met onovertroffen enthousiasme daagde hij ons uit om, ondanks dat het in Nederland misschien gebruikelijk is om lle schepen achter je te verbranden, vooral geen angst te hebben voor het verleden.
Cultureel erfgoed is iets bijzonders. Het kan tastbaar zijn, zoals objecten, fotos, film, documenten, gebouwen, opgravingen, landschappen. Maar erfgoed kan even zo goed ontastbaar zijn. De verhalen over een standbeeld, een markant marktplein, het jaagpad langs het kanaal en andere immaterile overblijfselen vormen samen de culturele erfenis van een plaats of gebied. Voor erfgoed in de nabije omgeving is steeds meer belangstelling, omdat het vaak iets vertelt over de geschiedenis van de eigen gemeente, straat, huis of familie. De mooie en minder mooie dingen uit de geschiedenis vertellen bij elkaar het verhaal van het verleden. Erfgoed vormt dan ook het geheugen van wat we vandaag de dag Nederland noemen. Een verlies van dit diverse en dynamische geheugen betekent een verlies van identiteit. Het verleden, persoonlijk en collectief, vertelt ons waar we vandaan komen en wie we zijn. Erfgoed is datgene wat we als samenleving belangrijk vinden om te bewaren, want wie wat bewaart, die heeft wat.
We hebben ondertussen een hoop bewaard en er komt steeds meer bij. Dat er grenzen zitten aan het budget hiervoor ondervindt het erfgoedveld regelmatig. Immers, het onderhoud aan het verleden is niet goedkoop. Afwegingen tussen efficintie en effectiviteit van het bewaren zijn in het erfgoedveld aan de lopende band aan de orde. En iedere vorm van behoud van erfgoed vraagt om zijn eigen kennis over specifieke wetten en regels. Daarmee is de structuur van het erfgoedveld de organisaties die zich met het culturele erfgoed bezighouden complex te noemen. Dat zit hem vooral in de diversheid van de betrokken partijen zoals musea, archieven, bibliotheken tot organisaties voor archeologie en monumenten.

ACHTERGRONDEN
In 2004 verscheen het rapport Zuinig op ondersteuning van Berenschot, dat een beeld schetst van de efficintie en effectiviteit van de ondersteuningsstructuur in de gehele cultuursector. Conclusie: de ondersteuningsstructuur in de cultuursector was toe aan herstructurering. Daarmee ontstond bij het Ministerie van OCW de wens om te komen tot n landelijke erfgoedbrede bestelorganisatie.
In 2005 riep staatssecretaris Medy van der Laan de bestaande koepels op aan dit proces mee te werken. Met als stok achter de deur: stopzetten van de huidige subsidies aan de koepels per 1 januari 2008. De koepels stemden in met deze herstructurering, maar kozen voor een versneld overgangsproces. Mede dankzij bestaande samenwerking van de erfgoedkoepels voor archeologie, musea1 en archieven vond al op 1 januari 2007 een fusie plaats van vier organisaties. Dit waren de stichting NCM (Nationaal Contact Monumenten), de SNA (Stichting voor de Nederlandse Archeologie), DIVA (de vereniging voor de Documentaire Informatievoorziening en het Archiefwezen) en stichting Erfgoed Actueel. Daarmee is binnen n jaar de fusie gelukt.

De verschillende erfgoedsectoren kennen al van oudsher organische overlappingen. Denk aan archeologen die op eenzelfde wijze als archivarissen en conservatoren hun depot inrichten en gebruiken en tegen dezelfde drempels oplopen wat betreft klimaatbeheersing en het toevoegen van metadata. Of aan het Thermenmuseum, dat speciaal over de archeologische opgraving van een Romeinse badhuis is heen gebouwd. Samenwerking tussen de sectoren is dus niet nieuw. De genoemde organisaties bundelden al vaker hun krachten. Vanaf 1999 is men gestart met een structurele vorm van samenwerken op het gebied van sectoroverstijgende of erfgoedbrede activiteiten. Deze samenwerkingsprojecten zijn als vanzelfsprekend meegenomen naar het nieuwe sectorinstituut. Het belang van samenhang bij de uitvoering van hun taken werd dus al eerder door de organisaties onderstreept.
In de provincies ontstonden in de afgelopen jaren ook erfgoedbrede ondersteunende organisaties, vaak erfgoedhuizen genoemd. En recent vallen de verschillende erfgoedsectoren ook bij rijksdiensten onder n noemer, zoals de Erfgoedinspectie of de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten. Internationaal gezien is de genoemde clustering al voorhanden in organisaties als UNESCO of English Heritage. In dit veranderende landschap is er steeds meer sprake van samenwerking en grensvervaging van de verschillende erfgoedtakken in (inter-)nationaal cultuurbeleid. Erfgoed Nederland is dan ook opgericht vanuit de overtuiging dat n landelijke organisatie beter in staat is de positie van het gehele erfgoedveld te verbeteren dan vier afzonderlijke.

Erfgoed Nederland ziet, net als de staatssecretaris, volop kansen in deze erfgoedbrede benadering. Zij zal zich inzetten voor versterking van de maatschappelijke positie van het (belang en de betekenis van het) cultureel erfgoed als geheel en maar ook binnen de deelsectoren: archeologie, archieven, monumenten en musea. Naast de erfgoedbrede orintatie blijft er dus volop ruimte voor sectoraal maatwerk, ook al zijn verschillende
branchetaken afgestoten en zal de nieuwe organisatie geen belangenorganisatie worden. De nieuwe organisatie zal een aantal projecten blijven voortzetten en de kwaliteit leveren zoals de sectoren gewend waren. Bovendien worden er platforms gevormd die het bestuur gaan adviseren over beleidsvoornemens en wensen uit het veld.

STIMULEREN VAN INNOVATIE EN DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING
Met het inzetten op versterking van de maatschappelijke positie van erfgoed speelt Erfgoed Nederland in op de steeds belangrijker wordende rol van erfgoed in de samenleving. Want erfgoed zit in de lift. Het besef dat cultureel erfgoed bijdraagt aan zowel het cultureel als het economisch kapitaal van de omgeving wordt steeds groter. De historische omgeving blijkt namelijk een magneet te zijn voor hoger opgeleiden en is daarmee een indirecte vestigingsfactor voor kennisintensieve en dienstverlenende bedrijven die zich in de buurt van hun arbeidsmarkt willen vestigen. Daarmee draagt de historische omgeving bij aan lokale economische groei. Erfgoed is zelfs zo aantrekkelijk dat er toeristen op afkomen. Zo zijn zes van de zeven bezoekers aan het Van Goghmuseum uit het buitenland afkomstig. En zo leverde het Rembrandtjaar 190 miljoen euro extra aan inkomsten op.

Speerpunten van Erfgoed Nederland zijn het aanjagen en stimuleren van innovatie, onder andere op het gebied van educatie, interculturaliteit en e-cultuur. De nieuwe organisatie legt in deze verschillende facetten sterk de nadruk op de vergroting van het publieksbereik zodat erfgoedinstellingen zich meer op de wensen van de bevolking gaan richten. Ook de genoemde speerpunten zijn niets nieuws onder de zon. De afzonderlijke organisaties kenden reeds een aantal van deze doelstellingen. Daarmee wordt een omslag gemaakt van een op de sector en overheid gerichte benadering naar een sterkere aandacht voor publiek en omgeving. Deskundigheidsbevordering binnen de verschillende speerpunten is een belangrijke taak van Erfgoed Nederland. Deze integrale en gentegreerde erfgoedbrede benadering biedt meerwaarde bij de ondersteuning van de erfgoedinstellingen. Niet alleen door gezamenlijke profilering maar ook door van elkaar te leren.

ONTWIKKELEN VAN ZAKELIJKE KWALITEITEN
Erfgoedinstellingen bewegen zich binnen een dynamiek van een terugtredende overheid, bezuinigingen, striktere financieringsregels en in een krachtenveld van non-profit organisaties en bedrijven. Dit vraagt om flexibele ondernemende organisaties. De term cultureel ondernemerschap, zoals die veelvuldig wordt gebruikt, gaat over organisaties in de culturele sector en hoe die hun creatieve (of cultuurinhoudelijke) processen marketen en managen. Met andere woorden: erfgoedinstellingen als ondernemers benutten de economische kracht van erfgoed zonder dat als doel op zichzelf te beschouwen. Een eenzijdige focus op geld is hierbij dus niet de bedoeling. Uiteindelijk ontleent een erfgoedinstelling haar raison dtre aan de passie voor het cultureel erfgoed. Daarnaast kan een streven naar puur economisch rendement juist het erfgoed in waarde doen verminderen. Denk aan een overbelast Veneti, dat letterlijk aan zijn eigen succes ten onder lijkt te gaan. Het is ook in erfgoedland een voortdurend afwegen van een optimale balans tussen erfgoedbelangen en economische belangen.

Erfgoed Nederland wil erfgoedinstellingen ondersteunen in het realiseren van hun doelstellingen en daarbij stimuleren om hun zakelijke kwaliteiten sterker te ontwikkelen. Het erfgoedbeheer varieert in de organisatie van amateurniveau tot stichtingen, van BVs tot verenigingen en particulieren. De sectoren kunnen dus van elkaar maar ook van andere leren. Zodra de erfgoedbeheerder zichzelf als cultureel ondernemer beschouwt, opent zich een gebied vol uitdagingen en kansen, zeker binnen een erfgoedbrede benadering. Dat daarover nog veel discussie is bleek uit de reacties op de melding van het Wereldmuseum om het museum meer commercieel te exploiteren. De rol van erfgoedinstellingen is aan het veranderen en er wordt naar nieuwe wegen gezocht om publieksgericht en ondernemender te werken. Erfgoed Nederland kan helpen deze dialoog aan te scherpen zoals dit ook in het verleden is gedaan. Een voorbeeld hiervan is het congres Zonder verleden geen toerisme dat in 2003 genitieerd werd door de vier erfgoedkoepels. Met dit congres werd beoogd de dialoog tussen cultuur en toerisme te stimuleren om bij samenwerking bijvoorbeeld meer inkomsten te verwerven of Nederland toeristisch een betere positie te geven. Maar bij ondernemerschap in het erfgoed kan bijvoorbeeld ook gedacht worden aan het onderzoeken van nieuwe financieringsmogelijkheden waardoor de afhankelijkheid van n financier (de overheid) kan verminderen. Ook het verbeteren van bedrijfsvoering (kwaliteitsmanagement), het streven naar good governance, het versterken van de marketing, het gebruik van nieuwe media en het bevorderen van samenwerking binnen en buiten de sector vormen mogelijkheden om de flexibiliteit en doelmatigheid van erfgoedinstellingen te vergroten.

Erfgoed Nederland ziet volop reden om ondernemersvaardigheden bij erfgoedprofessionals te stimuleren en zal hiervoor de komende tijd de mogelijkheden onderzoeken. Uiteindelijk is het efficint en effectief duurzaam bewaren en koesteren van ons cultureel erfgoed van belang om aan huidige en toekomstige generaties het verhaal van de Nederlandse geschiedenis te kunnen blijven vertellen.

1 De Museumvereniging gaat verder als brancheorganisatie en Erfgoed Nederland neemt de besteltaken voor de musea over.

Auteur: Isjah Koppejan i.koppejan@erfgoednederland.nl

468

Reactie verzenden

Share This