Selecteer een pagina

Erfgoed spannend? Zeker weten!

Algemeen
Vraag een willekeurige voorbijganger in een doorsnee-stadje in Nederland wat het voormalige eiland Schokland, het molencomplex bij Kinderdijk, de Stelling van Amsterdam, de polder De Beemster en het Rietveld Schrderhuis in Utrecht gemeenschappelijk hebben, en er is dikke kans dat de ondervraagde met een verdwaasde blik voor zich uit tuurt, alvorens te antwoorden dat hij het niet weet. Wellicht komt hij na hard nadenken tot de terechte conclusie dat, met uitzondering van het Rietveld Schrderhuis, ze alle iets te maken hebben met (de strijd tegen het) water. In die hoedanigheid figureren genoemde objecten in ieder geval op de lijst van Werelderfgoed van de UNESCO, naast bijvoorbeeld de gehele binnenstad van Amsterdam, de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Van Nelle-fabriek in Rotterdam en het voormalige sanatorium Zonnestraal in Hilversum.


Het wereldbelang van genoemde objecten zal menigeen niet onmiddellijk duidelijk zijn. Wie kent immers het werk en het belang daarvan van architecten als Brinkman en Van der Vlugt, of Duiker en Bijvoet? En wie heeft de Stelling van Amsterdam wel eens bezocht of weet waar die voor diende? Iedereen zal desgevraagd beamen dat de schilderijen van Rembrandt of Vermeer het waard zijn om bewaard te blijven voor het nageslacht, en dat geldt ook zulke evidente monumenten als het Paleis op de Dam of voor al die oude kerken en molens die Nederland rijk is. Maar de Beemster? Of de Hollandse Waterlinie? En waarom staat de Afsluitdijk niet op die lijst, of de Deltawerken? Die trekken in ieder geval nog buitenlandse toeristen, uit de VS, Japan of China. En dan hebben we het nog niet gehad over natuurlijk erfgoed (Nederland heeft samen met Denemarken en Duitsland het Waddenzeegebied aangemeld bij de UNESCO vanwege de natuur- en cultuurhistorische waarden van dat gebied) en ook niet over nog veel minder bekende archeologische monumenten of gebieden, zoals het wierdengebied van Middag-Humsterland (Groningen), de resten van Romeinse forten of nederzettingen bij Bunnik-Vechten (Utrecht) en Voorburg (Zuid-Holland), de prehistorische vindplaatsen in de Gouw en de Groetpolder (Noord-Holland), bij Swifterbant (Flevoland) en in de Alblasserwaard (Zuid-Holland) en de scheepsresten in het westelijk deel van de Waddenzee.

Ook wat er precies begrepen moet worden onder het begrip erfgoed is niet voor iedereen zonneklaar. De term suggereert historie en cultuur, iets dat oud is en blijkbaar van belang om te bewaren. Maar wat en waarom, dat is veel minder evident.
Preciezen in het erfgoedveld wijzen vaak op het belang van erfgoed voor de nationale of regionale identiteit. Wat je bewaart, is wat van waarde is voor die (regionale of nationale) identiteit en moet dus! bewaard worden voor de eeuwigheid. Aanhangers van die enge opvatting van erfgoed gaan impliciet of expliciet uit van een cultuurhistorisch kanon. De rekkelijken hanteren een veel ruimere definitie. Voor hen valt onder erfgoed alles wat de samenleving de moeite waard vindt om te bewaren. Dat is dus veel mr dan wat er in musea, archieven, monumenten, steden en dorpen en in de landelijke omgeving te vinden is. Maar moeten we dan alle films, strips en videoclips die de markt overstelpen ook bewaren, en tandpastatubes, zeepdozen en plastic tasjes?
Misschien. Er bestaat immers ook nog zoiets als het immaterile erfgoed: de verhalen die er over en naar aanleiding van cultuurhistorische objecten en monumenten zijn te vertellen. De laatste jaren is de aandacht voor die verhalen, en dus voor het presenteren van kunst- en cultuurhistorische objecten in hun context, sterk gegroeid. (Natuur)historische musea hebben met zon presentatiewijze uiteraard al veel ervaring, maar het is opmerkelijk dat ook een typisch kunstmuseum als het Rijksmuseum in zn nieuwe opstellingen schilderijen en beelden nadrukkelijk binnen een historische context presenteert.
Belangrijk blijft het om te constateren dat wat in museale collecties is verzameld en wordt vertoond vooral het erfgoed is van de vroegere hogere klassen, de elite. Met behulp van museale collecties valt het leven van die hogere klassen dus gemakkelijker te reconstrueren dan dat van de lagere klassen. Vandaar dat we voor de toekomst misschien toch meer moeten laten vallen onder erfgoed dan uitsluitend kunstvoorwerpen, design, gebouwen en landschappen.

Wellicht ligt het aan die strenge definitie dat er aan de term erfgoed een beetje een sullig imago kleeft. In ieder geval is dat imago de overheid wel degelijk een zorg. Zowel de nationale regering als de diverse provincies hebben zich de afgelopen jaren veel moeite betoond om erfgoed wat hipper te presenteren. Erfgoed mag niet alleen maar iets zijn voor 50-plussers, zo lijkt de achterliggende gedachte. De regering heeft niet alleen verschillende miljoenen gereserveerd voor dat wat erfgoededucatie is gaan heten, ze stimuleert dat onderwijs ook intensief, onder meer via websites met diverse projecten voor scholen en andere instellingen. Typerend is het toontje dat op sommige van die sites wordt aangeslagen. Zo wordt erfgoed op een homepage als www.datbewarenwe.nl. door een drietal kinderen van basisschoolleeftijd aangeprezen met popi slogans: Erfgoed spannend? Zeker weten! Ontdek het in de superleuke erfgoedlessen.
Ook de provincies hebben het erfgoed hoog in het vaandel. Bijna iedere provincie heeft inmiddels een eigen Erfgoedhuis, dat scholieren, maar ook het algemene publiek wegwijs probeert te maken in de erfgoedwereld. Met name de provincies Gelderland en Zuid Holland timmeren op dit moment stevig aan de weg, maar alle provinciale erfgoedhuizen zijn sterk in ontwikkeling.

In zekere zin past de belangstelling van de provinciale en nationale overheid ook wel in een trend. Mensen lijken in deze tijd van globalisering in toenemende mate op zoek naar identiteit en vertrouwdheid met hun eigen omgeving. Paradoxaal genoeg hebben de individualisering, de toegenomen welvaart en de daardoor gegroeide mogelijkheden om te reizen kortom: het losser komen van de eigen omgeving, van traditionele gegevenheden als familie, stad of regio, of land, met de waarden die daaraan zijn gekoppeld juist deels de binding daarmee versterkt. Het zijn tegenwoordig zeker niet alleen allochtone bevolkingsgroepen die op zoek zijn naar hun sociale, culturele of religieuze wortels. Ook autochtonen lijken zich in toenemende mate af te vragen waar zij bij horen. In die zoektocht naar identiteit lijkt dus zeker een rol weggelegd voor erfgoed. Het is alleen de vraag welke die identiteit dan is. Opvallend is dat erfgoed in het debat over de positie van de allochtone bevolkingsgroepen in Nederland nauwelijks een rol speelt.

Maar ook voor het toerisme kan het regionale of nationale erfgoed een rol van betekenis spelen, bijvoorbeeld als tegenhanger van de tendens naar uniformiteit. Steden en dorpen in Nederland zijn in toenemende mate op elkaar gaan lijken. Kenmerkend daarvoor is het uiterlijk dat Vinexwijken of winkelstraten in de kleinere Nederlandse steden tot voor kort vertoonden: overal dezelfde eengezinswoningen in straten met dezelfde verkeersdrempels en 30-kilometerborden, klimrekken en kippen, en overal dezelfde winkels Blokker, Hema, Intertoys in dezelfde winkelstraten met dezelfde bloembakken.
De meeste Nederlandse steden zijn zich inmiddels bewust van het gevaar van die uniformiteit: tenslotte is zowel de binnenlandse als de buitenlandse toerist op zoek naar uniciteit en authenticiteit. Als ze toeristen willen blijven trekken zullen steden in toenemende mate moeten teruggrijpen op hun unique selling points, zoals Dirk Noordman in dit blad onlangs nog stelde (zie MMNieuws 2004, nummer 8). Noordman is niet de enige expert die het belang benadrukt van de eigen identiteit van een stad een identiteit die berust op het bewust (kunnen) ervaren of beleven van de eigen geschiedenis en van de verhalen die daarover de ronde doen. Het lokale of regionale erfgoed kan daarin een belangrijke rol spelen, al dan niet in het kader van het de laatste tijd eveneens sterk in opkomst gekomen begrip city marketing.
Pret of amusement, maar ook een zoektocht naar authentieke beleving dat zullen in de 21e eeuw voor zowel de binnen- als buitenlandse toerist de sleutelwoorden zijn. In de aankomende tijd zullen veel senioren (of medioren, om even een term te lenen van de Vlaamse trendwatcher Herman Konings) geld n vrije tijd in overvloed hebben. Deze groep zal op een aangename, maar betekenisvolle manier vermaakt willen worden. Zij zullen op zoek zijn naar authentieke belevenissen en ervaringen. Datzelfde geldt voor de nieuwe toeristen, bijvoorbeeld die uit landen in opkomst buiten Europa, zoals de zogenaamde BRIC-landen (Brazili, Rusland, India en China). Die zullen het authentiek Nederlandse karakter van Nederland willen exploreren en ervaren. Het is dus zeker van belang dat Nederland zich bezint over de inhoud van dat nationale imago.

Volgens auteurs als Diane Nijs en Frank Peters evolueert de wereld van het toerisme naar een omgeving van participerende beleving. Dat is iets waar niet alleen de verschillende culturele instellingen mee rekening zullen moeten houden, maar ook, bijvoorbeeld, de monumentenorganisaties en uiteraard de erfgoedbeheerders en -propagandisten. Een bezoek aan een cultuurhistorisch museum, een monument, een historische site of een stad maakt meer indruk wanneer datgene wat er te zien is wordt gepresenteerd in het kader van een verhaal, het liefst door iemand die over het getoonde weet te vertellen in zijn eigen taal en op basis van zijn eigen ervaring.
In dit nummer van MMNieuws worden enkele voorbeelden van initiatieven gepresenteerd die zijn gebaseerd op dat inzicht. In steden als New York is het inmiddels mogelijk om audiotours te maken die het verhaal vertellen van een specifieke buurt. Billboards, fotos of videos kunnen worden gebruikt om een bezoeker een beeld te geven van de geschiedenis van de omgeving waar hij zich bevindt. Dergelijke initiatieven verlevendigen de culturele hardware op een zinvolle manier en voorzien in de groeiende behoefte van bezoekers aan authentieke belevenissen en ervaringen. Wanneer het Nederlands erfgoed op een dergelijke manier wordt ingepast binnen een eigen verhaal raakt het misschien iets van zn op dit moment nog weinig dynamische imago kwijt.

Auteur: Pieter de Nijs redactie@mmnieuws.nl
468

Reactie verzenden

Share This