Selecteer een pagina

Gemeenten worstelen met hun cultuurbeleid

Beleid

Berenschot nam de stelling dat gemeenten worstelen met hun culktuurbeleid als hypo-these voor een onderzoek naar de culturele profielen van 16 Nederlandse gemeenten. Want hoewel iedere stad over een goed uitgeruste schouwburg beschikt en de museumdichtheid in Nederland n van de hoogste ter wereld is, lijken gemeenten moeite te hebben zich weinig van elkaar te onderscheiden. Wij vroegen ons af of de verschillen tussen gemeenten daadwerkelijk zo gering zijn en of zij zich wel van elkaar willen onderscheiden. Om deze vragen te beantwoorden deden wij onderzoek naar de cultuurprofielen van Nederlandse gemeenten.

Het onderzoek
Van vijftien middelgrote gemeenten (Almere, Amersfoort, Arnhem, Delft, Den Bosch, Emmen, Enschede, Gouda, Haarlem, Haarlemmermeer, Heerlen, Hengelo, Nijmegen, Tilburg, Roosendaal) hebben wij het cultuurprofiel in kaart gebracht. Daarnaast is Utrecht als zestiende gemeente meegenomen in het onderzoek als kleinste van de vier grote steden en als referentie voor de andere gemeenten.
Een cultuurprofiel beschrijft de culturele situatie in een gemeente. Daarbij onderscheidden wij vier elementen die in onderlinge samenhang het cultuurprofiel voor een gemeente bepalen: het zelfbeeld, het imago, het feitelijke beeld en het streefbeeld.

De resultaten van het onderzoek wijzen erop dat zowel in het zelfbeeld als in het streefbeeld de verschillen tussen de cultuurprofielen van de gemeenten gering zijn. Podiumkunsten krijgen bij vrijwel alle gemeenten de meeste nadruk en avantgardisme en literaire cultuur de minste. Opvallend is dat de meeste steden hun zwakke punten in het streefbeeld eerder lijken te compenseren, dan dat zij hun sterke punten versterken. Twee tegenstrijdige beweegredenen benvloeden hierbij het cultuurbeleid. Enerzijds willen gemeenten niet voor elkaar onderdoen en minimaal hetzelfde aanbod bieden. Anderzijds willen zij zich van elkaar onderscheiden. Uit het onderzoek blijkt dat de eerste vaak de overhand krijgt.
Het imago-onderzoek toont aan dat er wel degelijk verschil is in uitstraling. Sommige gemeenten excelleren op bepaalde disciplines, anderen hebben niet of nauwelijks uitstraling op het gebied van cultuur. Ook de analyse van het feitelijk aantal instellingen en activiteiten geeft aan dat er grote verschillen zijn tussen de gemeenten.

Wij zijn van mening dat de gemeenten iets met deze verschillen moeten doen en het beleid meer moeten richten op een onderscheidend profiel. Bij een onderscheidend cultuurprofiel kan het aanbod beter afgestemd worden op het publiek. Bovendien is het mogelijk meer diepgang te creren: niet alleen de grootschalige balletten worden gepresenteerd, maar ook moderne dans van experimentele gezelschappen wordt geprogrammeerd. Ook werft een onderscheidend profiel meer publiek van buiten de eigen gemeente. Mensen weten wat in welke gemeente te doen is. En tenslotte versterkt een specifiek profiel de binding met en de identiteit van de stad.

Beleid maken op een onderscheidend profiel
De basis voor het maken van beleid op een onderscheidend profiel is het opstellen van een aantrekkelijk streefbeeld. Hiertoe dient om te beginnen zo veel mogelijk relevante informatie te worden verzameld. Het gaat daarbij over informatie over het huidige profiel, het publiek en de publiekspotentie, maatschappelijke ontwikkelingen en het aanbod
in de omgeving.
Met deze informatie kan de volgende stap gezet worden: het onderscheiden van basiswaarden (qualifiers) en profilerende waarden (winners). Dit onderscheid is ontleend aan de merkenleer. Een merk krijgt pas waarde als aan een aantal basale eisen is voldaan. Hetzelfde geldt voor het cultuurbeleid in een gemeente. Een gemeente moet eerst zorgen dat de basis op orde is en kan pas daarna bezien waarop een onderscheidend cultuurprofiel mogelijk is.

Hieronder staat weergegeven wanneer sprake is van een basale en wanneer van een profilerende waarde.
Wanneer een gemeente dit schema gebruikt ontstaat helderheid in het cultuurbeleid. Verzoeken die de noodzakelijke basis van het cultuurprofiel versterken, krijgen dan prioriteit. Daarna volgen verzoeken die een onderscheidend profiel mogelijk maken en het unieke karakter van de stad versterken. Overige verzoeken krijgen geen prioriteit. Deze driedeling wordt voor de actoren in het culturele veld duidelijk wat het beleid van de gemeente is en welke verzoeken voorrang zullen krijgen.

Auteur: Bart Drenth b.drenth@berenschot.com Hanneke Hansen Berenschot Cultuur & Media

468

Reactie verzenden

Share This