Deze tweede Uncover wordt afgetrapt met een interview met Jeroen de Schuyteneer, directeur Evenementen, Feesten, Markten en Foren bij Stad Gent en coördinator van de Gentse Feesten. Jeroen is onder meer ook gedelegeerd bestuurder bij Lichtfestival Gent. Eerder was hij werkzaam als communicatie- en sponsormanager bij Blue Note Records Festival Gent en productiemanager voor Gent Jazz Festival en Jazz Middelheim Antwerpen. Dit jaar bestaan de Gentse Feesten maar liefst 175 jaar. Een uitgelezen kans om aan de hand van dit tiendaags cultureel volksfeest, dat zo’n 1,4 miljoen bezoekers trekt, het themanummer ‘Leisure & Events’ in te leiden.
De Gentse Feesten vieren dit jaar hun 175ste jubileum. Hoe zijn de feesten ontstaan en wat maakt dit festival zo uniek waardoor het nog steeds relevant is en miljoenen bezoekers weet te trekken?
Halverwege de 19e eeuw kende elke buurt of wijk in Gent haar eigen feesten op zondag. Het volk werkte zes dagen per week hard en op zondag liet men het bier rijkelijk vloeien. De textielbaronnen klaagden bij het stadsbestuur dat arbeiders vanwege al die wijkfeesten moe, dronken of zelfs helemaal niet op het werk verschenen. In 1843 besloot het stadsbestuur daarom alle feesten te bundelen tot één ‘Algemene Kermis’. Men zag de Gentse Feesten als oplossing: eenmaal per jaar 10 dagen feest en de andere weken gedisciplineerd naar het werk. Het resultaat was anders: tegenwoordig bestaan naast de Gentse 10 dagen ook de wijkfeesten grotendeels nog. Ofschoon in het begin de aristocratie het feest vierde op de mooi geplaveide kant van het plein, gescheiden van het volk, groeide het in die 175 jaar uit tot één groot feest dat een mix is van een stadsfestival, een cultureel evenement en een groot volksfeest.
Geteisterd door twee Wereldoorlogen zakten de Gentse Feesten trouwens eerst diep weg. Na de oorlog kende het programma geen vernieuwing en was er concurrentie van andere vrijetijdsbesteding zoals vakanties. Gent liep leeg tijdens haar eigen feesten. In de hippietijd (jaren 60) hervonden de Gentse Feesten echter hun waarde. Onder aanvoering van volkszanger Walter de Buck ontstonden op St. Jacobs kleinschalige absurdistische en muzikale optredens. Hippies hingen wat rond en trokken bekijks van andere Gentenaars. Al snel volgde de lokale handel en gingen ondernemers op de Groentemarkt en Korenmarkt feesten organiseren. Deze waren economischer ingesteld met een verdienmodel op basis van handel, bier en braadworst. De Gentse Feesten werden nieuw leven ingeblazen. Tot de jaren 90 kwamen overigens ‘slechts’ 100.000 bezoekers. Rond 2000, als ook andere pleinen en tal van culturele en maatschappelijke organisaties erbij komen, ontwikkelen de feesten zich naar de huidige omvang en vorm. De rol van de stad Gent bij de organisatie groeit in die tijd mee. Tegenwoordig bieden de Gentse feesten voor elk wat wils met ruim 4000 evenementen (waarvan zeker de helft gratis), variërend van artiesten van (inter)nationale allure tot kinderanimatie, binnen- en buiten- en dag- en nachtactiviteiten op meer dan 300 locaties, zoals pleinen, parken, zalen, tenten en monumenten in de stad. Een grote feestenzone met een totaaloppervlakte van 765.000 m2 in de publieke ruimte.
Peter Horsten en Simon de Wijs:
Gent kent een schepen van feesten, in de volksmond schepen van leute en plezier. Wat is de beleving van de Gentse Feesten en op welke doelgroepen richten de Gentse Feesten zich daarbij? Zijn er groepen waar jullie extra je best voor moeten doen?
De consumentenbeleving van de Gentse Feesten betreft de zwerftocht die je maakt terwijl je andere plannen had. Deze vrijblijvendheid is de rijkdom van de feesten. Tijdens het festival is er een groot verloop van de ene locatie naar de andere. De doelgroep is ook zeer breed. Niet voor niets hebben we de slogan ‘Gentse Feesten zijn van iedereen’. We bieden een breed programma van elitair tot volkscultuur, van niche tot massa. Sommigen komen voor de sfeer, anderen voor een specifiek programma. Door de jaren is er wel meer aandacht gekomen voor gezinnen met kinderen wat leidt tot meer spreiding van activiteiten over de gehele dag. Een vraagstuk voor ons is natuurlijk hoe je nieuwe doelgroepen aantrekt, bijvoorbeeld ‘nieuwe Gentenaars’, zoals de Turkse gemeenschap. Deze matchen wel wat moeilijker met een ‘Duvel en Irish Coffee drinkende massa’.
Peter Horsten en Simon de Wijs:
De Gentse Feesten: de zwerftocht die je maakt terwijl je andere plannen had.Het is de laatste jaren een beleidskeuze om meer op ‘het lokale’ in te zetten dan op internationaal bezoek. Er was namelijk een brede consensus dat de groei naar 2 miljoen bezoekers teveel was. De draagkracht van de stad is bereikt wanneer je een hoofdstraat van je festivalterrein tot eenrichtingsweg voor voetgangers moet bestempelen. Het programma is zodoende ‘gedownsized’ met minder grote artiestennamen waardoor het bezoekersaantal terugliep naar 1,3 miljoen.
Staan er ook Business-to-Business activiteiten op het programma?
Op pleinniveau is zeker sprake van VIPbehandelingen voor sponsors, maar dit is niet grootschalig. De timing en vorm van de Gentse Feesten zijn lastig voor B2B. Er is veel concurrentie met betaalde festivals. Daarentegen worden de Gentse Feesten wel als testomgeving benut voor (academisch) onderzoek en toepassingen. Denk aan proeven met nieuwe apps en metingen van netwerkgebruik en netwerkbelasting. Soms is het vrij ludiek zoals het optekenen van reacties op experimenten waarin afvalwater of urine omgezet worden in bier. De Gentse stads-brouwerij De Wilde Brouwers demonstreerde tijdens de Gentse Feesten hoe van afvalwater een lekker biertje gebrouwen kon worden en de Universiteit Gent liet zien hoe urine verwerkt kan worden tot proceswater.
De organisatie van de Gentse Feesten wordt omschreven als ‘van velen voor velen’. Ruim 300 organisatoren nemen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor bijna 4000 activiteiten. Wat zijn hierbij de uitdagingen?
Tijdens de Gentse Feesten wordt het openbaar domein door het stadsbestuur ter beschikking gesteld aan autonome organisatoren, zoals een lokaal café, handelsvereniging of culturele organisatie. Terwijl veel gemeentes zich momenteel terugtrekken in hun administratieve kantooromgeving, zitten we in Gent dicht op de stad en op de straat. Er is veel aandacht voor stakeholdermanagement waarbij korte communicatielijnen en vertrouwen kweken centraal staan. Bepaalde zaken worden vanuit de Stad centraal geagendeerd zoals duurzaamheid of kindvriendelijkheid. De belangrijkste eis is waarschijnlijk dat het ‘brandweertechnisch’ op orde is.
Peter Horsten en Simon de Wijs:
De sfeerbeheerders zorgen dat zaken niet uit de hand lopen en zetten knuffelen in als interventie.Dat de pleinen in handen zijn van vaste organisatoren kan een bedreiging voor vernieuwing en verjonging zijn, maar vooralsnog is dit een houdbaar model. Frisse en jonge initiatieven vinden hun weg toch wel op andere plekken. Sturing op en afstemming van culturele kwaliteit blijft natuurlijk een uitdaging. Een positieve ontwikkeling hierbij is dat cultuurhuizen meer en meer optreden als organisator tijdens de Gentse Feesten. Vroeger waren de cultuurhuizen gesloten tijdens de feesten (zomerstop), daarna huurden derden hun zalen en tegenwoordig organiseren cultuurhuizen zelf een artistiek programma. Er is momenteel helaas nog te weinig sprake van collectief leren, bijvoorbeeld rondom sponsoring of cateringaanpak. Kennisdeling is schaars en De Stad Gent neemt ook niet de rol om een lerend systeem te creëren. We zouden daarbij ook meer (markt)onderzoek mogen verrichten. Een uitdaging van geheel andere orde zijn de te verwachten innovaties in mobiliteit en distributie, zoals het standaardiseren van leveranciers en transporten. Er is al sprake van een ‘stadsdistributie’ die zowel een ecologisch doel als efficiency heeft. Standaardisatie kan wel de authenticiteit en diversiteit onder druk zetten, terwijl de charmante chaos toch ook juist de eigenheid van de Gentse Feesten bepaalt.
Legitimeren de opbrengsten de kosten van Gentse Feesten?
We hebben dit nog nooit helemaal uitgerekend, maar de kosten voor de stad zijn hoog. Er is 1 miljoen subsidie voor het programma. Alle personele inzet (organisatie, politie, reiniging) kost daarnaast nog vele malen meer. Duidelijk is wel dat het ook veel oplevert. Gentenaren zijn trots op het festival en ontlenen hun identiteit eraan. Ze spreken zelfs over het jaar in periodes ‘voor de Gentse Feesten’ en ‘na de Gentse Feesten’ in plaats van voor en na de jaarwisseling. Horecacijfers worden in Gent op twee manieren gemeten: jaarcijfers en Gentse Feesten cijfers. Tien dagen Gentse Feesten levert soms omzet voor vier maanden en enkele horecabedrijven ontlenen hun bestaansrecht louter aan de Gentse Feesten. Dat zegt genoeg.
Het businessmodel per plein varieert ook. Sommige organisatoren krijgen wat sponsoring, maar hoofdzakelijk zijn het drankinkomsten. De Stad Gent heeft ondertussen het ‘foodaanbod’ gecentraliseerd en herinvesteert de inkomsten in de programmering op basis van projectplannen die beoordeeld worden door een jury. Dit komt nog bovenop de verdeling van beschikbaar primair subsidiebudget. Voor de culturele sector bieden de Gentse Feesten speelruimte om te experimenteren en programma en activiteiten te testen. Bovendien creëren ze een buffer voor de rest van het jaar door tijdens de Gentse Feesten te programmeren voor volle zalen.
De impact op een grote groep freelancers die ineens drie weken aaneengesloten werk hebben is enorm. Denk hierbij niet alleen binnen de organisatie van de Gentse Feesten maar ook ondersteunende diensten in opbouw en afbouw. De Gentse Feesten zijn ook geschikt om sociaal maatschappelijke thema’s te agenderen. Een voorbeeld is een komisch programma met vluchtelingen door CirQ Bataclan. Via een eenmalig evenement, gebaseerd op een sterk geloof in ‘zottigheid als hefboom voor integratie’, ontstond zelfs het Refu Interim Bureau dat tot op heden veel vluchtelingen op weg naar werk helpt.
Jullie zijn een groot openbaar festival op een lastige cultuurhistorische locatie. Het bier vloeit rijkelijk. Toch is de score op geweld en incidentenindicatoren laag. Wat is jullie aanpak?
Grote incidenten zijn ons gelukkig bespaard gebleven. Scores op zowel medische als geweldsincidenten zijn inderdaad altijd laag. Situaties escaleren zelden of nooit. Een aantal zaken spelen daarbij een rol.
Allereerst de enorme sociale controle. De Gentenaar is enorm trots op ‘zijn’ festival en wanneer er onenigheid lijkt te ontstaan, bijvoorbeeld door een omgestoten glas bier, manen omstanders de betrokkenen tot rust door joviaal een nieuw pintje aan te bieden. Wat ook helpt is dat Gent met 260.000 inwoners omvangrijk genoeg is voor een grootstedelijk gevoel, maar tegelijkertijd klein genoeg om iedereen te kennen. Je kunt als het ware op basis van je eigen GSM-lijst zaken regelen en organiseren. Er is zodoende direct contact tussen alle verantwoordelijken. Natuurlijk hebben we in de huidige tijd sommige voorzorgsmaatregelen genomen zoals ‘road blocks’ tegen trucks of meer (en zwaarder bewapende) politie op straat, maar nadrukkelijk geen militairen zoals in Antwerpen. Natuurlijk zijn er ook extra noodscenario’s doordacht in de interventieplannen. De planning en programmering wordt ingetekend tot 10 cm, soms tot wel 2 cm, nauwkeurig. Die tekeningen bevatten alles (van lantaarnpaal tot waterpunt, van vluchtweg tot podiumkenmerken) en zijn een belangrijk sturingsmiddel. Een klassieke benadering misschien, maar die werkt wel.
Essentieel is bovendien dat we een grote rol toedichten aan de lokale politie. Er is bij een patrouille altijd een lokale Gentse ‘Flik’ die dan de collega’s uit Brussel, Holland of Duitsland kan inwerken (opvoeden) in de lokale setting. De relatie met het publiek staat centraal en geeft een bijzondere aanpak door te bouwen op toegankelijkheid en met een focus op gemoedelijke de-escalatie. Een goed voorbeeld is de Vlasmarkt. Hier loopt het feest van middernacht tot ‘s morgens acht uur. Op de Vlasmarkt zijn tientallen sfeerbeheerders in plaats van politie (die aan rand van het plein wel aanwezig is). De sfeerbeheerders zorgen dat zaken niet uit de hand lopen, zij genieten respect van aanwezigen en zetten knuffelen in als interventie. Desnoods knuffelen ze iemand naar de rand van het plein naar de politie. Sfeerbeheerders hebben hier dezelfde status als een koe in India.
In hoeverre gebruiken jullie digitale middelen om bezoekersstromen te monitoren en te sturen?
Ook hier zie je de menselijke maat terugkomen. Natuurlijk maken we gebruik van bijsturing door camerasignalering of passantentelling. Omdat dit niet het gehele beeld levert hechten we veel aan de aanwezigheid van mensen ter plaatse. Zij hebben zicht op de daadwerkelijke drukte en zijn sensitief voor sfeer en veiligheid. Volgens digitale tellingen kan een plein vierduizend mensen aan, maar als groepen zich bewegen richting een vernauwing bij een vijver, bij standbeelden of rondom verhogingen kan drukte of verdrukking ontstaan. Dan is toezicht ter plaatse cruciaal bij signalering.
Sturen van de menigte door programmaonderdelen uit te lichten of door themaroutes is lastig voor de Gentse Feesten, omdat alle organisatoren van de pleinen hun autonomie kennen. Zij hebben een eigen rol in het aantrekken van bezoekers. De Stad kan daarbij niet de een voortrekken en de ander niet opnemen in een route.
Festivals worden gezien als vervuilers. In Nederland bundelen diverse festivals hun krachten om tot duurzame oplossingen te komen. Wat doen jullie hieraan?
De gebruikelijke zaken: afvalscheiding, etensresten beperken en recycleerbaar materiaal gebruiken. Herbruikbare bekers zijn tegenwoordig een vereiste. Dat doen we met een waarborg. Het is wel een uitdaging op onze schaal. Bijvoorbeeld om je wisselgeld en voorraad op orde te hebben op alle locaties. En niet iedereen was zich ervan bewust dat een krat met hardcups gewoon veel waarde vertegenwoordigt. Dat kostte wel wat trial and error maar gaat steeds beter.
We stimuleren het gebruik van OV en fiets en ontmoedigen autogebruik, bijvoorbeeld door parkeertarieven te verhogen. Al zijn veel bezoekers helemaal niet met die kosten bezig.
Tot slot, van welke andere evenementen kunnen jullie nog wat leren?
Dat zijn er genoeg. Bijvoorbeeld de Zinneke Parade in Brussel waar publiek tegelijk artiest is en vice versa. De parade is extreem sterk in het sociale weefsel met veel participanten. Of Van Montreal waar men ‘Quartier des Spectacles’ zodanig inrichtte dat deze geschikt is om openbare publieke events te organiseren. Natuurlijk Glastonbury vanwege de grootsheid en het vertrouwen van de bezoekers. Men kan het zich daar veroorloven een jaar wat terug te plooien (bijvoorbeeld minder spectaculaire programmering) om langdurig economisch gezond te blijven. Maar ook kleinschaliger Theater aan Zee in Oosteinde. Daar is falen een optie, wat heel mooi is.
Fotografie: Stad Gent • Huis van Alijn Michiel Devijver
NB: dit artikel verscheen eerder in het magazine Uncover ‘Leisure & Events’ van Breda University of Applied Sciences.