Selecteer een pagina

Geobsedeerd door cultuur

Algemeen
Ede bouwt een multiplexbioscoop op een locatie nabij de A12. Kerkrade ontwikkelt op bedrijventerrein De Locht het nieuwe stadion van Roda JC en daarnaast zijn er plannen voor een megadiscotheek, restaurant, caf, automatenhal en bioscoop. Breda studeert op de mogelijkheid voor een family fun-centrum en multiplexbioscoop nabij de A16. In Sevenum liggen ideen voor een grootschalige overdekte kinderspeelhal/attractiepark.


Hengelo ziet wel iets in de combinatie kartbaan en multiplexbioscoop. Vleuten-De Meern heeft een aanvraag binnen voor een overdekt indoorstrand. De Tilburgse gemeenteraad heeft zich uitgesproken voor een megaplexbioscoop van Kinepolis (16 zalen) langs de A58. Helmond wil Path een bioscoop met vijf zalen laten bouwen op het Begemann-terrein. Bergen op Zoom is in voor een leisurepark met skipiste, kart- en bowlingbaan, kinderspeelpaleis, congrescentrum en bioscoop. Zutphen ontwikkelt bij het station een Family Mall met onder meer een bioscoop, kartbaan en kinderspeelhal.
In de vrijetijdsbranche wordt driftig gebouwd aan nieuwe vermaaksvoorzieningen. Plannen voor megabioscopen, leisureclusters en speelhallen circuleren in het hele land. Bij zowel de grote, middelgrote als kleinere gemeenten stromen de verzoeken binnen. Projectontwikkelaars kiezen steeds vaker voor perifere locaties nabij de snelweg of op bedrijventerreinen. Het optimisme over een aantrekkelijk rendement is groot, getuige de forse investeringen. Gaan we met zn allen inderdaad runstop-ontspannen?
In Centraal, op deze en de volgende paginas, komen drie deskundigen aan het woord en voorzien u van literatuurtips.
De stad is een levend organisme. Zij is meer dan een verzameling gebouwen of straten. Je kunt eerder spreken van een stedelijke atmosfeer. Zon stedelijke atmosfeer draagt een merknaam, bijvoorbeeld Rotterdam, Breda, Assen of Haarlem. Kriekaard (1993) stelt dat de stad een merk is.

Fysieke elementen zoals gebouwen dragen bij aan de emotie rond dit merk maar ook bedrijven, kunstenaars, culturele instellingen en evenementen. Op het congres Creating the City as a Stage (Erasmus Universiteit Rotterdam en Twynstra Gudde Management Consultants) kwam onlangs naar voren dat leisure en stedelijke ontwikkeling in de toekomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zullen zijn.
Het congres werd bezocht door partijen die zich bezig houden met de fysieke kanten van de attractieve stad, zoals vertegenwoordigers uit de vastgoedsector, gemeenten, architecten en adviesbureaus.

Identiteit, imago en branding worden steeds belangrijker voor de profilering van steden. Imago kan worden opgebouwd met behulp van fysieke elementen. Professor Go, hoogleraar toerisme management, gaf aan dat een ondernemende stad de belevingswaarde centraal stelt door creativiteit te benutten, iets dat in Amerika al met succes wordt gedaan. Een culturele identiteit is essentieel voor de profilering van een stad. Deze is nauwelijks bewust te creren en dus ook niet te kopieren, maar ze kan wel
worden aangewend om competitief voordeel te halen. Ook bij de Rijksoverheid is deze gedachte uitgewerkt in de Nota Belvedere, die oproept tot een betere samenhang tussen de inrichting van ruimte en de cultuurhistorische identiteit van haar omgeving.

Emoties
Culturele identiteit en vormgeving maken emoties los die een stad typeren; culturele instellingen, kunstenaars, musea en evenementenorganisaties gebruiken het merk van de stad om bewoners, bezoekers uit de regio en dag- en verblijfstoeristen te trekken.
Duijn, Hagoort, Muiderman en Timmers (1999) werpen de vraag op of artistieke creativiteit en culturele identiteit zich laten plannen. Zij stellen dat dit niet zo is, maar dat artistieke processen onder bepaalde organisatorische randvoorwaarden wel beter op gang kunnen komen. Kunstenaars en instellingen moeten gebruik maken van netwerken creren en onderhouden. Volgens Duijn dient een cultuurpolitieke ambitie te worden geformuleerd en er zal een actieve relatie tussen bedrijfsleven en culturele instellingen moeten bestaan.

Onder bepaalde randvoorwaarden kan het merk van een stad via de cultuur worden versterkt. Een stad als merk betekent communicatie en dus emotie. Dat blijkt wel uit de strijd tussen Amsterdam en Rotterdam om het foto- en beeldinstituut. Niet alleen feitelijke aspecten, maar vooral ook emoties speelden een rol. Wat voor gevoel heb ik als beslisser, als bestuurder, als werknemer of als klant bij (het merk) Amsterdam of Rotterdam?

De fysieke elementen, de culturele sector en de bedrijven en instellingen in een stad; alle dragen bij aan de emotie van een stad als merk.
Vandaar dat het voor het toeristisch bedrijfsleven en voor culturele instellingen aantrekkelijk is om zich in hun publiekswerving te scharen onder het paraplumerk Amsterdam, Rotterdam of Roosendaal en dit paraplumerk te versterken.

In marketing, productontwikkeling en pr komt het merk steeds weer terug. Zoals te zien is in publiek-private samenwerking en bij ketensamenwerking in het geval van arrangementen. De Spaans Baskische stad Bilbao heeft het twee jaar geleden geopende Guggenheimmuseum gekoppeld aan stedelijke vernieuwing. Deze kruisbestuiving van kunst en een spectaculaire stedelijke ontwikkeling waaronder de opening van een immens en modern congrescentrum heeft van Bilbao een sterk merk en een publiekstrekker van formaat gemaakt. Onlangs werd de tweemiljoenste bezoeker van Guggenheim verwelkomd.

Een voorbeeld in eigen land is de combinatie tussen de VVV-informatiepost en het cultureel bezoekerscentrum in RonDom in Utrecht. De samenvoeging heeft geleid tot een toename van bezoekers en verdere interesse voor de stedelijke Utrechtse cultuur.
Het Nederlands Bureau voor Toerisme pleit in zijn uitgave De Toeristische Stad voor meer samenwerking tussen de culturele en de toeristische sector. Steeds meer gemeenten zetten volgens het NBT in op de combinatie van toerisme, recreatie, evenementen en cultuur.

Bronnen: Erasmus Universiteit Rotterdam en Twijnstra Gudde management Consultants, Congresmap Creating the City as a Stage, 10 juni 1999 , Nederlands Bureau voor Toerisme, De Toeristische Stad: toerisme voor een complete stad, 1999 , F. van Duijn, G. Hagoort, H. Muiderman, I. Timmers, Nee het kan anders: over stedelijke dynamiek in een toekomstgericht cultuurbeleid, maart 1999 , M.P.J. Gribling, Grotestedenbeleid en toerisme: Toerisme, Recreatie, Evenementen en Cultuur (TREC) is in trek, in: Recreatie en Toerisme, oktober 1999 , J.A. Kriekaard, De stad als merk, in: City marketing, oktober 1993 ,Ministerie van OC&W, Nota Belvedere, 1999 , R. van der Wouden (red). De stad op straat, 1999.

Auteur: drs Marcel Gribling (Centrum voor Toerisme Management, faculteit Bedrijfskunde, Erasmus Universiteit)
468

Reactie verzenden

Share This