Selecteer een pagina

Gerommel en geknoei

Algemeen
Het rommelt in de bouw. Of beter: het rommelt alweer in de bouw. Bijna iedere dag klinkt er ergens in Nederland wel een noodkreet, over de vertraging van een groot project, over kostenoverschrijdingen of mislukte aanbestedingen. De Noord-Zuidlijn in Amsterdam: gepland voor 2011, klaar in 2015; kosten begroot op 1.4 miljard, kostenoverschrijding 86,5 miljoen. Het Rotterdams Centraal Station, gepland voor 2010, klaar in 2011, kosten 500 miljoen, overschrijding 53 miljoen. De nieuwe parkeergarage onder het Museumpark, eveneens in Rotterdam: planning begin 2008, klaar over een half jaar; begroot op 48 miljoen, kostenoverschrijding 13,4 tot 20,4 miljoen. En dan praten we maar even niet over de vertragingen en kostenoverschrijdingen bij megaprojecten als de HSL-lijn of de Betuwelijn.


Ook de bouwschandalen zijn de wereld niet uit. Joop van den Ende scoorde goed bij alle nieuwsmedia toen hij half april bekendmaakte dat hij zich terugtrekt uit al zijn lopende vastgoedprojecten. Joop wil niets meer te maken hebben met ontwikkelingsmaatschappij Living City, omdat twee commissarissen van dat bedrijf een prominente rol spelen in een al maanden durend onderzoek van justitie naar gesjoemel met onroerend goed. Hetzelfde duo maakte onderdeel uit van de directie van het bureau Trimp Van Tartwijk, de ontwikkelingsmaatschappij die Living City samen met Van den Ende oprichtte. Eind vorig jaar bleek dat directeuren van Trimp & van Tartwijk verdachten zijn in een grote vastgoedfraudezaak bij Philips Pensioenfonds. De gemeente Amsterdam werkte lange tijd intensief samen met Trimp Van Tartwijk en beval het bureau zelfs bij Van den Ende aan.

Doordat Van den Ende zich terugtrekt, komen diverse bouwplannen in binnen- en buitenland in gevaar. Living City ontwikkelde vooral projecten met winkels, kantoren en woningen rondom nieuw geplande theaters van Van den Ende, met als achterliggend idee dat zon theater voor de nodige ambiance kan zorgen in het desbetreffende gebied. Veel gemeentes wilden graag meeliften in de plannen van de musicalkoning. Nu moeten ze op zoek naar andere bedrijven die de geplande projecten willen overnemen.
De gemeente Rotterdam zag de problemen rond Living City al een tijd geleden aankomen en heeft de intentieovereenkomst voor een nieuw musicaltheater op het Rotterdamse Zuidplein niet ondertekend. Of eenzelfde theater met 1.800 stoelen op het terrein van de Jaarbeurs in Utrecht er nog komt, is onduidelijk. De gemeente Maastricht hoopt de zaak te redden met een nieuwe constructie, waar ING Real Estate en BPF Bouwinvest bij zijn betrokken. Amsterdam denkt dat het theater aan de Kop van de Zuidas gewoon wordt gebouwd. De gemeente heeft de kavel waarop Living City 15.000 vierkante meter kantoorruimte, winkels, hotel en een parkeergarage wilde ontwikkelen teruggenomen, omdat Living City zijn betalingsverplichtingen niet na kwam. De bouwvergunning voor het theater is inmiddels verstrekt, maar de bouw zal zeker vertraging oplopen.
Van den Ende houdt wel vast aan zijn lievelingsproject in het centrum van Amsterdam, ook al loopt daar ook niet alles van een leien dakje.
De opening van het nieuwe De la Martheatercomplex zal zeker later plaatsvinden dan oorspronkelijk gepland, namelijk in augustus 2010. De bouwkosten werden in maart 2008 beraamd op 53 miljoen.
De affaire rondom Living City en de vastgoedfraudezaak bij het Philips Pensioenfonds roepen herinneringen op aan eerdere schandalen in de bouwwereld. De grootscheepse fraude in de wegenbouw bijvoorbeeld, enige jaren geleden, toen uit de schaduwboekhouding van het Groningse wegenbouwbedrijf Koop Tjuchem bleek hoe de wegenbouwsector in Nederland heimelijke afspraken maakte over prijs en werk, voorafgaand aan de gunning van opdrachten. Opdrachtgevers in het hele land, waaronder veel overheden, waren jarenlang voor miljoenen opgelicht door een kartel van wegenbouwbedrijven en ambtenaren en politici waren omgekocht. De conclusie van de rechter was duidelijk: de bouwers vormen een criminele organisatie. In de maanden en jaren die op deze onthulling volgden, bleek dat niet alleen de wegenbouw, maar de hele bouw een dubbelleven geleid had. Ondanks de omvang en aard van de fraude kwam de bouwsector goed weg. Van spijt bij de bouwbazen bleek geen sprake. Justitie was niet erg ijverig bij het vervolgen van de corrupte bouwers en de gedupeerde overheden kwamen met slechts minimale schadeclaims. Iedereen leek hetzelfde te denken: zand erover

Is de wereld van bouwers en projectontwikkelaars nu werkelijk zo corrupt als uit dit soort affaires blijkt? Of zijn gemeentes, provincies en de rijksoverheid simpelweg niet opgewassen tegen de heersende praktijken in die wereld en ontbreekt het de betrokken ambtenaren en bestuurders aan het inzicht en de middelen om misstanden te voorkomen?
De neiging is sterk om beide vragen met een ja te beantwoorden. Neem het gerommel en geknoei van alle betrokken partijen rondom de nieuwbouw van het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum. Bij beide musea slepen de verbouwingen zich voort en stijgen de kosten de pan uit. Beide musea dachten dat ze meerdere bouwers konden interesseren voor de bouw en zo konden onderhandelen over een acceptabele aanneemsom en beide musea bleken uiteindelijk overgeleverd aan de financile grillen van n aannemer. En bij beide musea lijkt geen bestuurder in staat om de gewenste sturing te geven aan de zaak.

Midden april luidde Stedelijk-directeur Gijs van Tuyl weer eens de noodklok. Waar hij eerder al meer geld vroeg van minister Plasterk met als argument dat het Stedelijk alleen opnieuw een attractie van wereldformaat kan worden als de rijksoverheid bijspringt, daar was nu de gemeente aan de beurt. De exploitatiekosten van het museum dreigen als gevolg van de kosten voor verwarming, verlichting en beveiliging van onder meer de futuristische badkuipvormige ingang ongeveer 1,6 miljoen euro hoger uit te vallen dan eerder berekend. Het Stedelijk heeft dus meer geld nodig van de gemeente, anders moet het kiezen tussen het verwarmen en verlichten van het gebouw f het organiseren van spraakmakende tentoonstellingen. De vraag is of het probleem met die exploitatiekosten niet eerder had kunnen worden onderkend, bijvoorbeeld bij de presentatie van het ontwerp voor de nieuwbouw, van Benthem Crouwel Architecten. Rekent dan niemand door wat zon ontwerp aan kosten met zich meebrengt? Dat ontwerp was overigens ook al weer het laatste in een lange rij. Eerder al kwamen directeuren als De Wilde, Beeren en Fuchs ieder met eigen plannen voor nieuwbouw, met de daarbij bedachte gerenommeerde architecten (Venturi, Siza) en de daarbij behorende rekeningen. Steeds weer werden de plannen van voorgangers daarbij schijnbaar achteloos aan de kant geschoven, alsof de uitgaven voor al die prijsvragen en uitgewerkte plannen er niet toe deden. De gemeenteraad wist blijkbaar ook niet wat het met al die solistische acties aan moest en van duidelijke sturing van de kant van verantwoordelijk wethouders was ook weinig sprake.
Volgens berichten in de Volkskrant (17-04-08) stond de Amsterdamse Kunstraad in de afgelopen jaren een paar keer op het punt een venijnig rapport te publiceren over de magere bedrijfsvoering bij het Stedelijk, die teruggaat tot Fuchs, maar zou daar uiteindelijk van hebben afgezien omdat het museum bezig was fondsen te werven en een kritisch rapport potentile sponsors zou afschrikken, waardoor de gemeente op nog hogere kosten zou worden gejaagd.
Gerommel of geknoei?
De Raad maakte in haar recente advies aan het college van B&W overigens korte metten met de vraag naar meer subsidie van het Stedelijk.
Het blijft ondertussen onduidelijk wanneer het museum nu eindelijk weer iets kan laten zien in mooie nieuwe zalen. Het Stedelijk moet volgens de laatste planningen eind 2009 weer opengaan. Dat betekent wel dat het tenminste voor een heel jaar zonder huisvesting zit, want het moet eind 2008 uit zn tijdelijke onderkomen, het voormalige hoofdpostkantoor naast het Amsterdamse CS.

Dat de verbouw van het Rijksmuseum een hoofdpijndossier vormt, is een understatement. In februari 2008 werd bekend dat de heropening weer is uitgesteld, dit keer tot zeker – 2013. Een vervelende tegenslag, zo reageerde de nieuwe directeur van het Rijks, Wim Pijbes. De heropening is inmiddels vijf keer uitgesteld, de laatste keer tot 2010. De vertraging ontstond dit keer doordat de enig overgebleven aannemer, BAM, niet bereid was om het werk uit te voeren voor het bedrag van 134 miljoen dat de overheid ervoor wil uittrekken. BAM vroeg in januari 2008 maar liefst 222 miljoen. Een nieuwe aanbestedingsprocedure was de enige uitweg uit het dilemma. Die aanbesteding wordt nu in percelen geknipt, waarmee de Rijksgebouwendienst hoopt meer aannemers voor het project te interesseren.
Maar het probleem bij het Rijksmuseum ligt niet alleen in de moeilijkheden rond de financiering van de bouw, zo stelde Jan Riezenkamp, voorzitter van de Amsterdamse Kunstraad, onlangs (het Parool 28-2-08). Er zijn nu heel veel mensen bij dit project betrokken. Je hebt de ministeries, de architecten, de Rijksgebouwendienst, de Rijksbouwmeester, vergunning verlenende instanties. En als ik het goed begrepen heb, zijn die partijen op een gegeven moment ook nog competitie met elkaar aangegaan. Dan ben je echt in de aap gelogeerd. Architect Marc Visser formuleerde het nog bondiger: het ging vanaf begin af aan om de vraag wie is hier nou de baas.
En dan was er nog de kwestie met de fietstunnel. De renovatie van het Rijksmuseum moest volgens alle betrokkenen worden gezien als een grand projet, maar uiteindelijk bleek die tunnel een polderobstakel van jewelste. Het stadsdeel, dat de taak had te beslissen over de inpassing van de plannen in het bestemmingsplan, wilde wel praten, maar tot een werkelijk gesprek kwam het nooit. Hoogmoed van de kant van het Rijks? Koppige balorigheid van de kant van het stadsdeel? In ieder geval bleef de tunnel gehandhaafd en moest het Rijks met nieuwe plannen komen voor een entree.
Gerommel of geknoei?

Gebrek aan cordinatie bij de betrokken instanties, ijdelheid bij bestuurders en directeuren, geknoei bij aanbestedingen en onderhandelingen met bouwers en politieke kortzichtigheid en spelletjes lijken bij dit soort projecten onvermijdelijk. Ondertussen zoekt de toerist zijn weg langs stoffige bouwplaatsen en gapende bouwputten en vraagt de cultuurliefhebber zich af wanneer op de plek waar nu dat zand ligt eindelijk iets verschijnt dat al die miljoenen euros waard is.

Auteur: Pieter de Nijs redactie@mmnieuws.nl
468

Reactie verzenden

Share This