Selecteer een pagina

Gevaar! ; vijfde Erfgoeddag in Vlaanderen en Brussel

Algemeen
In deze vaste rubriek dit keer een dubbel-interview met Steven Thielemans, directeur Musea stad Antwerpen, en Geraldine Leus, communicatiemedewerker van de Erfgoeddag. Directe aanleiding is de 5e Erfgoeddag in Vlaanderen en Brussel, die op zondag 17 april 2005 plaatsvindt, dit jaar met als thema Gevaar! Erfgoeddag hanteert bewust een brede definitie van erfgoed. Binnen het thema Gevaar is dan ook niet slechts aandacht voor voor de hand liggende materile erfgoedthemas, zoals het belang van behoud en beheer van museale objecten en monumenten, maar ook voor het immaterile erfgoed, zoals traditionele sporten en spelen, volkskundige verschijnselen (tradities en gebruiken, zegswijzen, vaardigheden) en flora en fauna.


De gesprekspartners:
naam: Steven Thielemans
leeftijd: 33
huidige baan: algemeen directeur Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed
vorige baan: cordinator Erfgoedbeleid in Gent
meest recente cultuurbezoek: concert de Filharmonie Antwerpen (o.a. Dvorak)
meest recente vrijetijdsbesteding: fittness
favoriete website: Geen. Ik gebruik het internet vooral voor het zoeken naar praktische informatie voor o.a. reizen.
belangrijkste trend voor de toekomst: samenwerking en grensvervaging tussen instellingen, sectoren en functies.

naam: Geraldine Leus
leeftijd: 29 jaar
huidige baan: Stafmedewerker Erfgoeddag en erfgoedcommunicatie
vorige baan: verantwoordelijke voor de internationale perscontacten bij Brugge 2002
meest recente cultuurbezoek: Retrospectieve van Maarten van Severen in het Designmuseum, Gent
meest recente vrijetijdsbesteding: familiefeest
favoriete website: www.google.
belangrijkste trend voor de toekomst: Op de recente Dag van de Cultuurcommunicatie werd duidelijk dat culturele instellingen zich meer zouden moeten richten op de groep van de medioren (50-jarigen). Zij zijn het interessantste publiek voor de toekomst, omdat ze kapitaalkrachtig zijn, veeleisend en veel tijd vrij zullen krijgen. Maar ook de groep daaronder (dertigers) mag niet vergeten worden.

De belangrijkste vraag eerst: hoe definiren jullie erfgoed en wat valt er in dit verband onder het kernproduct?
ST: Ik vind het het gemakkelijkst om erfgoed het geheel van overblijfselen en overleveringen te noemen. Ik hanteer liever een zo ruim mogelijke definitie en probeer daarbinnen prioriteiten te stellen, dan dat ik probeer om een kernproduct te kiezen en daar alle aandacht op te richten. In Vlaanderen vallen onder erfgoed de musea, de archieven en de bibliotheken maar dan de bewaarbibliotheken en niet de openbare of leenbibliotheken.

Wie bepaalt de keuze wanneer er prioriteiten worden vastgesteld?
ST: Prioriteiten komen enerzijds voort uit de collecties vanuit de musea gesproken en anderzijds vanuit de publieke opinie n de beleidsmakers. In het beste geval vallen die twee samen.
GL: Wij leggen niet alleen nadruk op dat wat een museaal object is, maar ook op het erfgoed thuis, op die objecten die mensen thuis bewaren. We vatten het thema van de Erfgoeddag breed op. Het gaat ook om datgene wat mensen vroeger deden tradities en gewoonten en hoe we daar nu mee omgaan.

Denken jullie dat zon begrip als Gevaar de mensen voldoende aanspreekt?
ST: Ik vind het goed dat je nieuwsgierigheid opwekt op een onverwachte manier. Gevaar is niet iets waar je meteen aan denkt bij de term erfgoed. Mensen denken eerder aan iets nostalgisch en dit is bijna het tegendeel. Met dit soort themas breng je het brede aspect van erfgoed bij het publiek onder de aandacht. Er is zoveel aan erfgoed dat musea nooit zouden opnemen. Door de recente uitbouw van het erfgoedveld in Vlaanderen met bijvoorbeeld erfgoedcellen krijgen ook die andere aspecten van erfgoed aandacht.
GL: Een van de bedoelingen van de Erfgoeddag was ook om de grenzen tussen musea, archieven en cultuurdiensten van gemeenten neer te halen. Op stedelijk niveau doen de erfgoedcellen goed werk. In kleinere gemeenten bevorderen we dat ook, door bijvoorbeeld een lokale cordinator aan te spreken. Het is immers noodzakelijk dat de communicatie, bijvoorbeeld naar de lokale pers, wordt gecordineerd. Om dat te bevorderen geven wij ook infosessies.

Vlaanderen kent net als Nederland diverse erfgoedevenementen. Je kunt bijna spreken over een evenementenseizoen. Wat zijn de sterkere en wat de minder succesvolle evenementen?
GL: De twee grootste evenementen zijn de Erfgoeddag en de Open Monumentendag
ST: Volgens mij is een van de sterkere evenementen precies de Erfgoeddag. Daar komt het meest uitgesproken die brede waaier aan erfgoed aan bod. Er is aanbod van zowel erfgoedinstellingen als van alle andere mogelijke erfgoedactoren en ook van een aantal monumenten. Ik denk dat de Open Monumentendag zich eens zou moeten herdenken.
GL: Het publiek heeft er absoluut geen boodschap aan dat die twee evenementen totaal gescheiden blijven. Ze zouden nog beter op elkaar afgestemd moeten worden.

Wat doen jullie concreet om dat beter op elkaar af te stemmen?
GL: Dat is vooral een zaak van lange adem. Je moet het publiek van het belang ervan overtuigen, maar ook de verschillende sectoren. En je moet de schotten daartussen doorbreken. Nu werken er verschillende stuurgroepen naast elkaar. Zo heeft de Erfgoeddag een stuurgroep en de Open Monumentendag ook. Dat zou meer gentegreerd moeten worden. Vanuit die stuurgroepen komen ook wel aanzetten voor samenwerking.
ST: In Antwerpen hebben we besloten om die stuurgroepen gewoon samen te voegen. Nu denken dezelfde mensen na over de inhoud van zowel de Erfgoeddag als de Open Monumentendag. Het is een voorbeeld dat zeker navolging zal krijgen. Het werkt efficinter.

Vallen volgens jullie evenementen als een museumnacht ook onder erfgoedcommunicatie, of is dat een zaak voor de musea zelf?
ST: We hadden in Antwerpen tot twee jaar terug ook een Museumnacht. Dat evenement was zeer succesvol, maar vanuit de instellingen werden er nogal wat bedenkingen geplaatst. We denken nu na over het concept van Zomeravonden, bijvoorbeeld een avond met als thema muziek in samenwerking met de muzikale actoren in de stad. We willen daarmee niet alleen een groter publiek bereiken, maar ook inhoudelijk de brug slaan tussen erfgoed en de kunstensector. Bevordering van erfgoed houdt volgens mij dus niet alleen in het weghalen van schotten tussen de verschillende erfgoedinstellingen, maar ook samenwerking met andere kunstdisciplines, zoals de musea, de podiumkunsten en de literatuur.
Samenwerking tussen de Antwerpse musea is een van onze prioriteiten. We hebben kortgeleden een samenwerkingsverband gesloten met de musea van de provincie Antwerpen, die eigenlijk allemaal binnen de stad liggen. We communiceren nu dus als Musea Antwerpen en treden onder n noemer naar buiten. We proberen dat uit te breiden naar andere instellingen en naar de kunstensector en uiteraard vooral naar het publiek.

Erfgoed heeft een beetje een imagoprobleem. Het is van zichzelf niet echt een dynamisch begrip.Hoe gaan jullie daarmee om?
ST: Ik denk dat wij in Vlaanderen het relatieve geluk hebben gehad dat het begrip nog niet erg veel in gebruik was toen we vijf jaar geleden het erfgoedbeleid startten. Eigenlijk werd er van het begin af aan weinig over erfgoed gesproken en was het de bedoeling het begrip neer te zetten op een frisse, nieuwe manier. Eerder sprak men vooral van monumentenzorg.
GL: Ik denk dat er toch nog steeds veel werk aan de winkel is. Als ik op een school of cultuurmarkt mensen vraag wat ze verstaan onder erfgoed is er dikwijls sprake van een afwijzende reactie. Mensen weten ook vaak nog niet helemaal wat ze zich bij een Erfgoeddag moeten voorstellen.

Welke van de instellingen musea, archieven of bibliotheken werken momenteel het hardst als het om imago en publiekswerking gaat?
GL: Als het daar om gaat zijn dat waarschijnlijk de musea, hoewel er in de archiefsector de laatste tijd wel veel beweging is.
ST: Musea werken per definitie voor een tamelijk ruim publiek. Veel archieven en bewaarbibliotheken nemen nu, naast hun bewaarfunctie, ook hun culturele functie op. Dat gebeurt op een heel gedifferentieerde manier. Zo geeft de Stadsbibliotheek Antwerpen een bewaarbibliotheek nu een lezingencyclus. Daar bereiken ze deels hun normale publiek mee, maar voor een deel ook een nieuw publiek.
GL: De ontsluiting van documentair erfgoed via websites bijvoorbeeld wordt steeds belangrijker. Kijk maar naar de vele beeldbanken op internet.
Wat gebeurt er met betrekking tot de financiering van deze nieuwe initiatieven?
ST: De financiering met betrekking tot de musea is in Vlaanderen anders dan in de meeste andere landen. Wij kennen weinig rijksmusea. Musea kunnen een supplement krijgen van de Vlaamse overheid. De toekenning daarvan gebeurt op kwalitatieve criteria en weinig op kwantitatieve. Publiekscijfers spelen daarin een ondergeschikte rol. Wat niet wil zeggen dat er niet wordt gekeken naar een gezond financieel beleid.
GL: De Erfgoeddag is een evenement met allerlei activiteiten en het is heel belangrijk dat daar veel mensen op af komen, maar minstens even belangrijk is de aandacht die daaraan wordt besteed in de pers en elders. De Erfgoeddag trekt overigens minder bezoekers dan bijvoorbeeld de Open Monumentendag. Dat komt ook, denk ik, doordat de Open Monumentendag de naam zegt wat het is een makkelijker te communiceren formule is.

De afgelopen jaren is erfgoed nadrukkelijk gekoppeld aan steden, bijvoorbeeld middels het begrip de creatieve stad. Daarnaast speelde het begrip city-marketing een rol. Is dat in Vlaanderen ook zo geweest?
ST: In Antwerpen hebben we het relatieve geluk dat de vier elementen die de toeristische dienst gebruikt om de stad te promoten perfect terug te vinden zijn in de verschillende musea. Rubens, mode, water, diamant voor alle vier is er een specifiek museum. De stad wordt internationaal op de kaart gezet aan de hand van die vier fenomenen. Je zou dat een gelukkig toeval kunnen noemen. Anderzijds is het ook evident, omdat het allemaal een element van erfgoed in zich heeft en in verband staat met het verleden en de specificiteit van de plek, maar ook een actueel economisch element vertoont.

Die match is dus optimaal. Maakt de erfgoed- of culturele sector daar dan ook gebruik van om hun financiering veilig te stellen?
ST: Waarschijnlijk te weinig. Ik vind het belangrijk dat de erfgoedsectoren in enge zin, dus de instellingen, daar gebruik van maken om hun aanbod te verruimen. Je merkt dat er steeds meer samenwerkingsverbanden ontstaan tussen de erfgoedsectoren en de sectoren daarbuiten, maar ook dat de stad moeite wil doen om mensen niet alleen naar de musea te trekken, maar ook de stad in te sturen. We zien de stad als een totaalproduct, waarin erfgoed belangrijk is, en het museum als een soort plek waar je erfgoed in verdichte vorm vindt. We zien de stad als geheel ook als erfgoed. Als je Rubens wil zien moet je niet alleen naar het Rubenshuis, maar ook een wandeling maken en bepaalde kerken bezoeken. We willen dat vanuit de musea stimuleren, omdat het je product verrijkt.

Hoe vertalen jullie dat naar het landelijk niveau met bijvoorbeeld de Erfgoeddag?
GL: Citymarketing is maar n element in het erfgoedverhaal. Ik vind het sociale aspect even belangrijk. Op de Erfgoeddag speel je eigenlijk toerist in je eigen stad of dorp. Wanneer mensen op reis gaan, bezoeken ze een museum en maken ze een begeleide wandeling, terwijl ze dat in hun eigen stad en dorp niet doen. We zoeken ook naar een verbinding tussen het economische en sociale aspect.

Wat kan er nog verbeterd worden in de promotie van en communicatie rond erfgoed, en dan met name als je naar internationale voorbeelden kijkt? In Engeland maakt de BBC bijvoorbeeld een televisieprogramma over bedreigde historische gebouwen in samenwerking met de
National Trust.
Ik denk dat je moeilijk zon sprong in n keer kunt wagen, maar het is wel een uitdaging om de beeldmedia mee te krijgen in je verhaal. De geschreven media hebben we met een initiatief als de Erfgoeddag goed meegekregen, maar het besef daarvoor te laten groeien bij beeldmedia, zoals tv-zenders, is een van de grote uitdagingen.
GL: Het zou fijn zijn als een van de ministers of parlementsleden daar zijn schouders zou onder zetten, dan zouden we meer kans hebben om meer aandacht voor erfgoed op tv te krijgen.

Auteur: Menno Heling redactie@mmnieuws.nl
468

Reactie verzenden

Share This