Selecteer een pagina

Grundformen

Algemeen
n.a.v. Becher, B. & H. Becher (1999), Grundformen. Mnchen: Schirmer/Mosel; en Zeijden, A. van der (2005), De vererfgoedisering van de volkscultuur: folklore tussen vermaak en betekenistoekenning (te verschijnen in Vrijetijdsstudies VTS, 2005).


De term stedelijk erfgoed conditioneert mijn hersenen die du moment vele fotos van Bernd en Hilla Becher op mijn netvlies printen. Prachtige, glasheldere opnames van monumentale industrile complexen. Hun fotos zijn altijd zwart-wit, nooit is er een mens of een schaduw te zien, alleen maar gebouwen. Ze fotografeerden in Cleveland, Pennsylvania, Metz, Vlklingen, Duisburg, Manchester, Sheffield en zo veel meer.
De fotos zijn koel en afstandelijk. Het gebouw is functieloos geworden. Vele door hen geportretteerde gebouwen zijn inmiddels afgebroken. Frappant is dat genoemde steden sinds de fotos gemaakt zijn in verval zijn geraakt, en moeite hebben aan te klampen bij de economische transities van de laatste jaren.

Kan het industrile erfgoed een rol spelen in economische transitieprocessen? Verwijzingen naar de Westergasfabriek in Amsterdam en de Gasometer in Oberhausen suggereren een positief antwoord. Maar enige nuance is op zijn plaats.

Erfgoed is te onderscheiden naar materieel erfgoed (de gebouwen van de Bechers, stedenbouwkundige structuren als van Berlage, kerken enzovoorts), en immaterieel erfgoed (klederdracht, dialecten, culturele feesten et cetera). Als het al niet wordt afgebroken dan wel geridiculiseerd (vergelijk het Limburgse landschap waar niets meer verwijst naar de periode van de kolenwinning, respectievelijk het verdwijnen van klederdracht uit de Nederlandse samenleving), wordt er vanuit twee perspectieven naar het erfgoed gekeken. Het eerste is het streven naar behoud van gebouw en cultureel gedrag, het ander is het te gelde maken van complex of cultuuruiting. Ogenschijnlijk botsen deze twee gezichtspunten, en tot in de jaren zeventig van vorige eeuw heeft dat tot felle discussies geleid (zie Van der Zeijden).

De commodificatie van het materile erfgoed heeft vooral succes in herstructureringsgebieden als het Ruhrgebied en de Midlands in het Verenigd Koninkrijk. In de meeste global cities verdwenen vele oude gebouwen omdat nieuwbouw veelal goedkoper is dan verbouw en het positieve imago van deze booming cities vooralsnog erg stabiel is (Hamburg, Brussel, Amsterdam, Keulen).

Amsterdam heeft het in de jaren zestig en zeventig bijna gepresteerd haar karakteristieke binnenstad op te offeren ten behoeve van een Central Business District. We kunnen vandaag de dag de krakers en hippies op onze blote knien danken dat hun acties succes hebben gehad.

Het materile erfgoed lijkt hiermee vooral van belang voor steden die achterop dreigen te raken: ter imagoverbetering en identiteitsverhoging. Nog miserabeler lijkt het gesteld met het immaterile erfgoed. Meestal wordt er wat lacherig gedaan over klederdracht, oude gebruiken, oogstdankfeesten of het feestelijke cramignon-springen ten tijde van kermissen in de Nederlands-Belgische Voerstreek. Behoud ervan kent rekkelijken en preciezen, en waar de oorlog beslecht wordt in het voordeel van de rekkelijken en het erfgoed gecommodificeerd wordt, verwordt folklore al gauw tot fake-lore.

Toch is er immaterieel erfgoed dat ondanks de tand des tijds nog krachtig aanwezig is in het leven van alledag. Oktoberfeste in Mnchen, Semanta Sana in Sevilla, Carnaval in Maastricht, om wat mooie te noemen. Zeker van toeristisch belang, maar nog meer van belang voor het onderhouden van sociale en niet te vergeten economische contacten. Wellicht folklore, maar sociaal-economisch uiterst functioneel en actueel. En authentieker kan bijna niet!
Amsterdam kenmerkte zich in de vijfttiende eeuw al als een tolerante stad. Op de juistheid van die kwalificatie valt veel af te dingen, maar feit blijft dat velerlei soorten mensen in Amsterdam aan de slag konden. Tolerantie is een eeuwenoud kenmerk van de bevolking van eeuwenoude steden en staat garant voor sociaal-economische dynamiek.
Dit immaterieel erfgoed is nog steeds een alledaags cultuurkenmerk van een groot deel van bevolking en bestuur van de hoofdstad van Nederland en een uiterst belangrijke grondvorm voor de vindingrijkheid van dit soort steden om mee te gaan in economische transities. Daar kan geen materieel erfgoed tegenop, zoals de fotos van de Beckers indirect bewijzen.

Auteur: Jos Gadet Jos Gadet is senior planoloog bij de Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam gdt@dro.amsterdam.nl
468

Reactie verzenden

Share This