Selecteer een pagina

Herkenning in Herinnering

Authenticiteit als verbindingsmiddel?

Communicatie, Cultuureducatie, Maatschappij, Marketing, Onderzoek, Participatie, Toerisme

Via het nieuws en media worden mensen in Nederland, bijna dagelijks, met oorlog en de gevolgen daarvan geconfronteerd. We zien beelden van vluchtende mensen en we nemen deze op in onze eigen samenleving. Op hetzelfde moment echter wordt de historische afstand tot de meest recente ‘eigen’ oorlog, de Tweede Wereldoorlog, juist groter. Dat geldt met name voor mensen die ouders hebben die zelf na de Tweede Wereldoorlog geboren zijn en ook geen levende voorouders hebben die deze oorlog hebben meegemaakt.

Uit eigen onderzoek (Nawijn, Van Liempt, & Isaac, 2016) naar de rol van authenticiteit bij het aantrekken van potentiële bezoekers door herinneringscentra, is gebleken dat het juist de combinatie van authentieke verhalen met authentieke objecten is die potentiële bezoekers kan aantrekken. Een verklaring voor dit resultaat hebben we binnen onze initiële studie niet gezocht, maar het werk van Calvi and Hover (2016) geeft aan dat we het antwoord op deze vraag moeten zoeken in het vermogen van verhalen die herinneringscentra vertellen. Deze verhalen zijn gevuld met authenticiteit en emotie, en kunnen volgens de auteurs mensen verbinden en verrijken. Met deze wetenschap in het achterhoofd hebben wij wederom naar onze data gekeken om te zien of we iets meer konden vertellen over dat verbindende vermogen van verhalen. Echter eerst iets meer over het eerdere onderzoek.

Waarom is bezoek aan herinneringscentra interessant om te onderzoeken?

Om ons en toekomstige generaties te helpen herinneren aan deze oorlog hebben we in Nederland, naast scholing en beschikbare literatuur, films en televisie, een verscheidenheid aan herinneringscentra en musea. Bij drie van deze centra, Nationaal Monument Kamp Amersfoort, Nationaal Monument Kamp Vught en het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, probeert men, door middel van hernieuwde authenticiteit, het verleden tastbaarder te maken.

Jeroen Nawijn en Adriaan van Liempt:

Men probeert door middel van hernieuwde authenticiteit, het verleden tastbaarder te maken

Met ons onderzoek (Nawijn et al., 2016) hebben we proberen vast te stellen in welke mate de inspanningen van voormalige kampen kunnen leiden tot het aantrekken van een groep bezoekers die tot dan toe nog nooit is overgehaald om een voormalig kamp te bezoeken.

Gaat het dan zo slecht met de bezoekersaantallen van herinneringscentra?

Nee, in tegendeel, er is eerder sprake van een ‘herinneringshausse’. Herinneringscentra in Nederland rapporteren al sinds de jaren 80 van de vorige eeuw stijgende bezoekersaantallen. Bezoekers zijn gemiddeld genomen vrij jong. Dat komt vooral door schoolklassen en door ouders die hun kinderen meenemen. In Nederland, maar ook wereldwijd, lijkt er een behoefte om deze historische gebeurtenissen te herinneren en iets te doen met de gevoelens die worden opgeroepen.

Herinneringscentra zijn zich terdege bewust van hun verantwoordelijkheid en proberen de ervaring zo respectvol mogelijk over te brengen.

Wat zijn de behoeften van potentiële bezoekers aan herinneringscentra?

Een vraag die leidend is geweest in ons onderzoek is welke behoeften bestaan bij potentiële bezoekers. Wat verwacht deze groep te ervaren? In welke mate ziet deze groep de hernieuwde authentieke elementen als een motivatie tot bezoek? En, ten slotte, hoe wenst de potentiële bezoeker te leren van een bezoek?

Uit de resultaten blijkt dat de potentiële bezoeker vooral verwacht negatieve emoties te ervaren en dat het op het gebied van authenticiteit wel ruim voldoende zal zijn. Wat betreft bezoekersintentie heeft 55% van de ondervraagden in ieder geval de intentie om tenminste één van de drie genoemde herinneringscentra te bezoeken. De bezoekintentie wordt groter naarmate men meer waarde hecht aan authentieke verhalen die gepaard gaan bij authentieke objecten.

Potentiële bezoekers verwachten enerzijds te leren en beter te kunnen begrijpen wat er toen is gebeurd en hoe het heeft kunnen gebeuren. Anderzijds verwacht men een positieve betekenis te kunnen ontlenen aan het bezoek. Betekenis is op twee wijzen gemeten. Enerzijds drukt betekenisgeving de mate uit waarin het bezoek op zichzelf als iets positiefs gezien wordt. Anderzijds wordt betekenisgeving uitgedrukt in de mate waarin een bezoek iemand in staat stelt de tijd waarin we leven beter te waarderen. Beide maten toonden, net als bezoekersintentie, een opvallend positief verband met verhalende authenticiteit. Potentiële bezoekers verwachten dus dat de aanwezigheid van authentieke verhalen, gekoppeld aan authentieke objecten, de betekenis van het bezoek vergroot.

Verhalende authenticiteit speelt dus een significante rol als het gaat om bezoekintentie en verwachte betekenisgeving aan bezoek. Waarom is dat zo? Calvi and Hover (2016) benadrukken dat verhalen die herinneringscentra vertellen, welke zijn gevuld met authenticiteit en emotie, het vermogen hebben te verbinden en te verrijken.

Verhalen hebben dus het vermogen te verbinden en te verrijken?

In ons originele onderzoek (Nawijn et al., 2016) hebben we dit niet expliciet onderzocht, maar in onze vragenlijst hebben we wel een vraag opgenomen die meet hoeveel belang een potentiële bezoeker hecht aan de mate waarin men na of tijdens het bezoek zijn of haar interpretaties en ervaringen kan delen met anderen. Gemiddeld genomen hechten onze respondenten hier, gezien de waardering van een 6,5, niet heel veel waarde aan. Er is in de antwoorden echter sprake van een grote mate aan variantie, wat betekent dat er mensen zijn die hier geen waarde aan hechten, maar dat er ook groepen zijn die dat wel doen. Om deze verschillen beter te kunnen duiden, is de vraag dan ook gekruist met demografische kenmerken (als leeftijd geslacht en opleidingsniveau), met verwachte emoties (als bang zijn, angst, schaamte, wanhoop, minachting, ontzag, medeleven, afschuw, bedroefd zijn, fascinatie, dankbaarheid, hoop en trots), en met de hierboven genoemde vormen van betekenisgeving. Uit de resultaten van de meervoudige regressieanalyse blijkt dat leeftijd, geslacht en opleiding geen significante rol spelen als het gaat om de verwachte indrukken en ervaringen te kunnen delen. Relevanter zijn de twee vormen van betekenisgeving (bezoek zelf is positief en de tijd waarin we leven wordt beter gewaardeerd) en een drietal emoties – te weten bang zijn, angst en fascinatie.

De positieve samenhang van betekenisgeving is goed te verklaren. Betekenisgeving heeft überhaupt te maken met het interpreteren van ervaringen in een persoonlijke en sociale context. Waarom bang zijn (negatief) en angst (positief) significant samenhangen is lastiger te duiden. De twee verwachte emoties lijken in dezelfde emotiegroep te vallen, maar hangen volledig tegenovergesteld samen. Bang zijn is sociaal gezien een negatieve emotie en angst wordt eenvoudiger sociaal geaccepteerd en is ook meer tastbaar. Fascinatie (positief) is in die zin ook eenvoudiger te duiden, omdat fascinatie bij uitstek een emotie is die oproept tot het delen van ervaringen. Mist men de bovenstaande positief significante emoties en betekenisgeving, dan hecht men minder waarde aan de behoefte om de opgedane ervaringen en indrukken te delen met anderen.

Om terug te komen op de originele vraag, hebben verhalen het vermogen om te verbinden? We zijn voorlopig geneigd te denken van wel. Het is echter een fenomeen dat beter onderzocht zal moeten worden. Onze resultaten laten zien dat herinneringscentra wellicht een kans hebben een verbindende rol te spelen in onze samenleving. Op basis van het huidige onderzoek kunnen we zeker nog geen advies geven hoe dat gerealiseerd kan worden, maar het heeft te maken met de juiste verhalen vertellen en het slim verleiden van mensen deze verhalen te delen door deze verhalen te verbinden met het eigen leven van mensen in deze tijd. Gezien de resultaten, hebben achtergrondkenmerken als geslacht, leeftijd en opleidingsniveau in ieder geval geen invloed; wat, vanuit een verbindingsperspectief, enkel positief is. Om beter inzicht te krijgen in het ‘hoe dat te realiseren’ moeten vragen gesteld worden zoals ‘met wie wil men de opgedane ervaringen delen’, ‘onder welke omstandigheden doet men dat’, en ‘wat is de betekenis hiervan’. Enfin, voldoende vragen om vervolgonderzoek relevant te maken.

Bronnen

Calvi, L., & Hover, M. (2016). Crossroads. Life Changing Stories from the Second World War: A (Transmedia) Storytelling Approach to World War II Heritage. VIEW Journal Of European Television History And Culture, 5(10), 52-66. doi:10.18146/JETHC112

Nawijn, J., Van Liempt, A., & Isaac, R. K. (2016). Tastbaarder Maken Verleden Voormalige Kampen. Retrieved from Breda, The Netherlands:

Van Liempt, A., Nawijn, J., & Isaac, R. K. (2017). Het verleden verhalen – Herrineringscentra investeren in autheticiteit. Recreatie & Toerisme(februari – maart 2017), 4.

Opmerking: Dit artikel is een bewerking van een artikel dat eerder is verschenen in het blad Recreatie & Toerisme februari-maart 2017. Voor een meer uitgebreide discussie van de resultaten wordt verwezen naar Van Liempt, Nawijn, and Isaac (2017).

NB: dit artikel verscheen eerder in het magazine Uncover ‘de waarde van vrijetijd’ van Academy for Leisure NHTV.

468

Reactie verzenden

Share This