Selecteer een pagina

Het best bewaarde geheim van Europa

Culturele hoofdsteden:

Algemeen

Is Rotterdam Culturele Hoofdstad 2001 een succes? Die vraag is al talloze malen gesteld, lang voordat het feestjaar is afgelopen. Te beantwoorden is ze echter nauwelijks, want deze multidimensionale blockbuster is te complex om in zn geheel te worden beoordeeld.
Het fenomeen culturele hoofdstad bestaat inmiddels al ruim vijftien jaar. Opvallend is dat er in al die tijd nauwelijks (wetenschappelijk) onderzoek is verricht naar de resultaten ervan, met uitzondering van onder andere Baeten (1989) en Myerscough (1994). In de steden die zich met het predikaat culturele hoofdstad mochten tooien zijn evaluaties meestal uitgebleven. Betrokken instanties schermen veelal met onduidelijk cijfermateriaal en spectaculaire economische effecten. De voorbije culturele hoofdsteden verschillen onderling ook sterk in vorm, inhoud en uitvoering, waardoor vergelijking onderling bijna onmogelijk is. Uitspraken over een eventueel succes worden in het algemeen met veel onderbuikgevoel gedaan, maar culturele hoofdsteden zijn te complex, met te veel onderdelen en te veel dimensies om zelfs na zorgvuldige afweging met een eindoordeel te kunnen komen.

Wat zijn Europese Culturele hoofdsteden?
Een culturele hoofdstad is in feite een label, een keurmerk dat na een serieuze (en kostbare) wedloop aan een stad wordt toegekend. Hoe dat label vervolgens wordt ingevuld, is geheel aan de organisatie zelf. De Europese Commissie (in feite de eigenaar van het concept) ondersteunt het fenomeen alleen financieel (en op zeer bescheiden schaal). Een culturele hoofdstad presenteert zich op vele manieren op haar mooist. Er zaten politieke en culturele hoofdsteden tussen, maar het waren vooral second cities of voormalige industriesteden die ijverden voor de felbegeerde titel. Sommige steden hadden al een gevestigde internationale culturele reputatie, maar de meeste hoopten er juist een te vestigen. Er waren steden die een programma boden van zes maanden, andere boden er een van twaalf maanden. Investeringen op langere termijn, ver- en nieuwbouw van culturele (toeristische) gebouwen, verkeersinfrastructurele aanpassingen en stadsvernieuwingsprojecten worden tezamen met een uitgewerkt cultureel programma onder de kop Europese Culturele Hoofdstad uitgevoerd. Veel van deze projecten zouden overigens ook zijn uitgevoerd zonder dit keurmerk. Sommige onderdelen worden kunstmatig gelinkt met bestaande, lopende programmas. Ook in Rotterdam is het niet altijd duidelijk of iets nu speciaal voor Rotterdam Culturele Hoofdstad (RCH) is georganiseerd, laat staan geproduceerd, of gewoon op de lijst is gezet.

Een festival van festivals
Veel individuele onderdelen Rotterdam claimt er 300 van een culturele hoofdstad vormen al een festival op zich. Eigenlijk is een culturele hoofdstad een festival van festivals, binnen een stedelijke, culturele en vrijetijdsinfrastructuur waarin bestaande voorzieningen even hard programmeren. Al deze losse onderdelen moeten worden georganiseerd en stuk voor stuk moeten ze aandacht van publiek, media, organisatie en financiers zien te genereren. Geen geringe klus, noch in management- , noch in marketingtermen.
Culturele hoofdsteden zijn per definitie eenmalig. Ze worden weliswaar jaarlijks herhaald, maar vinden nooit tweemaal achtereen in dezelfde stad plaats. Alles wat wordt georganiseerd en gepresenteerd moet in n keer goed zijn. Een herkansing zit er niet in. Ervaring met dit type van grootschalig projectmanagement, marketing of het bereiken van de doelgroepen kan nauwelijks worden opgedaan. De intendant van Glasgow 1990 was ook intendant voor Brussel 2000, maar dat betekende niet automatisch dat de Belgische hoofdstad als culturele hoofdstad een succes zou zijn.

Multidimensionale blockbuster
Culturele hoofdsteden dienen veelal verschillende functies tegelijkertijd te vervullen. Functies die verder gaan dan het thema of het jaar zelf. Met een culturele hoofdstad willen stadsbestuurders
een stad op de kaart zetten, het internationale imago van de stad versterken en economische spin-off genereren, waarbij het om veel meer gaat dan een jaar lang een mooi programma te presenteren. Even zwaarwegend is dat bij een evenement van dit formaat vele partijen direct en indirect zijn betrokken, ieder met zijn eigen belangen en verwachtingen. Dat zijn niet alleen de initiatiefnemers (overwegend politieke vertegenwoordigers), maar ook de organisatoren. Daarbij staan zakelijke en culturele/inhoudelijke belangen vaak met elkaar op gespannen voet. Ook het bestuur spreekt vaak een stevig woordje mee, zo blijkt in het geval van RCH. Daarnaast spelen op de achtergrond de verwachtingen van de Europese Commissie, gemeentelijke diensten, maar ook bestaande culturele organisaties en lokale kunstenaars, bedrijven, financiers, media, en bewoners en potentile bezoekers mee.

Succes of niet?
In hoeverre betrokkenen het jaar als succes bestempelen, hangt af van de mate van betrokkenheid n de gekoesterde doelstellingen en verwachtingen. Soms wordt verwacht dat een nieuw cultuurbeleid wordt opgezet of een aantal structurele sociale problemen wordt opgelost. Tegelijkertijd verwachten lokale kunstenaars dat zij hun ei kwijt kunnen. Bewoners die aan kunst en cultuur geen boodschap hebben, beoordelen een jaar vol optredens en tentoonstellingen van internationale sterren anders dan het bedrijfsleven, kunstkenners of lokale kunstenaars. De zeer brede publieksbenadering van RCH lijkt ten koste te zijn gegaan van de gewone kunstliefhebbers.
Alle culturele hoofdsteden hebben kritiek gekregen, meestal uit eigen midden en vaak van de lokale media en van bewoners. In Rotterdam is iedere vorm van publieke kritiek naar het rijk der fabelen verwezen. De hoogst merkwaardige verhouding tussen zakelijke en artistieke leiding n het bestuur is nooit opgehelderd en kritiek op de gebrekkige marketing en publiciteit van RCH werd slechts gehekeld.
Om te kunnen beoordelen of een culturele hoofdstad een succes is, zou in feite op alle niveaus en onderdelen een vergelijkbare analyse moeten worden uitgevoerd. Maar ook na het plussen en minnen van de honderden onderdelen levert dat geen afgewogen oordeel op. Want wat is er bijvoorbeeld na enige maanden of jaren nog te merken van eventuele positieve effecten?

Oordeel
RCH zal eerst en vooral beoordeeld moeten worden op de door haar zelf benoemde doelstellingen, hoe vaag ze ook zijn. Rotterdam omschrijft het als een extra impuls n als nieuw ijkpunt om een volgende stap in kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de stad te zetten Zij biedt een instrumentarium om uitgangspunten te formuleren voor een mogelijk nieuw cultuurbeleid, om een brug te slaan tussen oude en nieuwe culturen, stad en wijken, professionele en amateurkunst, nieuw en oud publiek, tussen lokale en internationale kunstenaars, tussen Noord en Zuid (Stichting Rotterdam Culturele Hoofdstad 2001, 1999). Voorwaar geen gering streven.
Het succes is bovendien, naast programmering en begroting, sterk afhankelijk van de mogelijkheden die een stad in kwestie heeft. Hier zijn de sterke en zwakke punten van het stedelijk, cultureel en toeristisch aanbod van belang. Anderhalf miljoen bezoekers voor RCH is een hoop voor Rotterdam en in het straatbeeld vallen ze echt op, maar diezelfde hoeveelheid bezoekers is natuurlijk niks voor culturele hoofdsteden als Amsterdam of Florence.
Europese Culturele hoofdsteden zijn het best bewaarde geheim van Europa. Vrijwel niemand weet nog wat de vorige negen culturele hoofdsteden van RCH waren en hoe hun programmas eruit zagen, ondanks de individuele en lokale successen die werden geboekt. Misschien moet daarom van een cultureel hoofdstadjaar niet meer worden verwacht dan het is: een uit de hand gelopen feest. Als steden zich evenwel cht willen onderscheiden, dan zullen ze met een eigengereider concept moeten komen.

Auteur: Inez Boogaarts, directeur van de Stichting Internationale Culturele Activiteiten/ SICA. Zij schreef dit artikel op persoonlijke titel.
468

Reactie verzenden

Share This