Selecteer een pagina

Het creatieve kapitaal van Amsterdam

Algemeen
Amsterdam is de creatieve hoofdstad van Nederland, met de hoogste aantallen creatieve bedrijven en mensen van het land. Toch worden eens in de zoveel tijd ook in de Metropoolregio Amsterdam vraagtekens gezet bij de creatieve industrie. Draagt die wel genoeg bij aan de economie? En kan ze zich niet beter organiseren? 

De gemeenten Amsterdam, Utrecht, Zaanstad, Haarlem, Almere, Hilversum en Amersfoort erkenden al in 2005 het belang van de creatieve industrie maar constateerden tevens dat geen van deze steden voldoende waren uitgerust om die industrie de juiste steun te bieden; het ontbrak ze aan kennis of de benodigde expertise was te zeer verspreid binnen de diverse afdelingen van een gemeente. Om de creatieve industrie in de regio Noordvleugel een positieve impuls te geven zetten zij het loket Creative Cities Amsterdam Area (CCAA) op, een loket waar ondernemers uit de creatieve industrie terecht kunnen met hun vaak zeer specialistische vragen.  In 2009 werd de rol van het projectbureau uitgebreid. Het kreeg de taak diensten te ontwikkelen voor snelle groeiers in de creatieve industrie, maar ook om aansluiting te zoeken bij niet-creatieve sectoren. Dit laatste om innovatie in de hele breedte van de economie te versterken en te versnellen.
 
Vliegwiel
Uit recente onderzoeken van onderzoeksorganisatie TNO en van Paul Rutten en anderen blijkt een dergelijk initiatief zinvol te zijn. In tegenstelling tot veel andere economische sectoren groeit de creatieve industrie er nog lustig op los. De in Amsterdam sterk vertegenwoordigde vormgevingssector springt er met 4,3 procent groei sterk bovenuit, zo laten de cijfers van TNO zien. Uit het onderzoek van Paul Rutten volgt bovendien dat de creatieve industrie als vliegwiel functioneert van de economie. Veelmensen met een creatieve opleiding stappen na verloop van tijd over naar andere sectoren, waar ze met hun onderscheidende manier van denken en kijken vaak met innovatieve ideeën op de proppen komen. Te denken valt aan de zogenaamde serious games, programma’s die ziekenhuizen samen met gamebedrijven ontwikkelen om artsen te trainen, of aan de ontwikkelingen rond duurzaamheid in de architectuur en de meubelindustrie. 
 
Voorsprong
Ook op landelijk niveau kan de creatieve industrie zich al langere tijd verheugen in de aandacht van economen en politici. In 2004 koos het door het premier Balkenende geïnitieerde Innovatieplatform zes sleutelgebieden met de potentie Nederland internationaal op de kaart te zetten. Een daarvan was de creatieve industrie, aanhakend bij de wereldwijde trend om die te zien als accelerator van economische groei (ingezet door Richard Florida) en als een van de weinige sectoren waar de westerse wereld een voorsprong had op de  zogenaamde opkomende economieën. Het is dan ook niet verrassend dat de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Economische Zaken (inmiddels Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) en van Buitenlandse Zaken een gezamenlijk buitenlands beleid ontwikkelden en ondersteunden
gericht op het veroveren van deze opkomende economieën met behulp van Nederlandse creativiteit. Uit de oorspronkelijke samenwerking van Eindhoven,
Rotterdam en Amsterdam, NL4Design genaamd, ontstond dankzij de steun van deze ministeries, de sectorinstituten en de brancheorganisaties het initiatief Dutch Design Fashion and Architecture (DDFA). Aan de reeds betrokken steden werden Utrecht, Arnhem en Den Haagtoegevoegd. Inmiddels is de samenwerking doorontwikkeld. DDFA en zijn partners kunnen onder meer de grootste handelsmissie ooit op hun rekening schrijven en gaan ondanks de bezuinigingen een tweede termijn in. Het ministerie van EL&I loopt vooraan in het topsectorenbeleid waarvan de creatieve industrie wederom deel uitmaakt. Ook de creatieve steden proberen hun regionale beleid steeds vaker samen af te stemmen.
 
Europese ambitie
Het meest recente succes is het binnenhalen van het European Creative Industries Alliance Policy Learning Platform. Europa volgde CCAA vanaf de start met argusogen en schreef oproepen (calls) uit op Europees niveau waar CCAA als best practice kon worden bestudeerd.In 2009 bleek dat de Europese Commissie met deze projecten een hoger doel had. Ze kon hieruit de best practices op beleidsvlak filteren voor het stimuleren van de creatieve industrie. In februari 2010 riep ze de stad Amsterdam op een leidende rol te spelen in het versterken  van de creatieve industrie op Europees niveau, met als doel het verstevigen van de Europese concurrentiepositie. Het afgelopen jaar werd een oproep gedaan voor een ‘Europese variant’ van de CCAA: één loket waar zowel overheden als ondernemers uit Europa terecht kunnen voor vragen over de creatieve industrie. Niet geheel onbelangrijk werd deze call gesteunddoor andere Nederlandse creatieve steden. Het lijkt er dan ook op dat de creatieve industrie uitstekend is voorbereid op de volgende ronde vragen over haar belang. 
Auteur: Tekst: Eva Olde Monnikhof Eva Olde Monnikhof is projectmanager bij Creative Cities Amsterdam Area (eva@aimsterdam.nl).
Referenties:  
468

Reactie verzenden

Share This