Selecteer een pagina

Het jaar van de boerderij

Algemeen
Nu veel boeren niet meer boeren, verdwijnen veel boerderijen uit het Hollandse landschap. In 1938 stonden er nog ongeveer 192.000 boerderijen in Nederland. Tegenwoordig zijn dat er nog maar zon 92.000. En het had nog veel erger kunnen zijn, want meer dan de helft van de resterende boerderijen vond inmiddels een andere bestemming dan boerenbedrijf. Rustzoekers uit de Randstad verbouwden oude boerderijen tot comfortabele woningen om zodoende inhoud te geven aan een romantisch ideaal van zorgeloos en idyllisch leven. En het is nog niet gedaan. Over de toekomst van de boerderij hangen dreigende wolken.


Vanwege grote infrastructurele werken zoals de aanleg van de hogesnelheidslijn en de Betuwelijn worden vele boerderijen gesloopt. EG-beleid drijft veel boerenbedrijven naar andere regios in Europa. De kleine boer kan het hoofd niet meer boven water houden en wordt opgeslokt door de grote buurman die zijn boerderij als een high-tech bedrijf runt. Bovendien is meer dan de helft van de Nederlandse boeren ouder dan 50 jaar en tweederde heeft geen opvolger. Processen als schaalvergroting en ruilverkaveling dragen bij aan de voortgaande bedreiging van de boerderij. Hoe lang zal het nog duren voor we alleen nog van landschappen met boerderijen kunnen genieten op schilderijen zoals die van Ruisdael?
De boerderij is niet het enige dat uit het landschap dreigt te verdwijnen. Met de herinrichting van het land verdwijnen ook windsingels, erfbeplantingen en kerkepaden. Archeologische resten verdwijnen voorgoed onder het zand van nieuwbouwwijken, bedrijvenparken en snelwegen. En er is meer. Met de boerderij verdwijnt ook de kleine boer met zijn mentaliteit van door God gegeven lijdzame soberheid om plaats te maken voor moderne rustzoekers met een mentaliteit van jachtig hedonisme. De archeologie van die verloren mentaliteit staat beschreven in het mooie boek Beschouw ons maar als een uitzondering. Prachtige portretten van mensen die eind jaren zeventig al oud waren en die nu hoogstwaarschijnlijk het tijdelijke voor het eeuwige verruilt hebben. Zo geeft het zonderlinge boertje Gies Prophitius zijn visie op de hedendaagse mens: De mens wil geen kindeke meer wezen, de mens wil net als Achab uit de Bijbel van de aarde een lusthof maken, maar de aarde is geen lusthof, maar een tranendal. Mensen die niet meer in de moderne tijd lijken te passen, die een teruggetrokken leven leiden en die liever de blik over schouder werpen dan de toekomst onder ogen zien. Zoals Jan van Rhee, die op hoge leeftijd de oudste boerderij van de Veluwe bewoonde en liever niet met de buitenwereld te maken wilde hebben. En dan ga ik gerust liggen slapen, of een beetje prakkezeren over vroeger en over nu. Nee, nooit over later; daar peins ik niet over, want we moeten alles gewoon zn beloop maar geven.
Maar als we alles op zijn beloop laten, zou het wel eens vlug afgelopen kunnen zijn met veel boerderijen in Nederland. We leven al lang niet meer in een agrarische samenleving en de boerderij wordt steeds meer een anachronisme in onze postindustrile samenleving. Ware het niet dat we om uiteenlopende redenen het verleden koesteren, dan was er nu al veel meer gesloopt dan ons lief is. Onder de Nederlandse bevolking leeft een vrij sterke belangstelling voor monumentale gebouwen, waaronder veel boerderijen, die herinneren aan een meer of minder roemrucht verleden. Jaarlijks trekt bijna de helft van de bevolking er wel eens op uit om bezienswaardige gebouwen, oude dorpen of oude stadskernen te bezoeken. In de slipstream van de toegenomen toeristische activiteit steeg die belangstelling in de jaren zeventig en tachtig. In de jaren negentig nam de toeristische activiteit niet af, maar verlegden veel toeristen hun belangstelling van cultuurhistorie naar ander vermaak.
Dit culturele draagvlak onder de bevolking sterkt de overheid in haar wens om monumentale gebouwen te beschermen. In Nederland genieten ongeveer 6.000 agrarische gebouwen de beschermde status van rijksmonument. Deze traditionele strategie van behoud door bescherming wordt sinds de nota Belverdere aangevuld met een nieuwe strategie: behoud door ontwikkeling. In deze nota worden gebieden aangewezen waar cultuurhistorie wordt gebruikt voor de ruimtelijk inrichting. Ter versterking van de cultuurhistorische identiteit worden maatregelen gestimuleerd die bijdragen aan het behoud van het culturele erfgoed.
Levens als die van Gies Prophitius en Jan van Rhee behoren tot de historie van de twintigste eeuw. Hun bouwvallige boerderijen zijn gesloopt, maar hun levensverhalen staan opgetekend. Als herinnering aan een verloren tijd en als inspiratie voor het behoud van wat nog resteert. Om de relevantie van dit behoud onder de aandacht van meer mensen te brengen, is 2003 uitgeroepen tot het jaar van de boerderij.

Literatuur
Paul Schnabel, Waarom blijven boeren? Den Haag, SCP, 2001.
Jos de Haan, Het gedeelde erfgoed. Den Haag, SCP, 1997.
Heemschut, april 2003, themanummer over boerderijen
Arjeh Kalmann en Brand Overeem, Beschouw ons maar als een uitzondering. Baarn, Fontein, 1999.

Auteur: Jos de Haan jd@scp.nl
468

Reactie verzenden

Share This