Selecteer een pagina

Het publiek als held

Theaterregisseur Annette Mees over theater

Algemeen
Annette Mees is regisseur en co-artistiek directeur van Coney in Engeland. Met behulp van diverse media maakt zij bijzondere theatervoorstellingen waarin het publiek de held is. Een voorstelling begint wanneer je er voor het eerst over hoort, en eindigt pas wanneer je er niet meer aan denkt of over praat.

Annette Mees heeft altijd op grensgebieden van verschillende disciplines gewerkt. Na een studie
videovormgeving aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, het maken van korte films en het cureren van tentoonstellingen verhuisde ze naar Engeland waar ze in aanraking kwam met theater. ’Het maken van theater is een organisch proces. De manier van werken deed me denken aan de hackingscene die ik kende uit Amsterdam. Tijdens mijn opleiding theaterregie in Londen begon ik de manieren waarop filmmakers en theatermakers verhalen vertellen te combineren. Ik experimenteerde met het schrijven van scripts en leerde de kunst van het vertellen van verhalen. Ondertussen begon ik de methodes van conventioneel theater te “hacken” en werkte ik aan eigen projecten. Interactieve elementen die ik interessant vond, bracht ik mee het theater in. Dat leverde heel interessante mogelijkheden op om mee te experimenteren.’Samen met Tassos Stevens en Tom Bowtell leidt Annette Mees het collectief Coney. Ze ontwerpen live voorstellingen met digitale ervaringen, en verhaalwerelden waarin het publiek actief kan participeren. ’We hebben dit jaar een groot project afgerond voor Kensington Palace genaamd House of Cards dat de komende tijd te zien is. Een heel ander doorlopend project is A Cat Escapes, een educatief avontuur waarbij kinderen op school helpen om een kat te laten ontsnappen. Omdat de projecten van Coney zo verschillend zijn, is er telkens één van ons die per project een team opzet. In theorie kan Coney iedereen zijn. Er zijn een aantal principes waarmee we werken die je ook op onze website kunt vinden. In feite is Coney zelf een verhaalwereld.”

 

Technologie als tool
Annette Mees gebruikt in haar theatervoorstellingen digitale media als instrumenten om verhalen te
vertellen. Volgens Annette is het inzetten van digitale media op twee manieren interessant voor makers. ’Met technologie kun je toveren. Geavanceerde tools kunnen je helpen om ervaringen te creëren die ronduit magisch lijken. Voor mijn voorstellingen gebruik ik technologie liever op een andere manier, als communicatiemiddel. Door media in te zetten waar het publiek vertrouwd mee is en die onderdeel zijn van de dagelijkse praktijk – zoals een sms of een YouTubevideo – infiltreert een voorstelling in het leven van de deelnemers. Naast een e-mail van een collega of van je tante vind je in dezelfde inbox een e-mail van Coney. Een voorstelling heeft op deze manier ook tentakels buiten de tijdspanne en plaats van een voorstelling. Een ervaring begint op het moment dat je er voor het eerst over hoort, en eindigt wanneer je er niet meer aan denkt of over praat.
De voorstellingen die ik maak worden via verschillende kanalen en media gedistribueerd. Zoals Henry
Jenkins in Convergence Culture schrijft, vertellen de verhaalelementen via de verschillende platforms je meer dan de som der delen. In die zin kun je zeggen dat ik transmediaal te werk ga. Tegelijkertijd wordt het begrip transmedia voornamelijk door filmmakers en adverteerders gebruikt en dat ben ik geen van beide. Omdat er veel innovatie plaatsvindt binnen het creatieve werkveld, vallen makers vaak buiten welke definitie dan ook. Juist omdat we van alle disciplines tegelijkertijd gebruik maken. We maken nieuwe vormen om verhalen te vertellen.’
Publiek in de hoofdrol
’Een van de principes van onze voorstellingen is dat het publiek zelf de held in het verhaal is. De wereld die
wij bij Coney als kader voor de voorstelling creëren is voor het publiek geschreven. Vervolgens transformeert
het werk door het participerende publiek en past het zich aan hen aan. Het maakt een wezenlijk verschil of jij aan de voorstelling meedoet of iemand anders. Er wordt al veel geëxperimenteerd met interactieve voorstellingen waarbij het publiek kan participeren in een verhaal maar bij deze stukken maakt het vaak niet uit wie er meedoet. De reis blijft voor elke speler hetzelfde. Het is een voorgeschreven plot dat zich tijdens de voorstelling voltrekt. Bij Coney proberen we de betekenis te onderzoeken van werk dat over jou gaat. Wat is het effect van een stuk dat op jou reageert en waarin jouw actiesechte consequenties hebben? Het is net zoals in echte verhalen, waar de keuzes van een personage ook dramatische gevolgen hebben. Via sms, telefoon, of e-mail kunnen we een directe dialoog aangaan met het publiek. Vaak vragen we het publiek vooraf enkele vragen te beantwoorden, zodat de voorstelling vanaf het begin een persoonlijke ervaring is. Zo schrijft iedereen mee aan het avontuur.’
Het delen van een verhaal
Door sociale netwerken en online platforms is het inmiddels natuurlijk om dagelijks met bekenden en vreemden eigen verhalen te delen. Online nemen mensen een bepaalde rol op zich. ’Juist door deze ontwikkelingen is het publiek van nu zo interessant om mee te werken. De deelnemers zijn meestal heel bevlogen en creatief. Zowel online als offline vindt er momenteel enorm veel co-creatie plaats. Deze manier van werken moet naar mijn mening meer doordringen in bijvoorbeeld de kunstwereld en het theater. Veel makers werken nog met een ouderwets broadcastsysteem: je neemt plaats in het theater, je wordt toegesproken, je verlaat de zaal en je spreekt er misschien nog even over in het café. Voor een groot deel strookt dat niet met de manier waarop mensen nu werken. Het is veel uitdagender om systemen als co-auteurschap en co-creatie op een betekenisvolle manier te implementeren in culturele projecten. Aanvankelijk is het heel spannend om de controle over een verhaal aan het publiek over te dragen. Uiteindelijk is dit juist wat het maken van een
voorstelling zo interessant maakt. Het is prachtig om te zien hoe een gevarieerd publiek op verschillende
elementen van de voorstelling reageert. Je kunt het ook bekijken vanuit het werk en hoe dit zich vormt naar het publiek. Ik ervaar het als een privilege om telkens met een nieuw publiek grote thema’s en structuren te onderzoeken. En om te zien wat voor verrassende en mooie antwoorden er tijdens een voorstelling ontstaan.’
Games als onderzoeksmiddel
‘Verhalenvertellers kunnen veel leren van games. Op het gebied van gametheorie bestaat enorm veel kennis over de mogelijkheden om een publiek te activeren en op welke manier het publiek vrij is om te handelen binnen een afgebakende ruimte.  Games bestaan voornamelijk uit bepalende structuren. Deze structuren blijken heel bruikbaar te zijn om andere bestaande structuren mee te onderzoeken. Door gamemechanismen en gamerollen te vertalen naar sociale en politieke structuren of onuitgesproken etiquette, krijg je enorm veel inzicht in dergelijke systemen. We gebruiken deze gameelementen om onze voorstellingen te maken. Zulke mechanismen zijn heel geschikt om thema’s die ik interessant vind te onderzoeken, zoals sociale contracten. Wanneer wordt jij een wij met mij? Wie zijn ”zij”? En wanneer sluit ik mezelf buiten een groep? Het nieuwe project waar we met Coney aan werken heet Early Days of a Better Nation, en schetst de opbouw van een kleine samenleving. Door het publiek in een bepaald sociaal verband te plaatsen, maken de deelnemers elk een individuele reis die ze laat reflecteren op de manier waarop we ons tot anderen en de wereld verhouden. De ruimte die tussen het publiek, de ”echte” wereld en de wereld van de voorstelling ontstaat is enorm
spannend. Het is voor het publiek een avontuur om zich in die ruimte te begeven.’
Hoe documenteer je een ervaring? ’
Het is lastig om ons werk te documenteren. Een voorstelling bestaat zowel uit de artificiële verhaalwereld die Coney maakt, de ”echte” wereld die deze beïnvloedt en de fantasie van het publiek. Met fantasie brengt het publiek namelijk de elementen bij elkaar en creëert zo het stuk. Deze drie lagen zijn onmogelijk vast te leggen. Ondertussen genereert ons werk wel veel documentatiemateriaal. Coney heeft de afgelopen jaren heel veel projecten ontwikkeld met partners als de BBC, Tate Britain en het National Theatre. We zijn net een NPO (nonprofitorganisatie) geworden waardoor we structurele subsidie ontvangen en onderdeel uitmaken vanhet nationale portfolio. Er is nu meer ruimte voor onderzoek en reflectie.In de toekomst willen we meer verschillende samenwerkingen aangaan en nieuwe technologieën verkennen. Open source software en commons sluiten bijvoorbeeld erg aan bij wat we doen. Verder lijkt het ons interessant om te onderzoeken hoe de fysieke ruimte van een voorstelling op het publiek zou kunnen reageren met behulp van technologie.
Het is heel leerzaam en interessant om samen te werken met mensen die expert zijn op hun eigen gebied. Je kunt disciplines doorbreken door elementen van andere disciplines te implementeren. Jazzmusici die improviseren gebruiken structuren die voor ons interessant kunnen zijn. De verhaalwerelden
die we maken worden op die manier steeds rijker.
468

Reactie verzenden

Share This