Neem een stuk industrieel erfgoed, liefst aan de rand van het centrum, stop daar een handvol creatievelingen in, doe er wat trendy horeca bij, klop het geheel op met feesten en evenementen, laat het een tijdje broeden (niet in de koelkast), herhaal deze procedure verschillende malen tot het erfgoed helemaal op is en serveer het geheel als creatieve regio. Succes verzekerd?
De theorie achter de creatieve regio luidt kort samengevat: werk volgt talent. Bedrijven vestigen zich het liefst in een regio waar veel talent aanwezig is en waar zij kunnen putten uit een rijke arbeidsmarkt. Hoogopgeleide werknemers wonen het liefst in een regio waar veel te doen is: een rijk cultureel leven, veel creatieven, evenementen en een spannende horeca. Deze sfeer wordt vooral gecreëerd door een subcultuur van creatieven. Wie hoogopgeleide starters wil vasthouden en bedrijven uit de kenniseconomie wil aantrekken doet er dus goed aan te beginnen met het scheppen van een creatieve sfeer. Aanvankelijk waren het vooral de steden die zichzelf voorzagen van een creatieve eretitel.Intussen is de methodiek ook doorgedrongen tot de regiomarketing. Zo heeft de regio Arnhem Nijmegen zich getooid met het predicaat Cool Region. De Amsterdamse metropoolregio heeft zich de eretitel Creative Capital toegeëigend, de regio Eindhoven heet Brainport en Rotterdam noemt zichzelf media- en architectuurstad. Heeft dat zin? Bestaat er wel zoiets als een creatieve regio? Opvallend is dat elke stad en regio een specifieke kwaliteit heeft gekozen om zich te onderscheiden. Zullen zij daarmee overeind kunnen blijven in de wereldwijde concurrentie?
Magnetische kracht
Om deze strategie beter te kunnen beoordelen doen we er goed aan de structuur van de creatieve economie in Nederland onder de loep te nemen. Maar liefst veertig procent van de creatieve industrie bevindt zich in de Metropoolregio Amsterdam, tussen Haarlem, Zaanstad, Amersfoort en Utrecht. Ook de relatieve vestigingsdichtheid per hoofd van de bevolking is hier het hoogst. Geen wonder dat rondom Amsterdam alle culturele sectoren sterk vertegenwoordigd zijn. De creatieve dienstverlening is snel gegroeid dankzij de zeer nauwe banden met zakelijke en financiële dienstverleners. Daarnaast is een volledig pakket aanwezig van creatieve en culturele opleidingen op het hoogste niveau. De samenballing is zo groot dat de magnetische kracht daarvan zich op grote internationale afstand doet voelen.
Buiten de Randstad
Is daarmee de rol van andere regio’s uitgespeeld? Integendeel. De snelste groeiers zijn, afgezien van enkele kleine regio’s, omgeving Eindhoven met vijftig procent en Zuid-Limburg met zevenenvijftig procent.Eindhoven neemt een bijzondere plaats in omdat de stad zich de tweede designstad en, sinds dit jaar, de slimste stad van de wereld mag noemen. De samenwerking met het bedrijfsleven, vanouds al sterk in Philipsdesign, wordt steeds intensiever, waarbij de sector evenveel baat heeft als de industriële producenten. Arnhem is een heel ander geval. Het overgrote deel van de modeontwerpers in Nederlandwoont en werkt in Amsterdam, maar is opgeleid aan de Mode Academie in Arnhem. Toch kan de stad zich terecht modestad noemen door de prachtige Mode Biënnale en de lange reeks van invloedrijke ontwerpers afkomstig van de academie. Nijmegen, de zusterstad in de regio, heeft een wat kleinere creatieve sector zonder duidelijk profiel, maar is wel een universiteitsstad. Samenwerking binnen deze regio met bedrijfsleven en wetenschap onder het motto Arts Meets Science zou de regio als geheel veel verder kunnen brengen. Groningen aan de andere kant is een cultureel concentratiepunt met een gestaag groeiende creatieve industrie. De landelijke dorpen bieden geliefde woon- en werkplekken voor veel rustminnende creatieven een beeld dat we overigens ook in Friesland zien. In het topsectorbeleid van minister Verhagen wordt de A2-zone benoemd tot de creatieve regio van het land. Het valt te betwijfelen of dat iets meer oplevert dan dat Eindhoven, Utrecht en Amsterdam de prioriteitsgebieden zijn van het sectorbeleid. Om als economische regio van betekenis te zijn moet sprake zijn van interactie en transactie. De vraag is of dat wel het geval is.
Één oplossing?
De karikatuur van een vast recept voor de creatieve stad of regio wordt meestal gebruikt door sceptici die niet willen geloven in de betekenis van creatieve economie voor de vernieuwing van het economisch leven. Hen willen we eraan herinneren dat de creatieve economie de afgelopen tien jaar een forse groei heeft doorgemaakt boven het landelijk gemiddelde. De creatieve sector behoort tot de stuwende krachten en bovendien lijkt deze kracht tot nu toe crisisbestendig. De creatieve sector heeft er meer aan met de gezamenlijke kracht de concurrentie aan te gaan met de rest van de wereld dan in afzonderlijke regio’s
te worden ingezet als marketinginstrument. In de netwerksamenleving zijn regio’s juist onbegrensd en verknoopt. De reispatronen van de creatieven laten dat zien. Dagelijks reizen ze het land door als docent of student van Amsterdam naar de academie in Arnhem of Eindhoven, dan door naar een klant in een andere regio en ‘s avonds naar een evenement in weer een andere plaats. Het geheel functioneert als netwerk waarvan de hoekpunten weer knooppunten zijn naar nieuwe netwerken. Leve de onbegrensde regio!
Auteur: Tekst: Jeroen Saris Jeroen Saris is directeur van de Stad bv. (www.stadbv.nl) (j.saris@destadbv.nl)